logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Gelezen over ontwikkelingsproblematiek

Auteur: Gerrie Ham-Willemsen, Marie-Louise Magis

Gedragsstoornissen bij kinderen Diagnostiek en behandeling voor de professional. Walter Matthys. Hogrefe, 2011. ISBN 978 90 797 2944 9 In de serie ‘Diagnostiek en behandeling voor de professional’ belicht een gerenommeerde deskundige verschillende aspecten uit de klinische praktijk, geïllustreerd door praktijksituaties en aangevuld met handige bijlagen en/of checklists. De serie is makkelijk leesbaar, mede door het gebruik van tekstkaders en margeteksten. Elk boek van de serie is voorzien van een digitale toets, die via internet gratis kan worden gemaakt en indien met goed gevolg afgelegd, voorziet in een certificaat ten behoeve van bij- of nascholing of (her)registratie van de lezer (mits BIG-geregistreerd). De auteur van ‘Gedragsstoornissen bij kinderen’, Walter Matthys, is emeritus hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en was als kinder- en jeugdpsychiater jarenlang werkzaam in het UMC Utrecht waar hij veel ervaring heeft opgebouwd in de diagnostiek en behandeling van kinderen met gedragsproblemen. Een doelgroep die op gespannen voet leeft met ouders, leerkrachten en klasgenoten. Matthys stelt dat in tegenstelling tot veel symptomen van andere psychiatrische stoornissen op de kinderleeftijd de symptomen van de gedragsstoornissen niet waardevrij zijn. De ouders van kinderen met gedragsstoornissen worden er vaak op aangekeken en de kwaliteit van hun opvoeding wordt betwijfeld. Kinderen met een gedragsstoornis lopen risico op het ontwikkelen van stoornissen in het middelengebruik, maar ook op de ontwikkeling van een angst- of stemmingsstoornis. Vroege diagnostiek en behandeling is dan ook van groot belang voor het voorkomen van meer problemen. De symptomen kunnen dan immers stabiliseren, veranderen en afnemen. Matthys gaat zowel in op de theorie van oorzaak en gevolg, als op de diagnose en indicatiestelling. Met het verschijnen van de DSM-5 is het ‘DSM-interview’ niet meer actueel. Desondanks blijft zijn beschrijving van het classificerende dan wel beschrijvende diagnosticeren uiterst waardevol. Dit proces beschrijft hij in acht heldere stappen. Ten slotte zet hij de behandelingsmogelijkheden uiteen, met aandacht voor de farmacologische, gedragstherapeutische en systeemtheoretische elementen ervan. Gerrie Ham-Willemsen – orthopedagoog in opleiding tot GZ-psycholoog en cognitief gedragstherapeut Overprikkeld Praktische strategieën om de wereld van je prikkelgevoelige kind te structureren. Carolyn Dalgliesh. Hogrefe, 2014. ISBN 978 90 797 2986 9 Carolyn Dalgliesh weet uit eigen ervaring hoe het is om een prikkelgevoelig kind in huis te hebben. Dit zal ongetwijfeld mee hebben geholpen bij het schrijven van zo’n duidelijk boek. Ze beschrijft kort maar krachtig, en in zeer begrijpelijke taal de kenmerken van autisme, ADHD, een sensorische integratie stoornis, OCD, angststoornissen en het profiel van ‘een beetje van alles’. Het is een verademing om te lezen dat het etiketje er eigenlijk niet toe doet, maar wel hoe je met de verschijningsvorm bij jouw kind kunt omgaan. Het ‘prikkelwerkblad’ is een handig hulpmiddel om goed in kaart te brengen wanneer en waardoor een kind overprikkeld raakt. Dit wordt als basis gebruikt om structuur aan te brengen in het leven van je kind, waardoor er meer rust komt in het gezin. Dangliesh hanteert de regel van het ‘Gouden Gereedschap’: 1. Hoe kan ik de activiteit voor mijn kind in hapklare brokken opdelen? 2. Kan ik afleidende stimuli (extern of intern) weghalen? 3. Welke visuele hulpmiddelen kan ik ontwikkelen bij deze taak? Aan de hand van deze basis vind je in het hele boek ontzettend veel tips om direct mee aan de slag te gaan. Bijvoorbeeld: Hoe richt je de slaapkamer, de keuken, de speelruimte of de klas in? Hoe bereid je je kind voor op een feest of op een ontmoeting met onbekende mensen? Hoe bezorg je je kind (en daardoor ook jezelf en de rest van het gezin) een fijne vakantie? Ze besteedt veel aandacht aan de eigen kracht en creativiteit van het kind. Laat het kind meehelpen om een oplossing te bedenken: een goed begin om hem te laten wennen aan de nieuwe aanpak. Het boek is een bijzonder handig hulpmiddel voor ouders, maar ook leerkrachten en hulpverleners hebben na het lezen van dit boek een handvat om beter met een prikkelgevoelig kind om te gaan. Alle tips zijn duidelijk en per hoofdstuk beschreven. Hierdoor ervaar je ook als lezer hoe prettig het is als er structuur wordt geboden. Want per slot van rekening vaart iedereen wel bij structuur, duidelijkheid en enige vorm van regelmaat. Marie-Louise Magis – coach en (mindfulness) trainer
Gratis
lees meer

Verder lezen over ontwikkelingsproblematiek

Kleine ontwikkelingspsychologie Het jonge kind, de schoolleeftijden, de puberjaren. Rita Kohnstamm. Bohn Stafleu van Loghum, 2009 (3e dr.). ISBN 978 90 313 6163 2 ‘Het jonge kind’ (deel 1) beschrijft de ontwikkeling vanaf de geboorte tot aan het achtste jaar. Aan bod komen uiteenlopende thema’s zoals taalontwikkeling, zelfbesef, gewetensvorming, kinderangsten en de sociale ontwikkeling van jonge kinderen. In ‘De schoolleeftijd’ (deel 2) staan ontwikkelingsprocessen op de voorgrond als het leren op de basisschool, zelfstandig worden, de rol van de media en de omgang met klasgenoten. ‘De puberjaren’ (deel3) gaat over de ontwikkeling van kinderen van twaalf tot achttien jaar. Door recent (hersen)onderzoek zijn over deze leeftijdsfase nieuwe inzichten ontstaan. Ook thema’s als verantwoordelijkheid, idealen, zoeken naar avontuur, de rol van leeftijdsgenoten en de invloed van moderne media komen aan bod. Pervasieve ontwikkelingsstoornissen… … en de inkleuring door de levensfasen. Fop Verheij & Pieter de Nijs. Garant, 2011. ISBN 978 90 441 2772 0 Pervasieve ontwikkelingsstoornissen dringen in vele domeinen van het leven door. Niet alleen het sociale contact, maar ook de taal, de motoriek en het cognitief functioneren zijn vaak aangedaan. Doordat bij PDD (Pervasive Developmental Disorders) sprake is van een levenslange handicap, zijn de uitingsvormen en de implicaties van de aandoening in elke levensfase anders. Een kleuter, een basisschoolkind, een adolescent of een volwassene met autisme zijn in veel opzichten verschillend. Elke levensfase vergt speciale aanpassingen en vaardigheden van patiënten, ouders, docenten, begeleiders, artsen, psychologen en orthopedagogen. Dit boek wil deze mensen inspireren om vanuit een breed perspectief naar mensen met een pervasieve ontwikkelingsstoornis te kijken. Gedrag in Uitvoering Over executieve functies bij kinderen en pubers. Diana Smidts & Mariëtte Huizinga. Nieuwezijds, 2011. ISBN 978 90 571 2317 7 Om in het dagelijks leven zelfstandig en efficiënt te kunnen functioneren, moeten we ons gedrag in goede banen leiden. De vaardigheid om gedrag in goede banen te leiden, is afhankelijk van denkprocessen die executieve functies worden genoemd. Naarmate kinderen ouder worden, ontwikkelen executieve functies zich en kunnen kinderen hun gedrag beter en zelfstandiger sturen. Maar er zijn ook kinderen bij wie dat niet zo soepel verloopt. Wanneer er sprake is van problemen met executieve functies, zijn de gevolgen meestal ingrijpend. Niet alleen voor het kind zelf, maar ook voor zijn of haar omgeving. ‘Gedrag in uitvoering’ is bedoeld voor iedereen die te maken heeft met kinderen en pubers: ouders, docenten en hulpverleners. Handboeken ontwikkelingspsychologie… … en ontwikkelingspsychopathologie van kinderen. Martine Delfos. Pearson & SWP, 2009 – 2013. In ‘Ontwikkeling in vogelvlucht’ (deel 1) wordt de normale ontwikkeling beschreven. ‘Ontwikkelingspsychopathologie’ (deel 2) gaat over de afwijkende ontwikkeling. Deze twee delen vullen elkaar aan. Van groot belang voor het begrijpen van gedrag is het ontdekken van de oorsprong. Wat heeft het sterkste accent? Is dat aanleg, de invloed van de omgeving of de rijping van het centrale zenuwstelsel? Dit is het onderwerp van ‘Kinderen en gedragsproblemen’ (deel 3). Hierin wordt een uitgebreid model beschreven aan de hand waarvan we kunnen ontrafelen wat de bronnen voor het gedrag zijn. In ‘Psychologie van de adolescentie’ (deel 4) wordt de ontwikkeling van het puberbrein in de leeftijd van 12 tot 25 jaar beschreven. ADHD Plus! Comorbide stoornissen bij ADHD. Jan Buitelaar & Arga Paternotte. Lannoo Campus, 2014. ISBN 978 94 014 2117 1. Nieuw onderzoek laat zien dat ADHD vaak samen gaat met andere stoornissen. Dit maakt het stellen van de diagnose ADHD veel moeilijker en vraagt om een andere aanpak in de behandeling. In dit boek bespreken negen topdeskundigen, van verschillende Nederlandse universiteiten en GGZ-centra, welke comorbide stoornissen voorkomen bij ADHD. De laatste kennis uit de wetenschap komt voor het voetlicht en welke gevolgen dit heeft voor diagnostiek en behandeling. Aan de orde komen: leerstoornissen, autismespectrumstoornissen (ASS), gedragsstoornissen (ODD, CD), ticstoornissen, genetische stoornissen, motorische stoornissen (DCD) en verslaving. Handboek ontwikkelingspsychopathologie… … bij kinderen en jeugdigen. Jakop Rigter. Coutinho, 2013. ISBN 978 90 469 0311 7. Het ‘Handboek ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen’ biedt een uitgebreid en toegankelijk overzicht van de belangrijkste psychische stoornissen die kunnen voorkomen bij kinderen en jongeren. Vertrekkend vanuit de normale ontwikkeling geeft de auteur een overzicht van stoornissen, diagnostiek en behandeling. Hij beschrijft het ontstaan en verloop van de stoornissen met aandacht voor de laatste inzichten vanuit genetica en (neuro)psychologie, maar ook met oog voor omgevingsfactoren en preventie. Bij het bespreken van de behandelingen is ‘bewezen effectiviteit’ het uitgangspunt. Het boek sluit aan op DSM-5. Een uitstekend naslagwerk voor professionals die met kinderen werken en voor ouders die meer informatie willen over stoornissen bij kinderen.
Gratis
lees meer

Trends & Ontwikkelingen thema 'ontwikkelingsproblematiek'

Auteur: Redactie

Gedrag- en cognitieprofielen bij ASS en ADHD Behavioral and Cognitive Profiling in Autism Spectrum Disorder and Attention-Deficit/ Hyperactivity Disorder. Promotie Jolanda van der Meer. Radboud Universiteit Nijmegen, 3 september 2014. Autismespectrumstoornis (ASS) en Aandachtstekortstoornis met Hyperactiviteit (ADHD) zijn gedragsdiagnoses, die worden vastgesteld via diagnostische interviews en observaties door experts in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Zij gebruiken hiertoe de DSM als leidraad. De DSM is gebaseerd op consensus tussen experts aangaande categorieën, die moeilijk afgrensbaar zijn. Jolanda van der Meer zocht naar meer objectieve cognitieve grondslagen van ASS en ADHD. Daarvoor maakte ze gebruik van continue data, afkomstig van kinderen in de leeftijden van vijf tot zeventien jaar, uit zowel de algemene populatie als een klinische populatie. Ze ontdekte dat door te kijken naar het gehele continuüm van gedrags- en cognitieve kenmerken, relaties tussen gedrag en cognitie naar voren komen die op basis van DSM-groepsindelingen waarschijnlijk niet gedetecteerd zouden zijn. Dit pleit voor een breder perspectief in toekomstig wetenschappelijk onderzoek, waarbij wordt uitgegaan van meer objectiveerbare domeinen zoals het cognitief functioneren. Volwassenen met ADHD hebben moeite met plannen Cognitive functioning in adult ADHD: Measurement, treatment and public perception. Promotie Anselm Fürmaier. Rijksuniversiteit Groningen, 23 juli 2014.  Volwassenen met ADHD hebben beperkingen in alle cognitieve domeinen, zoals aandacht, retrospectief geheugen, prospectief geheugen en executief functioneren. Anselm Fürmaier deed hier onderzoek naar. Het blijkt dat volwassenen met ADHD problemen hebben met het plannen van taken die in de toekomst moeten worden uitgevoerd. Gedragsinterventies zouden zich daarom moeten richten op het verbeteren van organisatorische en planningsvaardigheden van patiënten met ADHD zodat hun geheugenfuncties in het dagelijks leven kunnen worden verbeterd. Empathie bij kinderen met ADHD en/of disruptieve gedragsstoornissen Stop Hurting Start Helping: Empathy in children with disruptive behavior, attentiondeficit and autism spectrum disorders. Promotie Peter Deschamps. Universiteit Utrecht, 3 juni 2014. Empathie voor het verdriet van anderen kan ervoor zorgen dat agressief en antisociaal gedrag bij kinderen afneemt. Meevoelen met anderen kan er ook toe leiden dat kinderen prosociaal gedrag vertonen zoals helpen of troosten. In dit onderzoek is gekeken of jonge kinderen van zes en zeven jaar met diverse kinder- en jeugdpsychiatrische stoornissen verschillen van kinderen zonder deze stoornissen in empathie en in prosociaal gedrag. Leerkrachten van deze kinderen met ADHD en/of disruptieve gedragsstoornissen beoordeelden hen als minder empathisch dan kinderen zonder deze stoornissen. Kinderen met disruptieve gedragsstoornissen vertoonden ook minder prosociaal gedrag tijdens een computertaak. Maar net als kinderen zonder deze stoornissen spiegelden kinderen met ADHD en/ of disruptieve gedragsstoornissen emoties van anderen. Ze leefden ook mee tijdens verhalen. En thuis beoordeelden hun ouders hen niet als minder empathisch. Het lijkt erop dat een rustige omgeving met niet te veel prikkels kinderen met ADHD en/of disruptieve gedragsstoornissen helpt om zich beter in te leven in anderen. Dat is anders bij kinderen met autisme en ernstige sociale communicatieproblemen, die problemen lijken te hebben met onder andere het herkennen en spiegelen van angst. (bron: Universiteit Utrecht) Placebo net zo goed als twee nietmedicamenteuze behandelingen bij ADHD Need, Quest & Evidence. Resting-state oscillations, neurofeedback, and working memory training in ADHD. Promotie Martine van Dongen- Boomsma. Radboud Universiteit Nijmegen, 27 maart 2014. 5 tot 10% van de schoolgaande kinderen heeft ADHD. Is de aandoening ‘voldoende ernstig’, dan wordt vanaf zes jaar veelal gekozen voor behandeling met medicijnen. In ongeveer tweederde van de gevallen helpt dat om de kernsymptomen (aandachtsproblemen, hyperactiviteit, impulsiviteit) significant te verminderen. Maar wanneer medicatie niet werkt, het kind jonger is dan zes jaar, of als medicatie niet gewenst is, zou een effectieve niet-medicamenteuze behandeling zeer welkom zijn. Martine van Dongen-Boomsma, kinder- en jeugdpsychiater bij Karakter Universitair Centrum Nijmegen, onderzocht de effectiviteit van twee populaire behandelingen: neurofeedback en werkgeheugentraining. Ze deed dat placebogecontroleerd: proefpersonen kregen dus ofwel de echte behandeling of een behandeling die op het oog het zelfde was, maar het veronderstelde werkzame element niet bevatte. Uit voor- en nametingen bleek dat zowel de echte als de placebogroep van acht- tot vijftienjarige ADHD’ers na de neurofeedbackbehandeling beter functioneerde en minder last had van aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit. Cognitieve taken werden door beide groepen na afloop ongeveer even wisselend uitgevoerd. Ook bij de werkgeheugentraining lieten beide groepen verbetering zien in gedrag en kernsymptomen. Bovendien presteerden alle kinderen na de training over het algemeen beter op cognitieve taken. Dat ook bij placebotrainingen effect werd gevonden, is een opvallend resultaat. Van Dongen-Boomsma: “Dat kan komen doordat een training hoe dan ook structuur biedt, of door de aandacht van de behandelaar, of door de verwachting beter te kunnen worden. De verbetering kan ook simpelweg een kwestie van tijd zijn geweest.” (bron: Radboud Universiteit Nijmegen) Prenatale gevoelens vaders beïnvloeden hechting met baby From Pregnancy to Parenthood: Fathers’ and mothers’ representation of their unborn infants. Promotie Charlotte Vreeswijk. Universiteit van Tilburg, 28 maart 2014. Hechting bij vaders is een weinig onderzocht terrein, maar gevoelens van zowel de vader als de moeder voor hun ongeboren kind hebben grote gevolgen voor de ontwikkeling van het kind tot volwassene. Vreeswijk maakt in haar proefschrift onderscheid tussen ouders met evenwichtige en onevenwichtige representaties. De eerste hechten veel waarde aan de relatie met het kind en hebben oog voor de emoties en belevingen van het kind. Bij onevenwichtige representaties maakt de promovenda nog onderscheid tussen ouders met een afstandelijk of een verward karakter. Afstandelijke representaties worden gekenmerkt door een koele, onverschillige houding of een sterke emotionele afstand tot het kind. Verwarde representaties worden gekenmerkt door incoherente, tegenstrijdige soms zelfs bizarre beschrijvingen van het kind. In het algemeen zijn vaders nogal onverschillig tijdens en na de zwangerschap, terwijl moeders veel meer emotioneel betrokken zijn. Vaders met weinig prenatale hechtinggevoelens hebben vaker koele representaties. Zijn er psychosociale risicofactoren in het gezin aanwezig, dan leidt dat bij moeders vaker tot verwarde en afstandelijke representaties van hun ongeboren kind. Vaders met sterke hechtgevoelens tijdens de zwangerschap blijken later evenwichtige representaties te hebben. Ze zijn ook jonger, minder angstig en depressief. Het karakter van de vader speelt eveneens mee. Vriendelijke en minder wantrouwende vaders met onevenwichtige representaties blijken door hun karakter toch in staat om hun eerdere negatieve gevoelens om te buigen. (bron: Universiteit van Tilburg) De beste leeromgeving voor kinderen met gedragsproblemen Children with emotional and behavioral disorders in special education. Promotie Regina Stoutjesdijk. Universiteit Leiden, 16 januari 2014. Regina Stoutjesdijk onderzocht de verwachting dat kinderen met emotionele en/of gedragsproblemen op speciale scholen meer vooruitgang boeken in gedrag en leerprestaties dan op een reguliere school met leerlinggebonden financiering (rugzak). Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat bij beide vormen van onderwijs de vooruitgang gelijk is. Zij vond ook dat relatieproblemen met ouders/verzorgers, zwakke leerprestaties en de leeftijd waarop voor het eerst sprake is van jeugdzorg belangrijke voorspellers zijn voor plaatsing van de kinderen op een speciale school. Problemen in het functioneren van het gezin blijken een negatieve invloed op (toekomstig) probleemgedrag in de klas te hebben. Daardoor zou de begeleiding in de klas minder effect kunnen hebben. Aan de andere kant kan agressief en/of overactief gedrag in de klas weer een negatieve invloed op het gezinsfunctioneren hebben. Stoutjesdijk vindt dat men probleemgedrag bij kinderen zou moeten beschouwen in wisselwerking met de omgeving. Dat betekent dat ook het gezin moet worden betrokken bij de begeleiding en behandeling van het kind. Ook is het noodzakelijk om meer aandacht te schenken aan de overwegend zwakke leerprestaties van de kinderen. Dan zouden kinderen met emotionele en gedragsproblemen mogelijk vaker met extra ondersteuning in het regulier onderwijs terecht kunnen. (bron: Universiteit Leiden) Mensen met dyslexie hebben meer moeite met onbewust leren Imprint of Dyslexia: Implicit Learning and the Cerebellum. Promotie Nadya Goldberg. Universiteit Utrecht, 20 maart 2014. Volwassenen met dyslexie presteren zwakker op typisch cerebellaire taken, zoals bijvoorbeeld snel kralen rijgen. Tevens zijn ze minder goed in staat zich de regels van een nieuwe taal eigen te maken. Het onbewust leren van patronen in de motorische leertaak is bij deze volwassenen ook vertraagd. Dat blijkt uit het proefschrift van Nadya Goldberg. Zij onderzocht of volwassenen even goed zijn in het (onbewust) leren van grammaticale regels in een onzintaal en reeksen in een motorische leertaak. (bron: Universiteit Utrecht) Nederlandse Vereniging voor Autisme De NVA zet zich in voor de belangen van mensen met autisme en hun naasten in alle levensfasen en op alle levensterreinen, door belangenbehartiging, door betrouwbare informatievoorziening en door lotgenotencontact in de buurt. De NVA zorgt voor begrip en herkenning en streeft ernaar dat mensen met autisme en hun naasten zichzelf kunnenzijn en optimaal tot hun recht komen. www.autisme.nl Balans Balans is de landelijke vereniging voor ouders van kinderen met ontwikkelingsstoornissen bij leren en/of gedrag, waaronder ADHD, dyslexie, het Syndroom van Asperger en PDDNOS. Balans zet zich in voor een verbetering van het leer- en leefklimaat van kinderen met ontwikkelingsstoornissen en wil hiermee de ontwikkeling van deze kinderen een optimale kans geven en bijkomende problemen zoveel mogelijk voorkomen. Informatie geven en verspreiden, belangenbehartiging en ondersteunen en bevorderen van onderling contact vormen de kernactiviteiten van deze vereniging. www.balansdigitaal.nl Impuls Vereniging Impuls zet zich in voor (jong)volwassenen met ADHD/ADD of aanverwante stoornissen die zich op de een of andere manier miskend of onbegrepen voelen, problemen ondervinden in dagelijkse dingen, maar ook voor die volwassenen die juist door hun ADHD/ADD worden gedreven hier iets mee te doen door bijvoorbeeld het geven van voorlichting of het organiseren van lotgenotencontact. www.impulsdigitaal.nl De ADF stichting De ADF stichting is een landelijke patiëntenvereniging die zich inzet voor mensen met angst- en dwangklachten. De stichting zet zich in om goede behandelingsmogelijkheden voor iedereen toegankelijk en inzichtelijk te maken, en zij verwijst desgewenst door naar een professionele hulpverlener, die veel ervaring heeft met de behandeling van angst- of dwangklachten. De stichting voorziet in informatie en een persoonlijk advies en organiseert activiteiten en cursussen. In lotgenotencontact ondersteunen deelnemers elkaar en wordt onderling veel informatie en ervaring uitgewisseld. www.adfstichting.nl De Knoop De Knoop is een stichting voor Hechtingsstoornissen/Geen-Bodem-Syndroom (GBS). De stichting heeft tot doel ondersteuning te bieden door middel van informatie, onderling contact, uitwisselen van ervaringen en themabijeenkomsten. Daarnaast streeft zij ernaar bekendheid te geven bij de hulpverlening, de media en de politiek over de problemen in de omgang met en opvoeding van deze kinderen en erkenning te krijgen voor hechtingsstoornissen/ Geen-Bodem-Syndroom bij specialisten en wetenschap. www.deknoop.org WoortBlind WoortBlind komt op voor de belangen van alle dyslectici. De vereniging geeft voorlichting via de website, het blad Woortblind en via voorlichtingsbijeenkomsten. Zij organiseert bijeenkomsten van het Netwerk Arbeid en Dyslexie en stimuleert het uitwisselen en delen van ervaringen en kennis met andere volwassenen over werk en dyslexie onder leiding van deskundigen. De vereniging ondersteunt en adviseert ouders die problemen ondervinden bij de school van hun kind en organiseert het Netwerk Jongeren met dyslexie voor jongeren tussen 18 en 25 jaar. www.woortblind.nl
Gratis
lees meer

Eenzaamheid (volledige uitgave, 16 artikelen)

INHOUD THEMA ´EENZAAMHEID´ (augustus 2014) Verkenning: Eenzaamheid raakt ons allemaal, John Stolvoort De opinie van…Prof. Dr. Nan Stevens, Christine Beenhakker Column: Ali heeft een hart, Murat Can Pioniers: Richard Bandler en John Grinder, Ron van Deth Achtergrond: Eenzaamheid als uitdaging, Jeannette Rijks PRAKTIJK Uit ‘t veld: Alles weg, Emmy Davids Caleidoscoop: Van klacht naar kracht, Aad Francissen Ondernemen: Handel in hulpverlening, Frans van der Gouw Wetenschap: Een verwerkingsmodel voor eenzaamheid, Eric Schoenmakers HELP: Innerlijke strijd ACTUEEL Achtergrond: Deelnemende professionaliteit bij eenzaamheid, Ton Jorna Issue: Mythe of realiteit?, Theo van Tilburg Achtergrond: Revolutie in liefdesland, Leona Aarsen & John Stolvoort Gelezen Verder lezen over eenzaamheid Trends & Ontwikkelingen Alleen Het liefst ben ik thuis en zorg ik voor mijn gezin, terwijl hetgeen er speelt, hoe ik me voel, nieuwe ideeën en andere perspectieven mijn revue passeren. Bezoek en sociale verplichtingen verstoren mijn overdenking. Niemand die het merkt: gastvrij zet ik koffie, bak ik cake en vraag geïnteresseerd naar het wel en wee van de ander. Uitbundig en sociaal begeef ik me onder mensen op feesten, congressen en vergaderingen. Nadien ben ik uitgeput, heb ik hoofdpijn en tijd nodig om tot mezelf te komen en mijn gedachten weer op een rij te zetten. Hoezeer ik vriendschap en interesse van anderen ook waardeer, het kost me energie en moeite om in aanwezigheid van hen te verkeren. Eigenlijk ben ik gewoon liever alleen. Anderen ervaren alleen zijn juist als onplezierig, en missen sociale contacten of een hechte band met anderen; voor hen is het zich alleen voelen verworden tot eenzaamheid. Eenzaamheid is dus geen objectief gegeven, maar een gevoel. Het is een probleem in onze samenleving dat grote aantallen mensen raakt, zo zet Theo van Tilburg in ‘Issue’ uiteen. John Stolvoort somt in de ‘Verkenning’ op onder welke omstandigheden eenzaamheid in de counsellingpraktijk de kop kan opsteken en Emmy Davids deelt ervaringen uit haar praktijk die laten zien hoe schrijnend eenzaamheid kan zijn. In de ‘Caleidoscoop’ en ‘Wetenschap’ delen Aad Francissen en Eric Schoenmakers benaderingen die de counsellor en diens cliënten behulpzaam kunnen zijn bij de bestrijding van eenzaamheid. Ton Jorna daagt ons uit om eenzaamheid te betreden daar waar die ‘huishoudt’. Door eenzaamheid existentieel te duiden kan het unieke levensverhaal ons onvermoede mogelijkheden tonen. In onze maatschappij valt of staat je populariteit bij het aantal volgers op Twitter, het aantal vrienden op Facebook, de omvang van je netwerk op LinkedIn en het aantal reacties op je blog. In deze hoogtijdagen van sociale media schieten de mogelijkheden om je leven te delen met de buitenwereld als paddenstoelen uit de grond. Enerzijds bieden voorzieningen als Facebook en Skype mensen de gelegenheid om contacten te onderhouden waar dat eerder wegens afstand of ziekte niet meer mogelijk was. Anderzijds lijken deze media juist de nadruk te leggen op datgene wat hip and happening is en het taboe op eenzaamheid voor diegenen die niet aan dit ideaalbeeld voldoen, alleen maar te versterken. Aan counsellors de uitdaging de muur rond eenzamen te helpen afbreken en hun steentje bij te dragen aan het doorbreken van het taboe op eenzaamheid.

€ 6,95

Column: Ali heeft een hart

Auteur: Murat Can

Net als de meeste migranten, heeft Ali twee gezichten. Het gezicht met de twee culturen wekt de indruk dat hij, gelijk mieren die altijd bij en met elkaar zijn, een overdreven druk sociaal leven leidt. Met dit gezicht neemt hij anderen bij de hand: sommige autochtonen, de meeste migranten, bijna alle landgenoten, regiogenoten, dorpsgenoten en natuurlijk zijn omvangrijke familie. Het lijkt alsof Ali de luxe niet heeft om alleen te zijn. Met dat andere gezicht staat Ali tussen de culturen en vindt hij juist geen aansluiting bij de genoemde groeperingen. Hij staat alleen. Je zou zeggen dat het eerste gezicht vrolijker kijkt dan het tweede, maar schijn bedriegt! Met beide maskers op voelt Ali zich alleen staan en eenzaam, met de culturen ligt die eenzaamheid opgesloten in zijn hart en tussen de culturen presenteert die eenzaamheid zich letterlijk en figuurlijk. Deze onbedoelde maar aan migratie inherente vereenzaming neemt maar toe door bewuste en onbewuste discriminatie en isolatie door autochtonen, en internationale gebeurtenissen waarbij de politiek extra olie op het vuur gooit. Hierdoor bevinden de migranten zich niet alleen in een vicieuze cirkel, maar ook in neerwaartse spiraal van vereenzaming. Zij dragen geen cultureel harnas of laagje vernis dat hen beschermt tegen gevaren en risico’s van migratie: ontworteling, ontheemding, het verlies van vertrouwde leefwerelden en een ontmanteling van sociale structuren en culturele instituties. Deze problemen treden niet alleen op bij de eerste generatie migranten, maar ook bij de nieuwe generaties, soms zelfs vaker dan bij de oudere generatie. Ali’s durven en willen geen beroep doen op anderen en zeker niet op landgenoten. Schaamte, schuldgevoel, sociale controle, angst voor roddelen, jaloezie en het gevoel een ‘mislukte migrant’ te zijn houdt hen tegen. Mocht een verblijf in het land van herkomst al soelaas bieden en gemiste kansen kunnen compenseren, dan is de oudere generatie niet in staat te gaan door ouderdom of ziekte, en de nieuwe generatie niet door onbekendheid daar, zich onbemind voelen en gebrek aan geld. Als we als individuen en als maatschappij deze ontwikkeling niet kunnen beïnvloeden, wordt eenzaamheid zijn nieuwe naam: Ali de Eenzame. Murat Can kwam eind 1986 vanuit Turkije naar Nederland voor gezinshereniging. Hij is gespecialiseerd in interculturele vraagstukken en promoveerde in 2010 op een grootschalig promotieonderzoek onder allochtonen naar de kwaliteit van leven van migranten, hun psychische klachten en hun beleving van migrant zijn. Over deze onderwerpen publiceert hij veelvuldig. www.can-holding.nl
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper