logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

EXAMENS 2015-02 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2015-02 mei 2015 Hoge beoordelaarsovereenstemming bij centrale examens muziek Herjan Denissen en Peter Schoenmaker Voordelen en uitdagingen voor toetsing in computersimulaties Sebastiaan de Klerk, Pieter van Dijk en Liesbeth van den Berg Koninklijke Marechaussee ervaart inschaling in NLQF als forse steun in de rug Patricia Defesche Tussentijds formatief toetsen in het hbo 24 Regula van Graas-Hofman Uit de praktijk - Fraude in beeld: de werkwijze van georganiseerde fraudeurs Annie Kempers-Warmerdam Examens in bedrijf - Cinop: maakt werk van leren Ad de Jongh en Annemarie de Knecht-van Eekelen Redactioneel In memoriam Terecht of niet...? Gastcolumn NVE Gezien en gelezen Literatuur Agenda Een nieuwe lente en een nieuw geluid Dit was de eerste gedachte die bij mij opkwam toen ik begon aan mijn eerste Redactioneel van EXAMENS, tijdschrift voor de toetspraktijk. Alle zaken die je voor de eerste keer doet zijn uitdagend en spannend. Zo ook een eerste Redactioneel. Door de jarenlange ervaring in de redactie van EXAMENS heb ik al vele Redactioneels gelezen en mogen beoordelen. En dan ben je zelf aan de beurt, als opvolger van Annemarie de Knecht-van Eekelen die in de afgelopen zeven jaar de nodige Redactioneels heeft geschreven. Je wilt je voorganger niet kopiëren. Je gaat op zoek naar een eigen vorm. In eerste instantie denk je bij het schrijven van een Redactioneel: ‘Ik ga aankondigen wat de lezer in dit nummer kan lezen’. Maar dat is niet de traditie van het redactioneel in EXAMENS. En aangezien ik meer dan gewone belangstelling heb voor de geschiedenis in zijn vele facetten wil ik een traditie niet doorbreken, maar gewoon voortzetten. Het Redactioneel wordt gekenmerkt door een persoonlijke kleuring. Je leest iets over examinering wat je aandacht trekt, waar je het van harte mee eens bent of waarvan je gruwt. Je hebt in je Redactioneel de mogelijkheid om daar dan aandacht aan te schenken. Je wilt misschien wat invloed uitoefenen op de examenpraktijk. Je hebt je daar niet voor niets jarenlang druk om gemaakt in je baan. En nu je de rol van eindredacteur van EXAMENS hebt gekregen wil je je bijdrage aan het verhogen van de kwaliteit van de examenprocessen nog verder vergroten. Wellicht dat je persoonlijke inkleuring examenfunctionarissen op ideeën kan brengen om de examenkwaliteit waaraan zij dagelijks werken te vergroten. Dat zou toch een geweldige bijdrage aan de evolutie van examenprocessen kunnen zijn. Deze eerste keer mag u als lezer van EXAMENS nog geen uitgesproken opvattingen van mij verwachten over kwaliteit van examens en alles wat daar mee samen hangt. Zo’n eerste keer wil ik me alleen introduceren en blijk geven van mijn betrokkenheid bij het tijdschrift en bij de examenproblematiek. Zeven jaar maak ik ondertussen deel uit van de redactie. In al die jaren heb ik veel artikelen zien langs komen. En ik heb geconstateerd dat EXAMENS leeft. Het aantal artikelen dat spontaan aangeboden wordt stijgt. Moesten we de eerste jaren dat ik deel uitmaakte van de redactie nog wel eens extra acties ondernemen om voldoende kopij te krijgen nu is vrijwel het tegengestelde van toepassing. Samen met alle leden van de redactie en de uitgever werk ik met veel plezier aan het uitbrengen van een hoogstaand tijdschrift, dat niet alleen theoretische artikelen publiceert, maar ook praktijkartikelen. We heten tenslotte niet voor niets ‘tijdschrift voor de toetspraktijk’. Die praktijkinslag zal ook in de komende tijd van groot belang blijven. Ik heb een pragmatische inslag: je moet er natuurlijk wel iets aan hebben. EXAMENS moet betekenis hebben voor al die functionarissen die regelmatig met examens bezig zijn. En dat blijft de missie voor ons tijdschrift. Drs. A. J.C.M. de Jongh is eindredacteur van EXAMENS. 

