logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Trends & Ontwikkelingen

Minder zelfmoordgedachten dankzij online zelfhulp Reducing the Burden of Suicidal Thoughts Through Online Self-Help. Promotie mevrouw B.A.J. Van Spijker. 13 juni 2012. Vrije Universiteit Amsterdam. Bregje van Spijker onderzocht bij volwassenen met gedachten aan zelfmoord de effectiviteit van een zesweekse online zelfhulpinterventie. Deelnemers die de zelfhulp gebruikten piekerden na zes weken duidelijk minder dan volwassenen die op een wachtlijst stonden. Daarnaast bleek dat de cursus, die zonder begeleiding van een psycholoog werd aangeboden, relatief goedkoop is. Mensen met zelfmoordgedachten denken vaak dat ze hun problemen zelf moeten kunnen oplossen. Ze schamen zich om naar een hulpverlener te gaan of hebben hiermee eerder onprettige ervaringen gehad. In dit isolement kunnen zij de controle op kwellende gedachten aan zelfmoord verliezen waardoor ze steeds meer gaan piekeren. Omdat zij geen hulp zoeken, kunnen zij niet profiteren van eenvoudige technieken die hun denken weer in goede banen kunnen leiden. Om mensen met zelfmoordgedachten toch te  bereiken is een online zelfhulp ontwikkeld. Deelnemers krijgen in deze zesweekse cursus iedere week nieuwe oefeningen aangeboden om het piekeren over zelfmoord onder controle te krijgen. Bijvoorbeeld door dagelijks piekerkwartieren in te stellen kan worden  geprobeerd het piekeren te beperken. De online zelfhulp is niet bedoeld als vervanging voor eventuele hulpverlening door psychiater of psycholoog, maar als eerste stap in het hulpzoekproces of als aanvulling op hulp in de geestelijke gezondheidszorg. Deelnemers worden daarom aangemoedigd ook hulp te zoeken bij de GGZ of om steun te zoeken bij vrienden, familie of huisarts. De online zelfhulp is beschikbaar via www.113Online.nl, het nationale platform voor zelfmoordpreventie dat hulp en therapie biedt aan mensen die aan zelfmoord denken, maar ook aan naasten en nabestaanden. (Bron: VU Amsterdam) Een op de drie jongeren voelt zich wel eens onveilig In 2011 voelde bijna een derde van de jongeren zich wel eens onveilig. Dit is nagenoeg gelijk aan de drie jaren daarvoor. Jonge vrouwen voelden zich twee keer zo vaak onveilig als hun mannelijke leeftijdsgenoten. Iets meer dan één op de drie jongeren was slachtoffer van een delict. Jongeren uit de provincie Groningen waren hiervan het vaakst slachtoffer. Het aandeel onder jongeren van 15 tot 25 jaar, dat zich wel eens onveilig voelt, bedroeg in 2011 bijna 32%. Dat aandeel is sinds 2008 ongeveer gelijk gebleven. Bij jonge vrouwen lag het aandeel in 2011 op ruim 42%. Dat is twee keer zoveel als bij jonge mannen, van wie iets meer dan 21 zich onveilig voelde. Dit verschil is de afgelopen jaren nagenoeg constant gebleven. In 2011 was bijna 35% van de jongeren één of meer keer het slachtoffer van criminaliteit. De meeste jonge slachtoffers van een delict, bijna 22%, hadden te maken met een vermogensdelict. Dit betreft onder meer inbraak, fietsdiefstal of zakkenrollerij. Bijna 12% was slachtoffer van een geweldsdelict, waaronder seksuele delicten, mishandeling en bedreiging. Eén op de tien jongeren werd geconfronteerd met vandalisme. (Bron: CBS, Paul de Winden/Landelijke Jeugdmonitor, Onveiligheidsgevoelens en slachtofferschap: jongeren (15 tot 25 jaar)) Een moeilijke jeugd is een stressfactor voor het leven In haar oratie op 8 juni vroeg hoogleraar Stressgerelateerde psychopathologie Bernet Elzinga meer aandacht voor de effecten van een moeilijke jeugd op het ontstaan van stoornissen. Freud had een punt, al werkte hij het niet goed uit. U stelt dat de huidige psychologische behandelingen voorbij gaan aan het effect van vroege levensgebeurtenissen. Waarom is dat bezwaarlijk? “De cognitieve gedragstherapie die nu meestal wordt ingezet om klachten te behandelen, is gericht op het hier en nu. Psychologen proberen de mechanismen te veranderen die klachten in stand houden, en zijn minder bezig om de ontstaansgeschiedenis ervan in kaart te brengen. Maar de manier waarop volwassenen naar zichzelf en anderen kijken, wordt sterk gekleurd door de ervaringen uit de eerste levensjaren. Daar is veel onderzoeksliteratuur over – denk bijvoorbeeld aan de negatieve effecten van onveilige gehechtheid – maar die wetenschap speelt geen rol in deze behandeling.” Om welke levensgebeurtenissen gaat het dan? “Om fysieke en seksuele mishandeling, maar ook om emotionele verwaarlozing. Dan gaat het om ouders die onvoldoende aandacht hebben voor hun kind, en het stelselmatig emotioneel aan zijn lot overlaten. Het is voor een kind belangrijk dat het zich gezien en begrepen voelt, met name ook als het verdrietig is, gepest wordt, of iets ingrijpends als een aanranding meemaakt. Wanneer ouders daar niet goed op reageren, kan iemand van dit gebrek aan steun later meer last hebben dan van zo’n gebeurtenis zelf.” Moeten psychologen nu à la Freud mensen weer op de divan leggen? “Freud had goed gezien dat vroege jeugdervaringen doorwerken in het latere leven, maar zijn ideeën over castratieangst en penisnijd moeten we zeker niet oprakelen. We weten nu dat ingrijpende levensgebeurtenissen ervoor kunnen zorgen dat iemands stresssysteem verkeerd kan worden afgesteld, en daar kun je je leven lang last van hebben. Met behulp van fMRI kunnen we dat ook in de hersenen zien: de emotiekernen van deze mensen zijn hypergevoelig, en hun prefrontale cortex – die betrokken is bij besluitvorming en het onderdrukken van impulsen – functioneert slechter dan die van niet-mishandelde mensen. Dit kan deels verklaren waarom mensen depressie- en angstklachten ontwikkelen.” Niet iedereen die een rotjeugd heeft gehad, ontwikkelt psychische klachten. “Daarom is het belangrijk om ook factoren op te sporen die de veerkracht van mensen bepalen. Uit gegevens van NESDA (de grootschalige Nederlandse Studie naar Depressie en Angst) blijkt dat eenvijfde van de deelnemers ooit is mishandeld als kind, maar geen psychische klachten heeft. Het zou mooi zijn als we ook die beschermende factoren in kaart kunnen brengen. Op den duur moeten we ervoor zorgen dat mensen geen standaard behandelprotocol meer krijgen, zoals nu gebeurt, maar een behandeling op maat waarbij rekening wordt gehouden met de voorgeschiedenis en het hypergevoelige stresssysteem. Hopelijk kunnen we op deze manier mensen beter behandelen, want ongeveer de helft van de mensen met depressie- en angstklachten wordt met de huidige behandeling niet beter.” (Bron: Universiteit Leiden, Malou van Hintum) Mijndoelenstellen.nl het leven Om gedragsverandering te kunnen bewerkstelligen, is het nodig dat er sprake is van motivatie tot gedragsverandering en inzicht in wat men belangrijk vindt. Hulpverleners hebben echter wel eens te maken met hulpvragers die weliswaar beseffen dat er sprake is van een probleem, maar nog niet (voldoende) gemotiveerd zijn tot verandering en/of inzicht hebben in de doelen die ze willen bereiken. Voor deze doelgroep is het soms lastig om een doel te formuleren. De hulpvrager weet wel ongeveer wat hij of zij wil bereiken, maar kan er de woorden niet goed aan geven of heeft moeite met het concretiseren van een doel. www.Mijndoelenstellen.nl is een hulpmiddel om aan te geven wat de hulpvrager belangrijk vindt. In enkele minuten is er een overzicht dat hij of zij aan zichzelf kan mailen. Tevens kan de lijst direct aan een hulpverlener gemaild worden. De hulpverlener kan de lijst als input voor een volgend gesprek gebruiken. Iedereen kan gratis gebruik maken van de website. Er zijn verschillende  doelenkaarten voor verschillende doelgroepen. Sommige doelenkaarten zijn voor een specifieke training ontwikkeld, zoals die voor de online faalangsttraining van het schoolmaatschappelijk werk van Kwadraad en voor de cursus ‘vrienden’ van de jeugdreclassering in Noord-Limburg. Bij Kwadraad is het middel opgenomen in het Online Dossier dat steeds meer cliënten gebruiken (Bron: E-hulp, Mijn doelen Stellen) Tijd tussen ontstaan van een psychische aandoening en eerste zorgcontact Resultaten van de ‘Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-2’ (NEMESIS-2).  Mevrouw M. Ten Have, mevrouw S. Van Dorsselaer en de heer R. De Graaf. Trimbos-instituut Utrecht. Dit rapport gaat over het zoeken van hulp bij psychische aandoeningen. Het geeft antwoord op vragen als: in hoeverre zoeken mensen met een psychische aandoening hulp voor hun specifieke problemen? En als zij dit doen: hoeveel tijd verstrijkt er dan gemiddeld tussen het ontstaan van de psychische aandoening en het eerste zorgcontact daarvoor? Welke bevolkingsgroepen zoeken na het ontstaan van een psychische aandoening minder vaak en minder snel hulp? In hoeverre ervaren mensen baat bij de hulp voor hun  psychische aandoening en hoeveel tijd is dat na het eerste zorgcontact? Voor beantwoording van deze en andere vragen is gebruik gemaakt van gegevens van de ‘Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-2’ (NEMESIS-2), een representatief onderzoek onder volwassenen van 18-64 jaar in de algemene bevolking. (Bron: Trimbos-instituut) Dit rapport kunt u gratis downloaden via de website van het Trimbos-instituut, www.trimbos.nl
Gratis
lees meer

Gelezen en verder lezen over trauma

Het belaagde zelf Het belaagde zelf: Structurele dissociatie en de behandeling van chronische traumatisering.  Onno van der Hart, Ellert Nijenhuis & Kathy Steele. Boom, 2010. ISBN 978 94 610 5123 3 Een gedegen en troostrijk boek, gebaseerd op zeventig bijeengebrachte ervaringsjaren werken met chronisch getraumatiseerde mensen, wetenschappelijk onderzoek, uitvoerige literatuurstudies en reflecties daarop. Een troostrijk boek, omdat erkenning voor de ernstige impact die chronische traumatisering op het leven van mensen heeft, hand in hand gaat met een uitvoerig theoretisch onderbouwd en praktisch beschreven behandelplan, gebaseerd op de verschillende fases die patiënten bij het aangaan van therapie op basis van dit plan doorlopen. Bij veel patiënten blijkt het behandelingsmodel effectief te werken, ook voor diegenen die voorheen de diagnose onbehandelbaar kregen, of die uitsluitend met medicamenten behandeld werden. De kwaliteit van leven is bij chronisch getraumatiseerde mensen ernstig geschaad, maar kan door zorgvuldig afgestemde behandeling ook weer toenemen. De schrijvers van het boek baseren hun begripsomschrijving en handelingspsychologie op die van Pierre Janet (1859-1947), een vernieuwend denker en belangrijke grondlegger van de moderne psychiatrie. Structurele dissociatie van de persoonlijkheid is volgens Janet de kern van psychisch trauma en wordt omschreven als een specifieke organisatievorm waarbinnen zich verschillende psychobiologische subsystemen van de persoonlijkheid bevinden. Deze zijn te sterk van elkaar afgesloten en buitengewoon rigide, waardoor een tekort aan cohesie en coördinatie in de gehele persoonlijkheid ontstaat. Dissociatie wordt hierin niet gezien als een symptoom, maar als een onderliggend organisatieprincipe, wat belangrijk is voor de behandeling. In het eerste deel van het boek worden de trauma  gerelateerde symptomen gedetailleerd beschreven. Deel twee maakt duidelijk welke niet-effectieve handelingen en gedachten door de patiënten herhaald worden en welke efficiëntere handelingen en gedachten nodig zijn om het trauma te kunnen verwerken met behulp van het op deze inzichten gebaseerde behandelingsmodel, beschreven in deel drie. Het model bevat drie langzaam in elkaar overgaande fasen van behandeling. Belangrijk is de behandeling te starten met het versterken van die delen van de persoonlijkheid, die het dagelijks leven in stand houden, en met het verminderen van de symptomen. De persoonlijkheid moet over voldoende mentaal vermogen en mentale efficiëntie beschikken om met de traumatische herinneringen aan het werk te gaan om alvorens de derde niet te onderschatten fase van re-integratie en rehabilitatie van de persoonlijkheid in te gaan. Het is zwaar om na de integratie van herinneringen een gewoon leven te leren leiden, te rouwen om een verloren jeugd en zin te geven aan de persoonlijke geschiedenis. De schrijvers beschrijven de therapie als leerschool voor zowel de patiënt als de therapeut! Beiden hebben durf en uithoudingsvermogen nodig om de behandeling te voltooien. Dit boek is vooral geschreven voor clinici, maar geeft psychiaters, psychologen en andere hulpverleners in opleiding  waardevolle inzichten en handvatten. Dit geldt ook voor therapeuten die werken met eenmalig getraumatiseerden en voor hen die werken met mensen die op volwassen leeftijd getraumatiseerd zijn. Wetenschappers kunnen op de bijeengebrachte en ontwikkelde theorieën voortborduren. Voor counsellors en coaches zou het prettig zijn als een vertaalslag naar de voor hen bruikbare praktijk gemaakt zou kunnen worden. Een kenmerk van getraumatiseerde mensen is om zich vooral zo gewoon mogelijk te gedragen. De dissociatieve verschijnselen zijn dan ook juist een beschermingsmechanisme tegen het moeten ervaren van te overweldigende traumatische ervaringen, terwijl er tegelijkertijd een groot onderdrukt verlangen kan leven om wel te delen. Verschillende kanten van de persoonlijkheid kunnen tegenstrijdige belangen hebben. Dit stelt hoge eisen aan het diagnostisch vermogen, het inlevingsvermogen, de creativiteit en de zelfkennis van de therapeut. Counsellors en coaches zijn geen psychotherapeuten en moeten hun grenzen kennen, zeker als zij werken met de narratieve biografische methode. Zij kunnen parallel aan therapeutische behandeling wel een ondersteunende rol spelen bij het effectief vorm leren geven van het dagelijks leven van cliënten, en bij het trainen van de daarvoor noodzakelijke vaardigheden. Maria Pinxter – coach en trainer Ik ben er kapot van Ik ben er kapot van: Over psychotrauma en de verwerking van schokkende gebeurtenissen. Carlo Mittendorff & Ellen Muller. Boom, 2010 (8e druk). ISBN 978 90 535 2308 7 De kracht van dit boek ligt in zijn eenvoud (in ‘gewoon’ Nederlands) en beknoptheid (71 pagina’s). De auteurs zijn erin geslaagd een helder en begrijpelijk boek te schrijven over een zo complex en aangrijpend thema als psychotrauma. Hierdoor is het boek toegankelijk voor een breed publiek. Ik denk dat het boek primair geschikt is voor mensen die meer willen weten over psychotrauma, of dat nu slachtoffers zijn, partners van slachtoffers, counsellors, huisartsen of beginnende hulpverleners. Het boek gaat niet heel diep in op de verschillende facetten van trauma; daarom lijkt het me minder geschikt voor ervaren hulpverleners (psychologen, therapeuten). In ‘Ik ben er kapot van’ besteden de auteurs systematisch aandacht aan de definitie van psychotrauma, de mogelijke oorzaken, de gevolgen en de verwerking ervan, evenals behulpzame en belemmerende manieren om ermee om te gaan. Er is sprake van trauma wanneer iemand geconfronteerd wordt met een (vaak eenmalige) heftige, levensbedreigende gebeurtenis, waarbij heftige gevoelens van verbijstering, machteloosheid en afschuw spelen, én de persoon blijvende negatieve gevolgen ondervindt van deze gebeurtenis. Als voorbeelden van schokkende gebeurtenissen worden situaties genoemd waarbij iemand geconfronteerd of bedreigd wordt met de dood: geweldsmisdrijven, ongelukken, rampen, oorlog, vervolging, terrorisme, plotseling overlijden en levensbedreigende ziektes. Een van de kenmerken van het verwerkingsproces van trauma is namelijk dat de stressreacties binnen een week tot drie maanden verdwijnen, daarna is er sprake van een stoornis in de verwerking. Ik vraag me af of dit geldt voor rouw na het plotseling overlijden van een dierbare of voor rouw om (de eigen of andermans) gezondheid als er sprake is van een levensbedreigende ziekte. Rouw is een veel langer (zo niet levenslang) proces. Mogelijk vinden lezers in rouw niet de herkenning en de antwoorden in dit boek, waaraan ze wél behoefte hebben. De auteurs benoemen helder het verloop van het proces na een aangrijpende gebeurtenis. Treffend wordt beschreven hoe een schokkende gebeurtenis de belangrijkste menselijke illusies teniet doet: onkwetsbaarheid (‘mij overkomt dat niet’), veiligheid (‘ik ben veilig in mijn eigen huis’), voorspelbaarheid (‘als ik ’s morgens naar mijn werk ga, kom ik vanavond gezond en wel weer naar huis’), rechtvaardigheid (‘wie goed doet, goed ontmoet’) en de gedachte dat het leven altijd zinvol is. De opsomming van verwerkingsvragen en stressreacties zal bij getraumatiseerde lezers tot veel herkenning leiden; vragen als ‘wat is er eigenlijk gebeurd’, ‘hoe heeft mij dat kunnen gebeuren’, ‘waarom heb ik zo gereageerd’ en ‘waarom heeft niemand mij geholpen’, horen bij het natuurlijke verwerkingsproces van trauma. Het hoofdstuk over het bevorderen van verwerking biedt concrete tips hoe dit te doen: praten met anderen, schrijven, tekenen, schilderen. Tevens worden belemmerende reacties benoemd die het proces verstoren, zoals de neiging om er niet over de praten, de emoties weg te stoppen of te vluchten naar verdovende en verslavende middelen. De signalen van verwerkingsstoornissen en het beschrijven van de mogelijke behandeling heeft als doel om de getraumatiseerde lezer uit te nodigen om hulp te zoeken. Ik mis hier de aandacht voor stoornissen die mogelijk het gevolg zijn van een trauma, zoals een depressie, somatisatie, conversie-, paniek- of angststoornissen. In de beschrijving van de behandeling van verstoorde verwerking mis ik de cognitieve gedragstherapie, die volgens mij toch thuishoort in het rijtje van bewezen effectieve kortdurende therapieën. Kortom: ‘Ik ben er kapot van’ is een praktisch boekje om snel inzicht te krijgen in de belangrijkste aspecten van psychotrauma en de verwerking ervan. Leona Aarsen – hoopverlener en zingever Principles of Trauma Therapy A Guide to Symptoms, Evaluation, and Treatment John Briere & Catherine Scott Sage, 2006 ISBN 978 07 619 2920 8 (Engelstalig boek) ‘Principles of Trauma Therapy’ provides a creative synthesis of cognitive-behavioral, relational/psychodynamic, and psychopharmacologic approaches to the ‘real world’ treatment of acute and chronic posttraumatic states. Grounded in empirically-supported trauma treatment techniques, and adapted to the complexities of actual clinical practice, it is a hands-on resource for both front-line clinicians in public mental health and those in private practice. Trauma-related disturbance can be complex, requiring careful assessment and multimodal, symptom-focused treatment. This book describes assessment approaches and specific interventions not  only for the cognitive and emotional processing of trauma memories, but also for the treatment of problems related to affect dysregulation, identity/self-disturbance, cognitive distortions, negative relational schema, and avoidance responses such as substance abuse, dissociation, and tension-reduction behavior. Handboek EMDR Een geprotocolleerde behandelmethode voor de gevolgen van psychotrauma Ad de Jongh & Erik ten Broeke Pearson, 2011 ISBN 978 90 265 2242 0 Mensen die worden geconfronteerd met afschuwelijke gebeurtenissen kunnen daar blijvende klachten aan overhouden. Wanneer de klachten ernstig en blijvend zijn, kan er sprake zijn van een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR), is een geprotocolleerde behandeling voor de gevolgen van psychotrauma, waaronder PTSS. Bij de behandeling wordt gebruikgemaakt van afleidende stimuli, zoals het uitlokken van oogbewegingen of het moeten luisteren naar speciale repeterende toontjes, terwijl de cliënt de aandacht richt op hetgeen zich tijdens het verwerkingsproces aan het bewustzijn opdringt. Het ‘Handboek EMDR’ is een leerboek voor de clinicus die zich wil bekwamen in de toepassing van EMDR en gaat uitvoerig in op de indicatiestelling voor EMDR en vooral op alle stappen van het EMDR-basisprotocol, aangevuld en geïllustreerd met veel praktijkvoorbeelden. Trauma Counseling Theories and Interventions Lisa Lopez Levers Springer, 2012 ISBN 978 08 261 0683 4 (Engelstalig boek) ‘Trauma Counseling’ is a comprehensive, multidisciplinary guide to the theory and treatment of survivors of a broad spectrum of traumatic events. The book discusses evidence-based trauma assessment and intervention techniques and integrates the latest findings from neuropsychology and psychopharmacology. It focuses on issues of loss and grief, survivorship and disability, genocide, natural disasters, the impact of war on civilians and veterans, and the distinct effects of trauma in early childhood, childhood, and adolescence. Also addressed are ethical perspectives and methods of self-care for counselors who work with this population. The text will be of value to graduate counseling students and professional counselors as well as social workers, psychologists, psychiatric nurses, and other human service providers, who will be able to attend to trauma survivors with a depth of knowledge and confidence. The contents of ‘Trauma Counseling’ not only fulfill but exceed the requirements of The Council of Accreditation and Counseling and Related Educational Program (CACREP) standards. Behandeling van trauma bij kinderen en adolescenten Met de methode Traumagerichte Cognitieve Gedragstherapie Judith A. Cohen, Anthony P. Mannarino & Esther Deblinger Bohn Stafleu van Loghum, 2008 ISBN 978 90 313 5068 1 Hoewel kinderen die een traumatische gebeurtenis meemaken soms de nodige veerkracht hebben, krijgen veel andere kinderen symptomen die een diepgaande en langdurige invloed hebben op hun dagelijks functioneren, hun gezondheid en hun veiligheid. Deze publicatie presenteert voor deze kwetsbare groep jongeren en hun gezinnen een systematische behandelaanpak die geworteld is in de cognitieve gedragstherapie. Er wordt een concrete leidraad geboden om op verschillende soorten traumatische gebeurtenissen te reageren, waarbij een apart deel is gewijd aan rouwgerichte modules voor mensen die een traumatisch verlies hebben geleden. Deze methode is door vooraanstaande clinici-onderzoekers ontwikkeld en wordt in de Verenigde Staten erkend als een voorbeeldig evidencebased behandelprogramma. Gehechtheid en trauma Diagnostiek en behandeling voor de professional Rien van IJzerdoorn & Marian Bakermans-Kranenburg Hogrefe, 2011 ISBN 978 90 797 2925 8 Veilige gehechtheid is van cruciaal belang voor een evenwichtige ontwikkeling van kinderen. Helaas blijkt uit studies dat ongeveer een vijfde van de kinderen gedesorganiseerd gehecht is. In ‘Gehechtheid en trauma’ beschrijven de auteurs diagnostiek en behandeling van verstoringen in gehechtheidsrelaties – veroorzaakt door traumatiserende situaties als verwaarlozing en mishandeling. ‘Gehechtheid en trauma’ is een uitgave in de serie ‘Diagnostiek en behandeling voor de professional’, die (klinisch) psychologen, psychiaters en therapeuten voorziet van praktische, evidence-based  informatie over de diagnose en behandeling van uiteenlopende stoornissen. Elk deel volgt dezelfde logische, gebruiksvriendelijke en overzichtelijke structuur. Tabellen, kaders met klinische casussen  en koppen in de kantlijn maken de informatie snel vindbaar, terwijl checklists, handige bijlagen, en samenvattingen de informatie direct bruikbaar maken. Trauma and Recovery The Aftermath of Violence – from Domestic Abuse to Political Terror Judith Herman Basic Books, 1997 (14th ed.) ISBN 978 04 650 8730 3 (Engelstalig boek) ‘Trauma and Recovery’ brings a new level of understanding to a set of problems usually considered individually. Herman draws on her own cutting-edge research in domestic violence as well as on the vast literature of combat veterans and victims of political terror, to show the parallels between private terrors such as rape and public traumas such as terrorism. The book puts individual experience in a broader political frame, arguing that psychological trauma can be understood only in a social context. Meticulously documented and frequently using the victims own words as well as those from classic literary works and prison diaries, ‘Trauma and Recovery’ is a powerful work that will continue to profoundly impact our thinking.
Gratis
lees meer

Column: De wanhoopsdaad van een asielzoeker

Auteur: Paul de Blot

In de krant van twaalf april las ik het artikel van een asielzoeker uit Burundi, die met zijn zoon en (geadopteerde) dochter het land moest verlaten en toen de hand aan zichzelf sloeg. Een dramatisch voorbeeld dat ons wijst op het contrast tussen het hart van een asielzoekende ouder en het verstand van de politiek. Het ligt voor de hand dat we in Nederland een beperkte mogelijkheid hebben om vluchtelingen op te vangen. Aan de andere kant bestaat het asielbeleid vaak uit vastgeroeste, bureaucratische procedures. Een beslissing die jarenlang op zich laat wachten, houdt te weinig rekening met het lot en de ontwikkeling van kinderen. In het asielbeleid houdt men doorgaans weinig rekening met de diepgaande invloed van een oorlogstrauma, zoals we zien in het drama van de man uit Burundi die zichzelf van het leven berooft. Pas vijf jaar na zijn asielverzoek krijgt hij te horen dat hij terug moet naar Burundi. De moeder van zijn dochter is in de bloedige strijd tussen de Hutu’s en Tutsi’s gedood; een traumatisch gebeurtenis die diep in zijn hart gegrift blijft. Na vijf jaar rust moet hij nu met zijn kinderen terug naar het land waar hij en zijn kinderen hun trauma hebben opgelopen. Hij ziet in zijn wanhoop geen andere mogelijkheid dan zelfdoding in de hoop dat zijn kinderen mogen blijven. De tragedie die zich innerlijk in de man afspeelt, kan niemand begrijpen. Een oorlogstrauma kan iemand heel diep raken. Ik maak nu nog mee dat de derde generatie van mensen met een diep oorlogstrauma uit de periode van de Tweede Wereldoorlog of de ‘Politionele Acties’ er nog onder lijdt. Dat zien we ook bij veteranen die aan vredesacties hebben deelgenomen en daar vaak diepe traumatische ervaringen hebben opgedaan. Ik weet uit eigen ervaring, na vijf jaar concentratiekamp en vijftien jaar werken in concentratiekampen, hoe diep een oorlogservaring je kan ontredderen. Het asielbeleid zou ook met deze trauma’s rekening moeten houden, met name als er kinderen bij betrokken zijn. Het blijkt dat met een goede opvang veel kan worden bereikt. Ik ken situaties waar asielzoekers door de medebewoners met liefde worden opgevangen, Nederlands leren en zich thuis kunnen voelen. Het is een maatschappelijke taak waar ieder op een eigen manier aan kan werken, door meer aandacht te schenken aan vreemdelingen. Het zijn ook mensen als ieder ander, vaak zwaar gewond door een oorlogstrauma. Ze hongeren naar begrip, maar kunnen dit door hun gebrekkige kennis van het Nederlands niet goed uiten. Gelukkig loopt de integratie op veel plaatsen redelijk goed, maar het blijft belangrijk om hier voortdurend aandacht aan te besteden. Nederland is van oorsprong een christelijk land en in elk geval een land dat de mensenrechten ondersteunt. Dat vraagt van ons, dat we ook in onze maatschappelijke verantwoordelijkheid voor vreemdelingen een menselijk gelaat tonen. Deze column verscheen op 19 april 2012 op De Blot’s weblog over business spiritualiteit: www.pauldeblot.nl
Gratis
lees meer

Omgaan met ziekte (volledige uitgave, 17 artikelen)

  INHOUD THEMA 'OMGAAN MET ZIEKTE' (mei 2012) Het belang van de ‘duur’ in de omgang met ziekte, Gerard Wijers Obesitas: een kwestie van vasthouden of loslaten? Matinique Walraven Carien Karsten over het ontdekken van de eigen grens, Burn-out als confrontatie, Christine Beenhakker Een plek voor zingeving, moed en innerlijke kracht, Het licht van Tabor, John Stolvoort De ontdekker van wat écht werkt, Saul Rosenzweig, Ron van Deth PRAKTIJK De huisarts als counsellor, David Bentz van den Berg Relaties nieuwe betekenis geven bij chronisch ziek zijn, Anke de Jong Help, Kinderwens Pijn als trigger voor lichaam en geest, Frans van der Gouw Vol verwachting klopt ons hart… Of toch niet? De DSM-5, Ron van Deth ACTUEEL Patiëntenrollen, Taal en Transactionele Analyse, Ria Eijck & Cosima Kliebenstein Een pleidooi voor complementaire zorg, Arnold Vermeulen Runningtherapie als bewegingsinterventie bij stressgerelateerde klachten, Audrey de Jong Verenigingsnieuws Gelezen Verder lezen over ziekte Trends & ontwikkelingen Vooraankondiging VOORWOORD Pijn Het leven doet soms pijn, dat leren we al vroeg. Als je van je fiets valt, krijg je een kusje van mama op de zere plek. Een pleister erop, klaar. Was het altijd maar zo simpel! Het leven zit vol met pijnlijke ervaringen, waarin we worden econfronteerd met onze eigen kwetsuren, soms zelfs zo, dat het bijna ondraaglijk wordt. Dan wordt het echt pijn lijden. In mijn counsellingpraktijk kom ik pijn tegen in alle vormen – van kleinere kwetsuren en pijntjes tot heftige, existentiële pijn. Pijn, omdat je niet meer weet hoe je verder moet leven, geen uitweg meer ziet. Of pijn die je zó confronteert met jezelf, dat je het anders wilt, maar niet weet hoe. Onze natuurlijke reactie is dan ook: pijn vermijden. We willen er niet aan, we willen het graag ‘weg hebben’. Dus we doen er alles aan om dat voor elkaar te krijgen. We bedekken onze pijnpunten met ‘pleisters’ en denken dan dat de pijn vanzelf wel overgaat. Maar diep gewortelde pijn slaat vaak een wond van binnen. Die geneest niet vanzelf, die geneest alleen als je de wond aan de lucht blootstelt. Dan kan het vuil eruit en heelt de wond. Veel mensen in mijn praktijk zijn vastgelopen in hun werk vanwege een burn-out. Sommigen zelfs al voor de tweede of derde keer. Ze lopen steeds weer tegen diezelfde muur op, met als gevolg een flinke pijnlijke plek. Het zijn vaak hardnekkige kwetsuren gebaseerd op diepliggende overtuigingen, die roepen om genezing, om een andere kijk op het leven. Juist het tegen deze pijnlijke grenzen aanlopen, biedt kansen voor transformatie. Een van mijn cliënten zei: “Het lijkt wel een vorm van zelfkastijding. Ik weet dat het niet goed voor mij is, maar toch doe ik het steeds weer op dezelfde manier. Ik zie gewoon geen uitweg, ik weet niet hoe ik het anders moet doen”. En dat is precies wat wij als counsellors kunnen: mensen met compassie een ander perspectief bieden, zodat zij hun eigen wonden kunnen laten helen. In het interview dat ik met haar had, vertelt burn-outdeskundige Carien Karsten over haar eigen pijnlijke proces. Zij heeft een aantal boeken over dit thema geschreven om haar inzicht, kennis en ervaring door te geven aan anderen. We kennen het ook in onze taal: groeipijnen. Kinderen hebben er al jong mee te maken, maar ook als volwassenen kunnen wij deze groeipijn nog voelen. Pijn en ziekte zijn kansen voor transformatie, om van je eigen pijnlijke momenten te leren, zodat je weer verder kunt. Kahlil Gibran zegt het zo: “Je pijn is het breken van je schaal die je inzicht omsluit. Zoals de steen van de vrucht breken moet, opdat haar hart in de zon moge staan, zo moet jij pijn kennen.” De pijn accepteren, in de ogen zien, en de leerervaring ontdekken die in de pijn verscholen zit. Geboortepijn voor een nieuw leven en groei. Is dat niet prachtig? Christine Beenhakker, hoofdredacteur Reageren? redactie@counsellingmagazine.nl

€ 6,95

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper