Wat ik nooit heb begrepen, zijn lezers die een boek beoordelen naar de dikte ervan. Dat zijn de lezers die zich op de borst kloppen omdat ze een boek ‘met meer dan vierhonderd pagina’s’ hebben weten door te komen, of die tegen een boek aanhikken omdat je er een deur mee kan barricaderen. Of je een boek wel of niet dóórleest, heeft niets te maken met het gewicht of de omvang ervan. Want een goede schrijver, daar roetsj je doorheen, ook al heeft die duizend bladzijden volgekladderd. Neem nu de boeken die we dit keer bespreken. Susan Neimans Wat we van de Duitsers kunnen leren past niet door de brievenbus, maar is dermate vlot geschreven dat je het zo uit hebt. Gert Jan Roskammer deed ook al langer over het recenseren van Foucault’s nieuwste kloekeling dan het lezen ervan. En een filosofische klassieker als Hobbes’ Leviathan leest misschien net niet als een spannende roman, maar de taal is dermate prikkelend dat je de bladzijden omslaat alsof de soeverein je op de hielen zit. Er staan ons wintermaanden zonder al te veel vertier te wachten. Wat is er dan beter dan het verorberen van het ene veel te dikke filosofieboek na het andere? En je doet nog aan krachttraining ook als je de boeken een paar keer op en neer beweegt voordat je ze openslaat. iFilosofie wenst haar lezers dagen vol omvangrijke verdieping toe. Groeten van formaat, Florian Jacobs, hoofdredacteur iFilosofie