€ 6,95

EXAMENS 2015-01 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2015-01 februari 2015 Leerwinst en toegevoegde waarde Ib Waterreus en Regina Stoutjesdijk In dialoog over de kosten van examinering Marleen van de Wiel en Paula Willemse Een gezamenlijke itembank van de SPH-opleidingen Maaike van den Herik en Dineke Behrend Het niveau van reflecteren in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo Rosa van de Veen en Hanneke Knoop-van Nuland Uit de praktijk - Surveilleren: onderschat, maar fundamenteel noodzakelijk Annie Kempers-Warmerdam Examens in bedrijf - Bureau voor Toetsconsultancy Ad de Jongh en Alex van de Kerkhof Redactioneel Gastcolumn Terecht of niet...? Verenigingsnieuws NVE Gezien en gelezen Literatuur Agenda We doen wat we kunnen. Toen ik half december het bericht las dat minister Bussemaker nieuw beleid inzet opdat jongeren ‘die moeite hebben met het mbo’, toch een diploma kunnen behalen, dacht ik, ja, we moeten doen wat we kunnen. In een gevoelig betoog gaat de minister in op kwetsbare jongeren die ‘tussen wal en schip raken’ en die ‘tussen instellingen heen en weer worden geschoven’. De harde werkelijkheid is immers dat zo’n 30.000 jongeren per jaar er niet in slagen het mbo-2 niveau te halen, zonder diploma het onderwijs verlaten en geen kansen hebben op betaald werk. Uit andere bronnen weten we dat er in Nederland ongeveer 1,3 miljoen mensen tussen 16 en 65 jaar laaggeletterd zijn en dat één op de acht Nederlanders zwakbegaafd is, wat iets anders is dan laaggeletterd. Zijn die 30.000 jongeren zwakbegaafd? Dat lijkt niet zo waarschijnlijk, want volgens de minister hebben ze ‘veel in hun mars’ en ze zijn toch door het vmbo gekomen. Nu gaat ook het vmbo op de schop, het moet worden versterkt, er komen tien beroepsgerichte profielen, het vmbo moet beter aansluiten op het mbo. Doorlopende leerlijnen van vmbo naar mbo moeten bijdragen aan een beter eindresultaat, een diploma. Op het mbo krijgen de kwetsbare leerlingen nu dus ook nog de mogelijkheid om een ‘vakdiploma’ te behalen. Met ‘vak’ wordt hier een beroep bedoeld. Ik vraag me af langs welke meetlat deze vakdiploma’s worden gelegd. Het zijn natuurlijk geen echte diploma’s, al worden ze zo genoemd, het zijn meer bewijzen van een bepaalde vakbekwaamheid. We zitten niet te wachten op diploma’s waarvan de lat zo laag ligt dat iedereen er over heen kan. Wat is dan nog de waarde van zo’n diploma? Een diploma van waarde heeft een civiel effect, het wordt erkend en herkend door de arbeidsmarkt als een bewijs van competentie en juist op die arbeidsmarkt moeten deze leerlingen ‘een gewaardeerde plek’ gaan innemen. We zullen zien, de tijd zal het leren, we doen wat we kunnen. Voor mij is de tijd gekomen om afscheid te nemen van de redactie van EXAMENS en van u, de lezers. Ik heb gedurende een jaar of zeven met veel plezier de taken van hoofdredacteur, of eigenlijk eindredacteur, uitgevoerd. De interessante interviews, de leuke contacten met auteurs, de boeiende artikelen, de uitstekende relatie met de uitgever en zijn team, de kameraadschappelijke redactievergaderingen, ik zal ze zeker missen. Maar ik weet dat ik mijn werk in goede handen achterlaat bij het huidige redactielid Ad de Jongh, die al bijna net zo lang deel uitmaakt van de redactie als ik. Wist u dat ‘We doen wat we kunnen’ de titel is van een lied van Blöf? Ik wist het niet, maar daar heb je internet voor. In het lied staat een regel die ik wel heel toepasselijk vind voor mijn afscheid: ‘Je weet dat je tijd niet kunt stoppen’. Wat kan ik daar nog aan toevoegen…

€ 6,95

EXAMENS 2014-04 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2014-04 november 2014 Maak examens meer toegankelijk voor doven Iris Wijnen en Tom Uittenbogert Een analyse van het voorstel van de Expertgroep BKE/SKE Harry Molkenboer Examinatoren beoordeeld Remko van der Lei De prestatiematrix beroepsbekwaam handelen Cor Laming De dekkingsmatrix als kwaliteitszorginstrument Susan Voogd, Mary Herboldt-Soudant en Marit Praagman Uit de praktijk: Score website Veronica Bruijns Examens in bedrijf: Dienst Uitvoering Onderwijs Annie Kempers-Warmerdam en Jackelien ter Burg Redactioneel Gastcolumn Terecht of niet? Verenigingsnieuws NVE Gezien en gelezen Literatuur en agenda Toetsen als complexe vaardigheid Velen beschouwen toetsen als een complexe vaardigheid. Mogen we dan van alle docenten verwachten dat zij dit kunnen of is goed toetsen alleen weggelegd voor specialisten? Van alle docenten wordt verwacht dat zij hun onderwijs aan kunnen passen aan het niveau van de leerlingen. Vragen die door een docent in een klas worden gesteld, leveren informatie op waarmee de docent peilt of de leerling de uitleg heeft begrepen. De docent toetst of de leerling de stof beheerst in relatie tot de te behalen doelen en bepaalt op basis daarvan wat er nog gedaan moet worden om de kloof tussen doel en huidige positie te verkleinen. Daarmee is het toetsen van leerlingen een continue activiteit en onderdeel van de complexe vaardigheid ‘doceren’. Het stellen van de juiste vragen, maar ook het goed verwerken van de informatie die vrijkomt, zal voor de ene docent complexer zijn dan voor de andere. Deze manier van toetsen door het stellen van vragen tijdens het geven van onderwijs heeft een formatieve functie. De vragen die docenten stellen, leveren informatie op waarmee de ontwikkeling van de leerling verder gestuurd kan worden. Docenten ervaren het stellen van vragen niet als complex. Wordt toetsen dan complexer als het doel van toetsen verandert? Op het moment dat vergaande beslissingen genomen moeten worden over het al dan niet slagen voor een opleiding of over de overgang naar een volgend studiejaar, slaat de twijfel bij docenten toe. Is er voldoende informatie voorhanden om te kunnen besluiten? Is de optelsom van alle afzonderlijke toetsen voldoende om een goede beslissing te kunnen nemen? En als er een beslissing genomen wordt, hoe kijkt de buitenwereld daar naar? Toetsing wordt dan iets dat zich niet meer alleen tussen studenten en docenten afspeelt, maar iets tussen docenten, de opleiding en de buitenwereld. Samenwerking tussen docenten, bijvoorbeeld bij de constructie van toetsen of bij het verwerken van verzamelde informatie, draagt bij aan het vertrouwen van docenten dat ook in complexe situaties de juiste beslissingen genomen kunnen worden. Toetsen kan een complexe vaardigheid zijn, maar we verwachten inderdaad dat docenten deze vaardigheid beheersen. Door meer vertrouwen in het eigen onderbouwd handelen, weten wat ze wel en niet zelf kunnen en samenwerken met collega’s kunnen docenten meer grip op de complexiteit krijgen. Het hoger onderwijs verwacht van alle docenten dat zij in ieder geval beschikken over een basiskwalificatie op het gebied van toetsen en beoordelen. Deze basiskwalificatie kan een bijdrage leveren aan het vertrouwen in het kunnen leveren van kwalitatief goede toetsen. In dit nummer van EXAMENS kunt u daar in de artikelen van Harry Molkenboer en Remko van der Lei meer over lezen. Veel leesplezier! 

