In relatietherapie spreken mensen vaak over verschillende behoeften in afstand tot anderen. Bijvoorbeeld singles die onderzoeken waarom ze single blijven: “Ik vind het onnatuurlijk om samen in een bed te slapen. Maar dat kan ik niet zeggen op een eerste date. Dan denkt die ander meteen dat ik bindingsangst heb.” Of koppels die in relatietherapie hun communicatiepatroon bespreken: “Dan wil ze knuffelen! Maar je moet me dan echt met rust laten. Opzouten! Nou, ja, dan duw ik haar wel eens weg.” En ook mensen met liefdesverdriet: “Als ik me zo onzeker voel, dan wil ik het eerst uitpraten. Ik kan dan niet slapen voordat het goed is.”