€ 6,95

EXAMENS 2014-03 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2014-03 september 2014 Jureren in de paardensport, Over de paardenschool, dressuur en harmonie Kees Vellenga en Claartje van Andel Kwaliteitsborging van examinering in het mbo, Een website voor betrokkenen bij het examenproces Marloes van Bussel Het RCEC beoordelingssysteem, Beoordelen van de kwaliteit van centrale examens Piet Sanders Terecht of niet? Examenfraude Annemarie de Knecht-van Eekelen Gastcolumn: De mc-toets: een krasse grijsaard van honderd jaar Michael Nieweg Beoordeling van reflectievaardigheden, Een dialoog tussen examenkandidaat en examinator Rosa van de Veen, Hanneke Knoop-van Nuland en Erik Roelofs Identiteitscontrole, Een onderschat deel van het examenproces Annie Kempers-Warmerdam Uit de praktijk: De Competentie Thermometer Daniel Hoopman Kwaliteit van toetsing, Samen werken aan een duurzame verbetering Martijn van Grootel en Cilia de Jong Examens in bedrijf: Stichting Leerstation Zorg Ad de Jongh en Annemarie de Knecht-van Eekelen Gezien en gelezen Literatuur en agenda Verenigingsnieuws Functies van toetsing In juni 2014 heeft de staatssecretaris van OCW, Dekker, de Tweede Kamer een brief gestuurd onder de titel ‘Nut en waarde van toetsing in het funderend onderwijs’. Deze brief zal het uitgangspunt zijn voor een debat in de Tweede Kamer. De staatssecretaris wijst er op dat er nu ‘twee cruciale schakelpunten’ zijn opgenomen in de onderwijsloopbaan van leerlingen met landelijke summatieve toetsen: ‘de eindtoets primair onderwijs en de centrale examens in het voortgezet onderwijs, inclusief de rekentoets’. Hij noemt zes verschillende doelen van deze landelijke toetsen van informatie over leerlingen tot en met stimuleren van scholen om hun onderwijs te verbeteren. De vraag dringt zich op of de eindtoets en de centrale examens al deze doelen kunnen realiseren. Volgens de staatssecretaris kan dat en hij beroept zich daarvoor op een rapport voor de OESO waaruit hij het volgende citeert:  “The Dutch evaluation and assessment framework stands out internationally as striking a good balance between school-based and central elements, quantitative and qualitative approaches, improvement and accountability functions and vertical and horizontal responsibilities of schools.”  Hij is van mening dat er sprake is van een goede balans tussen de functies van toetsing, maar die moet wel worden bewaakt. Daarvoor doet hij een beroep op leraren, scholen, besturen, ouders, media en overheid. Hij vindt dat ouders en media zich moeten verdiepen ‘in de bredere ontwikkeling die leerlingen op school doormaken’, terwijl scholen hun ‘ranglijstjes over leeropbrengsten in de media in perspectief’ moeten plaatsen. Dat lijkt een vrome wens. Aan de ene kant voorziet de overheid alle betrokkenen met concrete data en resultaten, aan de andere kant wordt gevraagd om hier prudent mee om te gaan en vooral het ‘bredere verhaal’ te blijven vertellen.  Veel aandacht besteedt de brief aan de begrippen ‘leergroei’ en ‘toegevoegde waarde’. Het belang van het vaststellen van ‘leergroei’ is dat het geen momentopname is, maar het zijn gegevens over een langere – door de school te bepalen – periode die een aanvulling vormen op andere evaluatiegegevens. De staatssecretaris zal het voor scholen mogelijk maken om zelf de leergroei van leerlingen in kaart te brengen en zal daartoe “samen met aanbieders van leerlingvolgsystemen in de komende periode de benodigde stappen zetten”. Lastiger is het concept ‘toegevoegde waarde’, dat wat de school bijdraagt aan de leerwinst. Daarover is meer onderzoek nodig en afhankelijk daarvan zal beslist worden over de gebruikswaarde en praktische toepasbaarheid. In een volgend nummer van EXAMENS pakt de redactie deze handschoen op en zal in een artikel aandacht aan deze ontwikkelingen worden gegeven. Het laatste woord over functies van toetsen is nog niet gesproken. Bron: Kamerbrief 620559. Nut en waarde van toetsing in het funderend onderwijs. 13 juni 2014.

€ 6,95

EXAMENS 2014-02 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2014-02 mei 2014 Dataforensics: geen sinecure, Het analyseren van examengegevens op zoek naar mogelijke fraude. Annie Kempers-Warmerdam Gepubliceerd beleid van de Examencommissie, Transparantie en rechtszekerheid. Ton Lamers Terecht of niet? Eens dyslectisch - altijd dyslectisch Annemarie de Knecht-Van Eekelen Voorwaarden voor valide beoordeling van beroepsbekwaamheid, Een handreiking voor het HBO Gerard J.J.M. Straetmans Gastcolumn: Op een zwoele zomeravond Alex van de Kerkhof Examenkenmerken en verschillen tussen correctoren, corrigeren van het centraal schriftelijk examen - deel 3 Hans Kuhlemeier, Esther Kuijs, Stefan Boom, Hugo Gitsels en Ed Kremers De Statistiekfabriek, Uit de praktijk, Caspar Groeneveld Examens in Bedrijf, De stichting Studiebegeleiding Leiden. Desirée Joosten-ten Brinke en Alex van de Kerkhof Gezien en gelezen Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Redactioneel: Toetskwaliteit. Kwaliteit van toetsen vraagt om een visie over toetsen die weergeeft waar je als opleiding of toetsorganisatie over een aantal jaren zou willen staan. Wat wordt verstaan onder kwaliteit kan variëren van persoon tot persoon en is ook afhankelijk van de rol die je hebt. Als ik tijdens trainingen vroeg wat de deelnemers – veelal docenten – verstaan onder kwaliteit van toetsing, dan kreeg ik een aantal jaar geleden voornamelijk antwoorden in de trant van “een toets moet aansluiten bij het doel dat ik wil meten”, of “de uitslag op de toets moet een juiste weergave zijn van het kennisniveau van de student”. Bijna alle antwoorden richtten zich op de basiscriteria van een goed toetsinstrument: betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid. De visie van docenten beperkte zich voornamelijk tot de visie op de kwaliteit van de toets bij het eigen vak. De laatste jaren zie ik een verschuiving optreden in de antwoorden. Nu hoor ik ook antwoorden als: “toetsen moeten aansluiten bij het onderwijsbeleid” of “er moet feedback worden gegeven”. Toetsen worden gezien als een onderdeel van een groter geheel waarin de ontwikkeling van studenten centraal staat. De huidige - positieve én negatieve - aandacht voor toetsing in het onderwijs draagt bij aan het tot stand komen van een visie over toetsing. Discussies over toetsing, bijvoorbeeld in LinkedIn-groepen, kunnen hier op een goede manier aan bijdragen. Dilemma’s bij het beoordelen van verslagen, het inzetten van externen in examencommissies, of het voorkomen van fraude zijn discussiepunten. Opvallend is dat de online discussies vrij kort zijn en onderbouwing van antwoorden ontbreekt veelal. Indirect en zeker op de lange termijn geloof ik wel dat zulke discussies bijdragen aan kwaliteit. Het brede scala aan besproken onderwerpen laat zien wat er allemaal komt kijken bij kwalitatief goede toetsing. Door het formuleren van je eigen visie op toetsing geef je antwoord op de vraag hoe jouw toekomstbeeld over toetsing is en hoe je binnen je opleiding of toetsorganisatie wilt omgaan met veranderingen. Wat zijn de doelen die je wilt bereiken en met wie ga je dat samen doen? Het samen met anderen je doelen en visie over toetsing formuleren is een ontwikkeling die volop is ingezet. Het rapport Vreemde ogen dwingen van de Commissie Bruijn uit 2012 heeft daar zeker aan bij gedragen. Ook al was dit rapport met name gericht op het hbo, de hele onderwijskolom doeter zijn voordeel mee. De verschuiving van antwoorden tijdens mijn trainingen zijn wellicht ingegeven door dit rapport, maar niet alleen daardoor. Ik vond het erg leuk om tijdens een van de laatste trainingen te horen dat iemand geïnspireerd was om na te denken over kwaliteit van toetsing door een artikel in het tijdschrift EXAMENS … en of ik dat tijdschrift kende…. Ik hoop van harte dat u ook dit keer weer geïnspireerd raakt door de artikelen in dit nummer en dat het mag bijdragen aan uw eigen visieontwikkeling over toetskwaliteit. Mw. dr. D. Joosten-ten Brinke is hoofdredacteur van EXAMENS, lector Eigentijds toetsen en beoordelen bij Fontys lerarenopleiding Tilburg en universitair hoofddocent bij de Open Universiteit.

€ 6,95

EXAMENS 2014-01 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2014-01 februari 2014 Het toetsen van referentieniveaus, stellen we aan alle leerlingen dezelfde eisen Saskia Wools en Anton Béguin Ieder zijn eigen toets? UDL als oplossing voor studenten met een functiebeperking Anita van Boxtel, Judith Jansen, Lex Jansen en Jackelien ter Burg Terecht of niet? 'Wie zelf schrijft...... moet wel zelf schrijven, Annemarie de Knecht-Van Eekelen Valideren van Examens, de 'argument based approach' voor valideren Brenda Zandsteeg en Marieke van der Schaaf Gastgedicht: De toetsconstructeur Uit: Lal Goerdayal(2013). Panorama van hetleven. Ervaringscertificaat versus diploma, wezenlijke verschillen tussen ervaringscertificaat en diploma, Annie Kempers-Warmerdam, Kerstin van Tiggelen en Fred de Bruin Software voor wiskundeonderwijs, Uit de praktijk, Marc Habbema Gezien en gelezen Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Geslaagd? Dit jaar was ik in januari een paar weken in Zuid-Afrika en kon ik een nationale ‘happening’ meemaken, de bekendmaking van de eindexamenresultaten. In Zuid-Afrika worden de nationale eindexamens, de ‘Matriek’, afgenomen aan het eind van klas 12. De examenperiode is in november, want het schooljaar loopt van eind januari tot december. Op 7 januari 2014 kwam de minister van onderwijs op de tv met de resultaten van de Matriek 2013. Vol enthousiasme vertelde zij dat in vergelijking met 2012 het landelijk percentage geslaagden met 4,3% was gestegen van 73,9% naar 78,2%. Wat betekenen zulke cijfers? Mijn eerste reactie was ‘dan zullen de examens wel makkelijker zijn geweest dan vorig jaar’. Is dat een terechte reactie? Voor zover ik weet doen ze in Zuid-Afrika nog niet aan equivaleren of iets dergelijks, dus het is inderdaad de vraag of de examens van jaar tot jaar dezelfde moeilijkheidsgraad hebben. Maar goed, ik kan me vergissen, zo goed ingevoerd in het Zuid-Afrikaanse onderwijssysteem ben ik nu ook weer niet. Dus ik vroeg het aan een goede kennis, zij is hoofd van een basisschool. Haar antwoord was: ”Het is een verkiezingsjaar, dus ze willen graag mooie resultaten laten zien”. Nog een paar cijfers. In 2008 hadden zich 533.561 kandidaten ingeschreven voor de Matriek van wie 62,5% is geslaagd. In 2012 waren er 511.152 kandidaten, in 2013 waren het er 562.112. Dramatisch zijn de slaagpercentages voor wiskunde: in 2012 54%, in 2013 wel meer, maar nog slechts 59,1%. Er zijn grote regionale verschillen. De Westkaap (de provincie waarin Kaapstad ligt) telt een slaagpercentage in 2013 van 85,1%, de naburig provincie Oostkaap slechts 64,9%. Het ongeloof over de sterk verbeterde cijfers is groot. Een veel gehoorde verklaring is dat scholen de leerlingen die mogen deelnemen aan de Matriek al in klas 10 selecteren. Op sommige scholen stroomt de helft van de leerlingen in klas 10 uit en verlaat dus het onderwijs zonder diploma. De mening overheerst dat het civiel effect van de Matriek laag is. Interessant zijn de reacties in een van de kranten, Die Burger, een Afrikaanstalige krant, vooral gelezen door blanken. Hoewel Afrikaans lijkt op Nederlands, is het echt een andere taal, maar de citaten hieronder hebben volgens mij geen vertaling nodig. Zorg is er over het niveau dat onvoldoende is om door te stromen naar universiteit of arbeidsmarkt: ‘Dit voorspel ’n werk mag wat in baie opsigte nie die mas gaan opkom nie’. Leerlingen doen naast de Matriek andere examens om zekerder te zijn van de waarde van hun diploma: ‘Dit is waarom al meer mense buitenlandse eksamens skyf - Hoofsaaklik Brits en Amerikaans’. Universiteiten selecteren niet op Matriek resultaten maar op de cijfers van klas 11. Een cynicus schrijft over het staafdiagram met cijfers in de krant: ‘Goeie nuus wel, oor n paar jaar sal die tipe statestiek nie saak maak nie, want niemand sal dit kan verstaan nie’. Het is niet eenvoudig om een betrouwbaar examensysteem te creëren. In Nederland lukt het, laten we er zuinig op zijn. Mw. dr. A. de Knecht-van Eekelen is hoofdredacteur van EXAMENS. E-mail: a.van.eekelen@gmail.com

€ 6,95

Congresspecial Examens 2013

Voor u ligt een extra nummer van Examens, tijdschrift voor de toetspraktijk. Een speciaal nummer ter gelegenheid van het afscheid van de oprichter van dit blad, Henk van Berkel. Na ruim tien jaar het tijdschrift vol passie te hebben geleid, is Henk afgelopen maand met pensioen gegaan en heeft hij zijn redactionele activiteiten overgedragen. In zijn rol als hoofdredacteur en als redacteur van verschillende boeken over toetsing had Henk altijd de docent voor ogen, zodat artikelen optimaal bijdroegen aan de kwaliteit van het onderwijs. Het is daarom ook passend dat dit extra nummer uitkomt vlak voor het NVE-congres dat als thema  kwaliteit van examinering heeft. Dat het systeem van toetsing in het onderwijs van hoge kwaliteit moet zijn, wordt door iedereen die in het onderwijs werkzaam is, aangenomen. Hoe dat dan gerealiseerd moet worden is een andere vraag. Het realiseren van kwaliteit van toetsing is moeilijk. Toetsing betreft veel aspecten. Duidelijk is dat als een toets niet meet wat die zou moeten meten er geen sprake is van toetskwaliteit. Het meten van competenties moet met andere instrumenten dan het meten van kennis. Maar welke instrumenten kan je inzetten om toetskwaliteit te realiseren? In hoeverre is er sprake van toetskwaliteit als de toetsing niet bijdraagt aan het leren van leerlingen en studenten? Afhankelijk van de functie van de toets kan dat een rol spelen. Toetskwaliteit wordt ook bepaald door de afnamecondities. Werken de computers bij een digitale toets, zijn de surveillanten geinstrueerd over wat zij wel en niet mogen en moeten zeggen? De basis voor toetskwaliteit van een opleiding wordt vastgelegd in het toetsbeleid. De visie op toetsen is van betekenis voor de verdere uitwerking ervan in het onderwijs. Mijn idee is dat deze visie nog niet bij alle opleidingen even helder aanwezig is. De artikelen in dit nummer kunnen als input gebruikt worden om de visie van uw opleiding verder vorm te geven. Dit nummer bevat bijdragen van auteurs die al eerder geschreven hebben voor EXAMENS en van auteurs die een bijdrage geleverd hebben aan het nieuwste boek van Henk van Berkel c.s. over toetsen in het hoger onderwijs. De bijdragen zijn kort en bondig en geven een goed beeld van de verschillende onderwerpen die de afgelopen tien jaar de revue van het tijdschrift gepasseerd zijn en die op verschillende manier een stukje van toetskwaliteit in beeld brengen.De redactieleden Harry Molkenboer en Alex van de Kerkhof hebben beiden een column voor dit nummer geschreven. Harry geeft aan dat toetsing niet zo zwart-wit is als we vaak door allerlei regeltjes willen doen geloven en Alex maakt duidelijk dat we het onze leerlingen en studenten soms wel heel erg moeilijk maken door de formulering van onze toetsvragen. Op de NVE pagina wordt het NVE register voor examenfunctionarissen aangekondigd. Tot slot in dit nummer drie introducties op de keynotes van het NVE-congres. De redactie dankt Henk van Berkel voor zijn geweldige idee om dit tijdschrift op te richten. Bij een vereniging die staat voor kwaliteit hoort een tijdschrift dat bij deze ambitie aansluit. We hopen de weg die Henk met het tijdschrift is ingeslagen op een goede manier te vervolgen.

€ 6,95

EXAMENS 2013-04 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2013-04 december 2013 Jurering binnen het damesturnen, objectieve creteria leidraad voor subjectieve waarneming, Aukje de Jong en Jackelien ter Burg De uitvoering van de tweede correctie, nakijken en nog eens nakijken, Hans Kuhlemeier en Ed Kremers Terecht of niet? 'Geleend goed gedijt niet', Annemarie de Knecht-Van Eekelen Het mondeling examen bij de staatsexamens voortgezet onderwijs, over de waardigheid van schoolexamens en mondelinge staatsexamens, Wim Kleijne Gastcolumn: Wie niet sterk is moet intelligent zijn, Marten Roorda  De kwaliteit van de staatsexamens voortgezet onderwijs, sterke en zwakke aspecten van de staatsexamens,  Piet Sanders Examencommissies in het hoger onderwijs, Uit de praktijk, Elissaveta Radulova en Henk van Berkel Examens in bedrijf, De Associatie Jackelien ter Burg en Annemarie de Knecht-Van Eekelen Gezien en gelezen Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Even voorstellen Het overnemen van het hoofdredacteurschap van Henk van Berkel brengt ook met zich mee dat ik het Redactioneel mag schrijven. Maar hoe doe je dat eigenlijk? Het op papier zetten van de juiste woorden voelt wel een beetje aan als examen doen. Het aantal beoordelaars is alleen veel groter dan bij een ander examen. Eerst een kleine beoordelingscommissie van acht redactieleden en daarna nog een hele grote beoordelingscommissie van al onze lezers. Nu de criteria checken.... Het aantal woorden staat vast, maar de andere criteria? Aangezien die niet op papier staan, kijk ik terug naar hoe de ‘examens’ van Henk van Berkel en Annemarie de Knecht-van Eekelen eruit zagen. Persoonlijke verhalen, anekdotes, actualiteiten, ... allerlei variaties zijn de Redactioneel-revue gepasseerd. Ik besluit het maar op mijn eigen wijze te doen en hoop dat ik van u als lezer ontwikkelingsgerichte feedback mag ontvangen. Ik ben dan uiteraard benieuwd naar de criteria die u daarbij gebruikt. Ik zal mij eerst even voorstellen. Mijn toetskundige opleiding ben ik gestart in Twente. Bij de vakgroep Onderwijskundige Meetmethoden en Data-analyse ben ik afgestudeerd op verschillen in perceptie van volwassenen op meerkeuzevragen en open vragen. Daarna kon ik direct aan de slag als toetsdeskundige bij de Open Universiteit. De Open Universiteit karakteriseert zichzelf door online afstandsonderwijs wat uiteraard ook in de toetsing tot uiting komt; door digitaal toetsen kunnen studenten voor een groot aantal vakken tentamen afleggen op een tijdstip dat hen goed uitkomt. Ik ben examinator van een mastercursus Kwaliteit van toetsen en beoordelen in onderwijs en opleiding en begeleid scriptiestudenten en promovendi bij hun onderzoek naar verschillende toetsthema’s. Vanaf 2000 ben ik tevens lector Eigentijds toetsen en beoordelen bij Fontys lerarenopleiding in Tilburg. Als lector lever je een bijdrage aan de professionalisering van docenten door middel van praktijkonderzoek. Actuele thema’s die in mijn kenniskring onderzocht worden zijn formatief toetsen, het geven van schriftelijke feedback en het werken met rubrics. Kortom, mijn hele week is gevuld met een breed scala aan toetsgerelateerde activiteiten, waarbij het verhogen van kwaliteit centraal staat. Kwaliteit van toetsing is cruciaal. Op basis van toetsing worden beslissingen genomen over leerlingen en studenten die voor hen grote consequenties kunnen hebben. De kwaliteit van die beslissingen is niet alleen afhankelijk van de afzonderlijke toetsen, maar van de gehele set van toetsen die leerlingen en studenten moeten afleggen, de context waarbinnen toetsen gemaakt worden en de toetsbekwaamheid van docenten. Met het tijdschrift EXAMENS willen we aan de ontwikkeling van deze toetsbekwaamheid een bijdrage leveren. Ik wens u weer veel leesplezier! Mw. dr. D. Joosten-ten Brinke is hoofdredacteur van EXAMENS, lector Eigentijds toetsen en beoordelen bij Fontys lerarenopleiding Tilburg en universitair docent bij de Open Universiteit. E-mail: desiree.joostentenbrinke@ ou.nl; d.tenbrinke@fontys.nl.

€ 6,95

EXAMENS 2013-03 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2013-3 augustus 2013 Afscheid van hoofdredacteur Henk van Berkel, redactie van EXAMENS Correctie van examenwerk. Eerste, tweede, derde en vierde correctie:wat is het verschil?, Hans Kuhlemeier Beoordelen van de kwaliteit van toetsing, Carlijn van Hees Terecht of niet? Baas boven baas - heeft de eximinator een baas? Henk van Berkel Gastcolumn: Goud in handen, Marten Roorda Een kwaliteitsborgingssysteem van toetsing. Van beleid naar praktijk, Jetske Strijbos De geïntegreerde bachelortoets. Het toetsen van kernconcepten, Lieven de Moor Uit de praktijk. Het Hondenexamen, Henk van Berkel 'Beelden zeggen meer dan woorden'. De meerwaarde van videoprestatieankers in exemenbeoordelingen, Inge Lathouwers, Hanneke Knoop-van Nuland en Erik Roelofs Examens in bedrijf. SSVV - eigenaar van het VCA-certificatiesysteem, Ad de Jongh en Harry Molkenboer Gezien en gelezen, Jorik Arts Verenigingsnieuws Redactioneel Henk van Berkel Afscheid Twaalf jaar geleden, snel na de start in 1999 van de Nederlandse Vereniging voor Examens, de NVE, ontstond bij mij het idee dat ieder zichzelf respecterende vereniging een eigen blad moet hebben. Na overleg met Wim van der Linden, de toenmalige voorzitter van de NVE, die mijn idee steunde, nam ik de eerste stappen richting redactie. Samen met Annie Kempers, lid van het bestuur van de NVE, brainstormde ik over mogelijke redactieleden en potentiële uitgevers en vooral over de formule van het tijdschrift. Het moest een tijdschrift worden op het grensvlak van theorie en praktijk. Niet te veel theorie, want dan haken veel lezers af. Maar ook niet te veel praktische tips, want het moet duidelijk zijn dat tips ergens op gestoeld moeten zijn. De (eerste) uitgever werd Lemma en de namen van de redactieleden van het eerste uur, vindt u vermeld in de eerste nummers. De naam van het tijdschrift werd EXAMENS. Zo’n naam staat als een huis. Mijn eerste medehoofdredacteur werd Ton Luijten, destijds werkzaam op Cito. Is het u overigens opgevallen dat EXAMENS bij mijn wetenhet enige tijdschrift is met twee hoofdredacteuren? Ton in de redactie was handig omdat Cito de vergaderplaats in Arnhem werd en we daar niets hoefden te betalen. Want een tijdschrift is geen goudmijn, voor de uitgever niet en ook niet voor de redactieleden die hun werk zonder enige betaling verrichten. Ton was ook degene die de eerste nummers van het tijdschrift wist te vullen door zijn netwerk aan te spreken. Er namen redactieleden afscheid en er kwamen nieuwe redactieleden bij. En de kopij kwam binnen. In de loop der jaren kwamen er rubrieken in het tijdschrift: Uit de praktijk, Gastcolumns, Terecht of Niet, en de interviews met kopstukken uit de examenwereld. Dat maakte het tijdschrift afwisselend. Er kwam een nieuwe medehoofdredacteur, Annemarie de Knecht en er zijn nog redacteuren van het eerste uur, Annie Kempers en Harry Molkenboer. Het leiden van een tijdschrift is teamwerk. Niemand is de baas en alle redacteuren zijn eigenwijs, zo hoort dat. Dat levert boeiende redactievergaderingen op. Steeds in een uitstekende sfeer. Met de komst van een nieuwe en enthousiaste uitgever, Kloosterhof, ontwikkelde het tijdschrift zich tot wat het nu is: een aantrekkelijk vormgegeven blad, met afwisselende artikelen en vele rubrieken. De reden voor deze terugblik is een emotionele. Vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, neem ik afscheid van EXAMENS. Dat doe ik met een goed gevoel. Het tijdschrift staat, de redactie functioneert uitstekend, de verhouding met de uitgever en de vereniging is goed en, het allerbelangrijkst, de inhoud van het tijdschrift heeft kwaliteit. Ik dank alle lezers voor hun waardering. Ik wens mijn opvolger, Desirée Joosten-ten Brinke, heel veel succes en vooral plezier.   De heer dr. H.J.M. van Berkel was hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit Maastricht. E-mail. h.vanberkel@maastrichtuniversity.nl.

€ 6,95

EXAMENS 2013-02 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2013-2  mei 2013 Het ZelCommodel, grip op competentieniveaus. De samenhang tussen zelfstandigheid en complexiteit, Petra Bulthuis De annotaties van eerste correctoren. Nakijken van het werk van CSE-kandidaten, Eva Buijsman en Hans Kuhlemeier Toetsing en toetsgestuurd leren. Het verlagen van uitval of werkdruk door digitaal toetsen, Desirée Jossten-ten Brinke Terecht of niet? Het tentamen Jaarrekening lezen, Annemarie de Knecht-van Eekelen Gastcolumn: Rangorde of wanorde, Marten Roorda Uit de praktijk: Actieve telefoons bij examens, Annie Kempers-Warmerdam Het nakijken van open vragen. Oplossingen voor verbetering van het nakijken, Henk van Berkel Examens in bedrijf: IBKI en Examenservice - selfservice voor examenproces, Desirée Joosten-ten Brinke en Annemarie de Knecht - van Eekelen Gezien en gelezen, Ad de Jong Literatuur & Agenda Verenigingsnieuws Redactioneel Henk van Berkel De eindtoets basisonderwijs Er was recentelijk weer veel te doen om de eindtoets basisonderwijs, de Cito-toets. Het is de toets die scholen op het eind van het basisonderwijs kunnen gebruiken om het niveau van de leerlingen te bepalen. Uit de toets komt een score die in praktijk mede wordt gebruikt voor het schooladvies. Scholen zijn niet verplicht om de Citotoets af te nemen. Er zijn ook andere toetsen in omloop, maar de meest bekende is toch wel de Cito-toets. Bij het kiezen van de vervolgopleiding speelt de Cito-toets een grote rol, maar is niet doorslaggevend. Ook het schooladvies en de wens van de ouders worden bij de keuze betrokken. Nu legt de minister een verplichte eindtoets op aan alle scholen en is het plan om scores openbaar maken. Er is daarover een brief naar de Tweede Kamer gestuurd.1 Daarop volgden heftige protesten van schooldirecties. Zij vreesden, niet ten onrechte, dat er op basis van scores al snel rankings gaan ontstaan waaruit allerlei conclusies zouden kunnen worden getrokken als: ‘school A is de beste school in de gemeente’, of ‘school A is beter dan school C’. Of, nog erger, ‘school D bakt er helemaal niets van’. (Zie ook de column in dit nummer van Marten Roorda over het misbruiken van rangordeningen.) De vrees van de schooldirecties is gegrond. We leven in een tijd waarin op basis van quasi objectieve cijfers waarderingen worden uitgesproken. De gemiddelde score per school op een eindtoets wordt gezien als een bepalende indicator voor de kwaliteit van de school. Dat is niet zo. De kwaliteit van een school wordt eerder bepaald door wat de school toevoegt aan de competenties van een kind dan door wat het kind heeft bereikt. Wanneer het scholen lukt om leerlingen met een duidelijke leerachterstand zodanig te scholen dat zij gemiddeld gaan presteren, is dat maatschappelijk gezien een goede prestatie ook al zal die niet tot uiting komen in een hoge gemiddelde Citoscore. Met andere woorden, het gaat om de toegevoegde waarde. Wanneer scholen om wat voor reden dan ook minder presterende leerlingen aantrekken en het lukt de scholen hen de noodzakelijke basiskennis aan te leren, is dat een goede prestatie, gewoon omdat het de taak van scholen is leerlingen iets bij te brengen. Dus een outputmeting alleen is geen goede indicatie voor de kwaliteit. De weerzin van schooldirecteuren tegen lijstjes met gemiddelde prestaties op een eindtoets is volkomen terecht. We moeten naar een systeem om de prestaties van scholen te bezien vanuit een leerling-groeiperspectief. De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit Maastricht. E-mail. h.vanberkel@maastrichtuniversity.nl. 1Brief aan de Kamer van 14 maart 2013 van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sander Dekker. http://www.nrc.nl/nieuws/2013/03/21/meerderheid-voor-verplichte-eindtoets/  

€ 6,95

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper