logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

EXAMENS 2012-04 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2012-04 november 2012 Toetsangst in beeld binnen hbo. De constructie van een test om toetsangst te meten, Margreet Engelhart-Sjouw, Lieke Walet en Gerard Straetmans De invoering van het Bindend Studieadvies. Mogelijke effecten op de studievoortgang, Karen Stegers-Jager en Janke Cohen-Schotanus Gastcolumn. Als het leven zelf, Silvester Draaier Terecht of niet? Hoeveel ellende is genoeg? Over mededogen versus juridisch gelijk. Henk van Berkel Examineren van gastouders met behulp van het cspe-model. Examens helpende zorg eb welzijn in een authentieke sitiuatie, Ad de Jongh en Jose de Raad-Dullens Uit de praktijk. Cijfers geven in Nederland de USA en het Verenigd Koninkrijk, Annemarie de Knecht-van Eekelen Rekentoetsen VO wel degelijk valide, Jan Kastelein Examenwerk - onderwijs en bedrijfsleven samen sterk, Annie Kempers-Warmerdam en Annemarie de Knecht-van Eekelen Gezien en gelezen Verenigingsnieuws REDACTIONEEL Annemarie de Knecht-van Eekelen Serieus omgaan met EVC. Mensen doen gedurende hun hele leven ervaringen op, bijvoorbeeld op de werkplek, door levenservaring, door zelfstudie, via hobby’s en/of onderbroken studies. EVC richt zich op alle individuen die de wens hebben het niveau van hun verworven competenties te laten erkennen teneinde de vraag beantwoord te zien op welk niveau zij beroepsmatig kunnen functioneren. Een EVC procedure stelt het niveau van het beroepsmatig functioneren vast. Daarmee kunnen individuen een adequaat instroomniveau kiezen in het beroepenveld of in het onderwijsveld. Dat is een nobel streven dat alle aandacht verdient. Al in 1994 verscheen het rapport ‘Kwaliteit erkennen’ van een commissie onder leiding van Wynand Wijnen. Het rapport bevatte de bevindingen over de mogelijkheden om in Nederland te komen tot een stelsel waarin niet formeel behaalde kwalificaties van individuen worden erkend. De commissie kwam tot de conclusie dat een dergelijk stelsel in Nederland wenselijk en haalbaar is. Inmiddels zijn we al bijna twee decennia verder en het zou voor de hand liggen dat we kunnen constateren dat het EVC zich een standvastige plaats heeft verworven in het Nederlandse onderwijssysteem. Helaas is dit niet het geval. Kennelijk schort er wat aan de acceptatie. Op papier is die acceptatie er zeker. Nog in juni van dit jaar hebben de staatssecretaris van OCW en de voorzitters van de FNV en VNO een convenant ondertekend waarmee ze beloven zich in te zetten voor de verdere verspreiding van EVC als arbeidsmarktinstrument ter ondersteuning van een Leven Lang Leren. Er werden door partijen heel mooie intenties uitgesproken. Maar het is wrang om te constateren dat nog in dezelfde maand de Inspectie met een rapport kwam met als conclusie dat de ervaringscertificaten die uitgereikt zijn in het mbo en hbo in de meeste gevallen ernstig tekort schieten. Het certificaat biedt examencommissies onvoldoende informatie om verantwoorde beslissingen te nemen over vrijstelling, diplomering of maatwerk. Dat is jammer. EVC is een krachtig middel om competenties die niet via de geëigende wegen zijn verworven, om te zetten in formele kwalificaties. Het draait in de maatschappij immers om diploma’s, certificaten, bullen en dergelijke die een stempel bevatten van erkende onderwijs- en exameninstellingen. Instellingen kunnen pas de ervaringen van kandidaten omzetten in officiële certificaten wanneer ze erop kunnen vertrouwen dat de certificeringcertificaten voldoende objectieve informatie bevatten op basis waarvan ze kunnen overgaan tot het verzilveren ervan. Maar de goede wil is ook belangrijk. Instellingen moeten de informeel verworven competenties zien als gelijkwaardig aan die welke in formele leerlijnen zijn verworven. Als alle partijen die instelling daadwerkelijk hebben, zal het wel goed komen met EVC.   De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit Maastricht. E-mail. h.vanberkel@maastrichtuniversity.nl.

€ 6,95

EXAMENS 2012-03 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2012-03 augustus 2012 De formatieve functie van toetsen. Voorbeelden van effectieve en minder effectieve vormen van feedback, Caroline Timmers en Fabienne van der Kleij Zorg om rekenen in de Zorg. Adaptieve test verpleegkundig rekenen, Tecla Lampe, Gerard Straetmans en Theo Eggen Gastcolumn. Spring toch niet in de sloot! Silvester Draaijer Terecht of niet? Begeleiden en beoordelen, gaat het samen? Henk van Berkel Training van docenten in toetsconstructie. Leidt training tot betere toetsing, Bart Schoenmakers en Chris van Klaveren Uit de praktijk. Uit de praktijk van EXAMENS, Annemarie de Knecht-van Eekelen De rekentoetsen-3F zijn niet valide. Dat wordt nog wat, met die rekentoetsen! Ben Wilbrink, Joost Hulshof en Henk Pfaltzgraff Prove2Move - Kwaliteit en samenwerking, Annemarie de Knecht-van Eekelen en Ad de Jongh Gezien en gelezen Verenigingsnieuws   Redactioneel van Annemarie de Knecht van Eekelen Het kind van de rekening. ‘Aantal gezakten op vmbo mogelijk verdubbeld dit jaar’, dat lees ik op 14 juni in de trein in de Metro. Volgens dit bericht vol rampspoed, het woord ‘bloedbad’ wordt zelfs gebruikt, zullen de strengere exameneisen hun tol gaan eisen. En toen, bijna een maand later, op 11 juli ’s ochtends in het journaal van half negen via de radio, het -verlossende bericht: het slagingspercentage was slechts met 1,8% gedaald, dat viel erg mee. Het daarop volgende journaal van 9 uur vond die tekst toch wat al te positief en bracht het nieuws als ‘bijna 2% meer gezakten’, toch niet zo best. Het is maar hoe je het bekijkt. Ik was er al enigszins op voorbereid. Van een middelbare school in mijn omgeving had ik gehoord dat 100% van de vmbo-t leerlingen was geslaagd en dat de resultaten op havo en vwo ook niet sterk afweken van voorgaande jaren. Geluiden uit Cito over de normering gaven dezelfde teneur aan. Wat doen ze op die scholen, vraag je je af. Strenger selecteren bij de overgang naar de examenklas, dat is een strategie. De school lijkt daar bij gebaat, want kan mooie slagingspercentages laten zien, maar de leerling? Over het nut van zittenblijven kan ik een apart artikel schrijven, nu dus even niet. De strengere zak/slaagregeling voor de centrale eindexamens heeft als doel de kwaliteit van het voortgezet onderwijs en de aansluiting op het vervolgonderwijs te verbeteren. Dat er problemen zijn met kwaliteit en aansluiting kan niet ontkend worden. Lees in dit nummer het artikel van Tecla Lampe et al. Over de rekenvaardigheid van verpleegkundigen. Men is ontevreden over de kwaliteit van het onderwijs. Wie is ‘men’ eigenlijk? Zijn het al die mensen die sowieso vinden dat vroeger alles beter was? Die mensen die met weemoed terugdenken aan een grijs verleden vóór de Mammoetwet, toen je nog drie vreemde talen leerde, waarin je weliswaar geen woord kon uitbrengen, maar toch … Toen een leraar nog status had, toen er een kleine elite toegang had tot hoger onderwijs, ja, zo kan ik nog wel even doorgaan. Wat is de meetlat voor kwaliteit? Toch niet het kunnen opdreunen van de tafels van 1 tot 10, al is het wel makkelijk om die te kennen. Kwaliteit wordt gemeten in internationale vergelijkende onderzoeken als TIMSS en PISA, daar komt Nederland steeds goed in naar voren. En er is sinds 1987 de Nederlandse Periodieke Peiling van het Onderwijsniveau (PPON) met onderzoek op de basisschool naar Nederlandse taal, Rekenen-Wiskunde, Wereldoriëntatie, Engels, Muziekonderwijs, Verkeerson-der wijs, Beeldende vorming en Bewegingsonderwijs. In een overzicht van 20 jaar PPON schrijft de projectleider: ‘Er is weinig of geen ontwikkeling over de laatste twintig jaar, niet in positief en niet in negatief opzicht voor het kennis- en vaardigheidniveau van de leerlingen. […] De enige systematische uitzondering op dit algemene beeld vinden we bij het domein rekenen/wiskunde1 ’.Rekenen, dat probleem is opgepakt door de politiek. Kwaliteit van onderwijs wordt gekoppeld aan rekenvaardigheid. Er komen centrale rekentoetsen die voor alle middelbare schoolleerlingen een verplicht examenonderdeel worden. Voor de details: lees het artikel van Ben Wilbrink et al. Ik vind het onbegrijpelijk dat een leerling aan het eind van zijn of haar middelbare schoolloopbaan kan worden afgerekend op het rekenonderwijs van de basisschool. Die leerling wordt het kind van de rekening. Mw. dr. A. de Knecht-van Eekelen is hoofdredacteur van EXAMENS. E-mail: a.van.eekelen@gmail.com. 1Schoot, F. van der (2008)O. nderwijs op peil? Een samenvattend overzicht van 20 jaar PP.O ANrnhem: Cito, p. 30.

€ 6,95

EXAMENS 2012-2 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2012-02 mei 2012 Werken met datateams op scholen, Geen onderbuikgevoelens, maar data Kim Schildkamp Naar een centrale itembank. Voorbeelden uit opleidingen in de financiële sector, Olaf McDaniel Gastcolumn. Ruilen? Silvester Draaijer Terecht of niet? Eens coulant, altijd coulant, Henk van Berkel Een psychometrische analyse van een itembank geschikt voor een computergestuurde adaptieve toets? Jorien Doets Uit de praktijk Nulmetingen Taal en Rekenen in het mbo, Nes van Hulzen Slecht gelezen of slecht geleerd? - 2. Situatieschetsen en informatieopbouw in vmbo-examens, Jacqueline Evers-Vermeul & Jentine Land Het College voor Examens - Examineren is oogsten,  Alex van de Kerkhof en Annie Kempers-Warmerdam Informatie: De inspectie en examenleveranciers voor het mbo Gezien en gelezen: Het platform digitaal toetsen, Desirée Joosten-ten Brinke Literatuur/Agenda Wie zijn wij Verenigingsnieuws   Selecteren aan de poort. We ontkomen er niet aan dat iedere nieuwe bewindvoerder op het onderwijsministerie beleidswijzigingen gaat voorstellen. Daar is op zichzelf niets op tegen. Wanneer de politieke kleur van de regering verandert, volgen er beleidwijzigingen. Zo ook door de huidige bewindsman, staatssecretaris Zijlstra. Hij komt met plannen voor een meer decentrale selectie voor die universitaire opleidingen waar het aantal studieplaatsen kleiner is dan het aantal gegadigden. Tot op heden was het beleid: centrale gewogen loting. Dat beleid is tot stand gekomen na een lange discussie in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het was een typisch Nederlands compromis tussen enerzijds gelijke kansen voor iedereen en anderzijds een beloning voor leerlingen die op het vwo hoge cijfers haalden. Het systeem heeft een kleine veertig jaar standgehouden. Niet dat iedereen er gelukkig mee was, maar er was niets beters te bedenken, zoals een commissie onder voorzitterschap van professor Drenth rond de eeuwwisseling concludeerde. Een nieuw argument voor een sterker accent op selecteren is van recente datum. Dit is het argument ‘studierendement’. De rendementen in het hoger onderwijs worden te laag geacht en met behulp van een zorgvuldig selectiemechanisme zou het mogelijk moeten zijn die rendementen te verbeteren. Hoe graag we het ook zouden willen, een hoger rendement met behulp van beter selecteren is niet te realiseren. Studieresultaten in het verleden behaald, zijn geen garantie voor toekomstig succes. Daar heb ik in 2004 in dit tijdschrift ook al eens op gewezen. De Leidse universiteit heeft de effecten van selectie aan de poort in praktijk laten onderzoeken, met als resultaat dat het experiment is stopgezet. De kosten zijn hoog en de opbrengsten gering. Natuurlijk moeten studenten gemotiveerd zijn om een universitaire studie met succes te kunnen volgen. Men wil motivatie gaan meten via toelatingsgesprekken die opleidingen met de aanmelders gaan houden. Daar zitten wel wat addertjes onder het gras. Niet alleen is motivatie te ‘faken’, maar aanmelders zullen zich ook terdege voorbereiden op een dergelijk gesprek. Naast uiteraard de inhoud van het gesprek, blijkt uit onderzoek dat beoordelaars zich laten (ver)leiden door doorgaans irrelevante zaken als kleding, kapsel, gebit, wellevendheid, en dergelijke. Toelatingsgesprekken worden op die manier toneelstukjes waarin de spelers hun rollen spelen. Het Nederlandse voortgezet onderwijs is een van de meest selectieve in de westerse wereld. De groep vwo-gediplomeerden is daarvan de top. Verdere selectie in die groep leidt tot buitensporig veel selectiefouten. Dat wil zeggen, veel verkeerde studenten worden binnengelaten en veel geschikten blijven buiten de poort staan. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. De rendementen kunnen inderdaad omhoog, maar de energie die selectie aan de poort kost, kan beter worden gestoken in vernieuwingen van onderwijsprogramma’s en examenmethodieken. Daar is grote winst te behalen.   De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit Maastricht. E-mail. h.vanberkel@maastrichtuniversity.nl.

€ 6,95

EXAMENS 2012-01 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2012-01 februari 2012 Wie let op de kwaliteit van peer assessment? Martijn Leenknecht en Harm Tillema Verhoging van de waarde van mbodiploma’s. Ton Remeeus en Maria Wessels Verhoging van de waarde van mbo-diploma’s. Sectorale afspraken tussen scholen en beroepenveld zijn nodig.Ton Remeeus en Maria Wessels Terecht of niet? Kortdurende euforie - Over het achteraf wijzigen van de examenuitslag Henk van Berkel Gastcolumn: Politieman veroordeeld voor diefstal, Silvester Draaijer Het random construeren van toetsen uit een itembank. Hoe is gelijkwaardigheid van toetsen te garanderen, Bernard Veldkamp Uit de praktijk: Beveiligingen in diploma’s – het ontwerp, Rinus Maas Slecht gelezen of slecht geleerd?. Woordkeuze en Persoonlijk taalgebruik in vmbo-examens, Jacqueline Evers-Vermeul & Jentine Land Over het objectiveren van personeelsbeoordeling. Beoordelen van docenten is nog geen gemeengoed, Els Verheggen en William van den Dries Kopstukken uit de examenwereld: Henk van Berkel – van theorie naar praktijk, Annemarie de Knecht-van Eekelen en Annie Kempers-Warmerdam Gezien en gelezen Verenigingsnieuws Cijfers Tot mijn favoriete lectuur behoren de jaaroverzichten met cijfers. Cijfers lijken een objectieve weergave van de werkelijkheid te geven, maar ze roepen vaak meer vragen op dan ze beantwoorden. Een voorbeeld: in het Jaarboek onderwijs in cijfers 2011, een uitgave van het centraal Bureau voor de Statistiek, lees ik onder het kopje ‘Uitzonderlijk sterke groei van het aantal geslaagden in het mbo’ als eerste regels: “In 2009/’10 slaagden in het voortgezet onderwijs 168 duizend kandidaten voor het eindexamen. Dat is bijna 2 procent minder dan een jaar eerder”. Hoezo ‘uitzonderlijk sterke groei’? Het is het verkeerde kopje zou ik zeggen, want bij verder lezen blijkt dat de groei van het aantal geslaagden in het mbo inderdaad 22% is, maar dat blijkt het gevolg van al die mensen die het diploma helpende zorg en welzijn op mbo-niveau 2 moeten halen, omdat ze anders geen gastouder mogen zijn. En dan gaan de rekenaars verder door deze groep niet mee te tellen of wel mee te tellen, het hangt er maar vanaf wat ze willen betogen. Voor de volledigheid meld ik dat de rapporteurs schrijven dat het aantal afgestudeerden voor een hbo-bacheloropleiding in 2009/’10 licht toenam tot ruim 62 duizend en dat in het wo ruim 30 duizend studenten hun doctoraal of master behaalden en dat is 5 procent meer dan in het jaar ervoor. Dit Jaarboek geeft nog meer interessante informatie. Wat te denken van de verklaring voor het lagere slagingspercentage van havisten en vwo’ers dat voor beide groepen 4% lager was dan in het jaar daarvoor? De rapporteurs veronderstellen: “Wellicht was de keuze voor havo of vwo de afgelopen paar jaar voor enkelen te hoog gegrepen en had een aantal vwo’ers meer succes op de havo gehad en was een aantal havisten beter af geweest op het vmbo”. Tja, ik kan nog wel wat verklaringen bedenken die evenmin uit de cijfers zijn af te leiden als deze ‘wellicht’-verklaring van de statistici. Doe eerst maar eens onderzoek. De cijfers over het aantal geslaagden voor havo en vwo per profiel geven de cbs’ers geen aanleiding tot speculaties, maar die cijfers zijn wel intrigerend. Op de havo is bij de meisjes in vier jaar tijd het aandeel van het profiel cultuur en maatschappij gehalveerd. De verklaring hiervoor ligt bij de invoering van de vernieuwde tweede fase in het schooljaar 2007/’08, waardoor wiskunde en economie in dit profiel geen verplichte vakken meer zijn. Maar in vervolgopleidingen zijn wiskunde en/of economie wel vereist. Een slimme meid die op haar toekomst is voorbereid, zal dan een ander profiel kiezen. De behoefte om zo’n breed mogelijke keuze te hebben na havo of vwo blijkt ook uit het toenemend aantal kandidaten op zowel havo als vwo dat een diploma voor meerdere profielen behaalt. De voorstanders van twee profielen, noem ze maar weer gewoon A en B of a en ß, vinden hier wel munitie. Ik kan u het lezen van dit Jaarboek ten zeerste aanbevelen. Het is weer eens wat anders dan al die verhalen over fraude en corruptie bij examens. Toch nog één berichtje dat hoop geeft voor de toekomst: een man die valse diploma’s verkocht, heeft zestien maanden gevangenisstraf gekregen. En dan, zult u vragen? Daarna ‘zal hij begeleiding krijgen van het Leger de Heils’. 1 Als dat geen hoop geeft!   Mw. dr. A. de Knecht-van Eekelen is hoofdredacteur van EXAMENS. E-mail: a.van.eekelen@gmail.com. 1Bericht van het Hoger Onderwijs Persbureau, Profielen (Hogeschool Rotterdam), dec. 2012, p.7.

€ 6,95

EXAMENS 2011-04 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2011-04 november 2011 Studietoetsen: zinvolle inhoud of betrouwbare score? De standaardmeetfout is belangrijker dan de betrouwbaarheid, Klaas Sijtsma Digitaal toetsen met de landelijke kennistoetsbank voor de zorg Bruggen Bouwen tussen zorg en onderwijs, Wil de Groot-Bolluijt, Janske Rohof en Sigrid Vermin Een handreiking is niet genoeg Een reactie op ‘Geslaagd! - Handreiking examencommissies’ Jan Adema Terecht of niet? Facebook-informatie: privé? Henk van Berkel Gastcolumn De traditie van het rode potlood, Wynand Wijnen Uit de praktijk Van papieren naar digitale boekhoudexamens, Manon Bonefaas en Piet Philipsen Examens contactlensonderwijs Comakership tussen de branche Optiek en de Optiekopleidingen, Ad de Jongh, met medewerking van Ruud van ’t Pad Bosch, Mariëlle van Goor, Bernice Meester, Henk Eimers en William van der Zalm Gaat meetfout bij de rekentoets slachtoffers maken? Het effect van de rekentoets op het percentage misclassificaties, Robert Zwitser en Anton Béguin Kopstukken uit de examenwereld: Pieter Drenth - De man van wetenschap en bestuur, Henk van Berkel en Desirée Joosten-ten Brinke Gezien en gelezen Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Onthul je kwaliteit Op vrijdag 23 september 2011 organiseerde QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) een symposium met als titel Onthul je kwaliteit . QANU biedt hoger onderwijsinstellingen externe beoordelingen van hun onderwijs en onderzoek en geeft adviezen voor het verbeteren van hun interne kwaliteitszorg. Veel universiteiten vragen aan QANU begeleiding bij het accreditatieproces. Opleidingen in het hoger onderwijs moeten eenmaal per zes jaar hun kwaliteit kunnen aantonen om te worden geaccrediteerd. Een van de onderwerpen waarop opleidingen hun kwaliteit moeten aantonen is ‘Toetsen en Beoordelen’. Het symposium was bedoeld voor medewerkers die in het hoger onderwijs verantwoordelijk zijn voor het schrijven van de zogenaamde zelfstudies. Dit zijn documenten waarin opleidingen laten zien dat ze kwalitatief aan de maat zijn. Vandaar de titel Onthul je kwaliteit, met dus als invalshoek ‘Toetsen en Beoordelen’. Hoe kun je laten zien dat je op dat gebied de zaakjes goed op orde hebt? Zoals dat gaat op dergelijke symposia, er worden sprekers uitgenodigd die verstand van zaken hebben. In dit geval twee: Jaap Milius en Olle ten Cate, beiden verbonden aan de Universiteit Utrecht. Milius, docentenopleider en onderwijskundig adviseur met als expertise toetsen en beoordelen, beet het spits af. Hij koos de invalshoek van schriftelijke toetsen. Hij constateerde veel gemor bij docenten die door de sterkere nadruk op toetsen de bureaucratie zien toenemen, hun eigen autonomie zien afnemen en de onderwijskwaliteit teloor zien gaan omdat die ten koste gaat van de verhoging van de toetskwaliteit. Dat laatste is natuurlijk onzin omdat toetsen en onderwijs geen tegengestelde begrippen zijn. Integendeel, onderwijs en toetsen vormen samen een geheel (zie het artikel van Van der Vleuten in het vorige nummer van EXAMENS). Maar enfin, het zijn opvattingen van docenten. Hoe toon je kwaliteit van schriftelijke toetsen aan? In samenspraak met de aanwezigen ontstond het volgende lijstje: de aanwezigheid van een toetsplan met informatie over de toetsvorm, met een indicatie van het aantal toetsvragen, de compensatiemogelijkheden, de normering, de toegestane hulpmiddelen tijdens de toets, de specificatietabel en informatie over de herkansing, en na afloop van de toets dienen er psychometrische gegevens - betrouwbaarheid, percentage geslaagden, p-waarden en Rit´s - beschikbaar te zijn. Na Milius was het de beurt aan Ten Cate, directeur van het Expertisecentrum voor Onderwijs & Opleidingen van het UMCU, die als lid van visitatiecommissies zijn zienswijze vertelde over de kwaliteit van ‘Toetsen en Beoordelen’. Zijn motto was ‘Gerechtvaardigd Vertrouwen’. Visitatiecommissies beoordelen het verleden van opleidingen maar geven een accreditatie voor de toekomst. Dus, betoogde hij, moet je op zoek gaan naar aanwijzingen dat opleidingen ook in de toekomst kwalitatief goed zullen toetsen. Hij gaf het volgende rijtje: de juiste eindtermen moeten aanwezig zijn die op een goede manier zijn vertaald in studietoetsen, er moeten hoge slaagpercentages zijn in combinatie met een hoge studie-inzet van studenten (en geen hoge slaagpercentages met een lage studieinzet) en de toetsen moeten een goede psychometrische kwaliteit hebben. Laat zien dat je kwaliteit hebt. Dat lijkt me een mooie opdracht aan exameninstellingen Dat geeft gerechtvaardigd vertrouwen voor de toekomst.   De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit Maastricht. E-mail: h.vanberkel@maastrichtuniversity.nl.

€ 6,95

EXAMENS 2011-03 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2011-03 augustus 2011 Een model voor programmatische toetsing? Een toetsprogramma van de Universiteit Maastricht, Cees van der Vleuten en Lambert Schuwirth Meten is weten; vergeet het maar! Over het zoeken naar de ware score, Henk van Berkel Gastcolumn Mijn leerlingen beoordelen elkaar, Wynand Wijnen De wet , het rekenen en de rekentoets , Invoering van de rekentoets havo/vwo in 2014, Ben Wilbrink en Joost Hulshof Uit de praktijk Netwerkbijeenkomsten over toetsing in het WO Effectiviteit van een examenstelsel ove intimidatie, omkoping en ondermijnend gedrag, Agnes Dinkelman Werken met itembanken, de praktijk bij hogeschool Windesheim, Geert van der Wijk Kopstukken uit de examenwereld: Cees van der Vleuten -voorstander van longitudinaal toetsen, Desirée Joosten-ten Brinke en Ad de Jongh Gezien en gelezen Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Cijfers en motivatie? Bij mijn weten is het nog niet eerder voorgekomen dat toetsing op alle niveaus van het onderwijs zo voortdurend in het nieuws is. Een van de laatste berichten van voor de zomervakantie was de mededeling dat de ministerraad heeft ingestemd met een wetswijziging waardoor een verplichte eindtoets voor taal en rekenen/wiskunde voor leerlingen in groep 8 van de basisschool wordt ingevoerd in 2013. Bovendien regelt het wetsvoorstel dat alle scholen in het primair onderwijs met een leerling- en onderwijsvolgsysteem (lovs) moeten gaan werken. De centrale eindtoets wordt niet meer, zoals de ‘Citotoets’, afgenomen in begin februari, maar pas eind april. De toets lijkt meer een afrekening voor de school dan voor de leerling, want het schooladvies moet bij de overgang naar het voortgezet onderwijs de doorslag geven en niet de resultaten op deze toets. Als de leerlingen vervolgens hopelijk op de juiste plaats in het voortgezet onderwijs belanden, krijgen ze ook daar te maken met de referentieniveaus taal en rekenen. Er komen verplichte tussentijdse toetsen aan het einde van de onderbouw voor de vakken Nederlands, Engels en rekenen/wiskunde. De functie van deze toetsen is diagnostisch, formatief. En ook in het vo wordt het gebruik van een leerlingvolgsysteem verplicht. Inmiddels is het onzalige idee om spelling en grammatica in de eindexamens integraal mee te beoordelen verlaten. Een bijna 80 pagina’s dik rapport van Regioplan Beleidsonderzoek vertelt wat wij allang wisten: het is organisatorisch en toetstechnisch ‘niet of nauwelijks’ uitvoerbaar. Hoe het met de even problematische rekentoets, waarover Wilbrink en Hulshof in dit nummer schrijven, zal aflopen lijkt minder hoopvol. Die komt er vast wel, maar misschien lukt het om de inhoud aan te passen. Aangenomen dat de leerlingen slagen voor het eindexamen met voldoendes voor de kernvakken dan komen ze een nieuwe barrière tegen. Zij die naar het hbo of wo willen, blijken te worden geselecteerd op hun cijfers. Ook dit bericht verscheen kort voor het zomerreces: eindexamencijfers laten meetellen bij de selectie van nieuwe studenten. Maar cijfers mogen niet het enige criterium zijn, ook een motivatiegesprek moet meewegen. De discussie over examencijfers is niet nieuw, belangrijk is de vraag op welke cijfers geselecteerd gaat worden: op het gemiddelde cijfer van schoolonderzoek en centraal examen of alleen op cijfers van het centrale examen? De grote verschillen tussen de cijfers van school- en centraal examen die door de Inspectie van het Onderwijs zijn gerapporteerd, geven te denken. De voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) deed al vast een duit in het selectiezakje: er zouden door deze selectie op cijfers veel studenten naar het hbo in plaats van naar het wo gaan. De universiteit zou elitair worden. Wat is daar eigenlijk op tegen? Maar er is nog het motivatiegesprek dat redding kan bieden. Stel dat een leerling goede cijfers heeft en dan op motivatiegesprek moet komen. Of hoeft hij dat niet vanwege die cijfers. Moeten alleen de zesjes laten zien dat ze toch echt gemotiveerd zijn? Nu hebben luie zesjes vaak een vlotte babbel en een motivatiegesprek is zo subjectief als het maar kan. Ik geef ze een goede kans om binnen te komen. Maar pas op, onze voortvarende staatssecretaris van OCW Zijlstra wil ook minder hertentamens in het hoger onderwijs en de aanwezigheid bij colleges en deelname aan tentamens moeten verplicht worden. Dan moeten die zesjes toch nog gaan studeren. Mw. dr. A. de Knecht-van Eekelen is hoofdredacteur van EXAMENS. E-mail: a.van.eekelen@gmail.com.

€ 6,95

EXAMENS 2011-02 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2011-02 mei 2011 Ik spiek, jij spiekt, wij spieken Wat is spieken, Harry Molkenboer en Dominique Sluijsmans Op een diploma moet je kunnen vertrouwen Een advies van de onderwijsraad, Cees van Leest Terecht of niet? Haken in het geding, Annie Kempers-Warmerdam Gastcolumn: Regels zijn regels, Wynand Wijnen Examencommissies hbo worden belangrijker! Een handreiking van de HBO-raad, Roeland Smits Uit de praktijk: Hoe spreek je de kandidaat aan? Jackelien te Burg Openbaar maken van een itembank Voor- en nadelen voor kandidaten, opleiders en examenorganisaties, Annie Kempers-Warmerdam en Annemarie de Knecht-van Eekelen Kopstukken uit de examenwereld Jules Peschar - over evaluatie van het onderwijs, Annemarie de Knecht-van Eekelen en Ed Kremers Gezien en gelezen Wie zijn wij Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Een AFM voor de examinering? In het redactioneel van vorige zomer is het al aangekondigd, het advies van de Onderwijsraad over de waardevastheid van diploma’s. Dit advies met de titel ´Een diploma van waarde´ ligt er nu. De raad stelt dat de samenleving op de examinering en het daarmee samenhangend diploma moet kunnen vertrouwen. De raad constateert een spanningsveld tussen enerzijds differentiatie - bijvoorbeeld de roep om maatwerk - en anderzijds standaardisatie - bijvoorbeeld wensen ten aanzien van landelijke examinering. De raad signaleert het ontstaan van een tendens naar standaardisatie, die onder andere blijkt uit het feit dat de waardering voor de centrale examens hoger is dan die voor de schoolexamens. De raad beveelt de oprichting aan van een open exameninstelling, naar analogie van het College van Examens voor het voortgezet onderwijs. Hoewel de raad deze aanbeveling verder niet uitwerkt, is het, gezien de verwijzing naar het College van Examens, duidelijk wat de raad voorstaat: een onder de Nederlandse overheid vallend instituut dat de examenkwaliteit waarborgt. Dat is een wijs advies van de raad. Het wordt tijd dat de vele exameninstituten die in Nederland functioneren, rekenschap afleggen aan de maatschappij over de kwaliteit van hun examens. Het is vaker gesteld, ook op deze plaats: soms krijg je de indruk dat andere dan kwalitatieve en toetstechnische belangen de overhand hebben. Dat kunnen commerciële belangen zijn - denk aan de particuliere exameninstituten die er vanuit marketingoverwegingen belang bij hebben veel examendeelnemers te laten slagen -, maar ook eigen belangen - denk aan de hoger onderwijsinstelling die studenten op een simpele wijze liet afstuderen omdat het verzorgen van extra onderwijs een te grote last was geworden -. Dergelijke ontwikkelingen zijn zeer onwenselijk. Een gezaghebbend orgaan, dat gerechtigd is alle zowel private als van overheidswege bekostigde exameninstellingen te monitoren en te corrigeren, is een mogelijkheid om deze ontwikkelingen tegen te gaan. Er zijn al lang bestaande instituties die toezicht houden op de examinering. Echter, zij vormen eilanden en communiceren onderling nauwelijks. Het wordt tijd om bruggen te slaan. In het advies neemt de raad de inzet van ervaringscertificaten onder de loep. De raad gaat uit van de vele goede bedoelingen van de aanhangers van de zogenoemde EVC procedures, maar plaatst vraagtekens bij de kwaliteit van deze beoordelingsprocedure. Zo pleit de raad, gezien de methodische onduidelijkheid, voor een beperking wat betreft de inzet van ervaringscertificaten in het geheel van het examen. De raad noemt ook een percentage: maximaal 20 à 25% van een diplomatraject mag uit ervaringscertificaten bestaan. Hoewel wel enig begrip kan worden opgebracht voor dit standpunt van de raad, lijkt het onverstandig deze vorm van examinering nu al op deze wijze aan banden te leggen. Er vinden nog tal van initiatieven plaats om de kwaliteit van EVC procedures te verbeteren. Pas wanneer er een volledig beeld is ontstaan over de kwaliteit van deze procedures, is een definitief oordeel mogelijk. De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit van Maastricht. E-mail. h.vanberkel@maastrichtuniversity.nl.

€ 6,95

EXAMENS 2011-01 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2011-01 mei 2011 Meten is inschatten welk taalniveau zal haalbaar zijn? Het taalniveau van eerstejaars studenten bij Zadkine, Marco Binsbergen Het opsporen van plagiaat van schriftelijke wekstukken, Over het gebruik van antiplagiaatsoftware, Henk van Berkel Terecht of niet? Een streepje teveel- Over het zorgvuldig bewaren van examenformulieren, Henk van Berkel Column: Mijn beoordelingen zijn van goede kwaliteit, Wynand Wijnen Uit de praktijk: Gids voor toetsontwikkeling,  Henk van Berkel en Sylvester Draaijer De omvang van een itembank. Geen wet van meden en perzen, Annie Kempers-Warmerdam en Annemarie de Knecht-van Eekelen Kopstukken uit de examenwereld. Don Mellenbergh De laatste der generalisten, Jackelien ter Burg en Henk van Berkel Gezien en gelezen Wie zijn wij Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws  Een rechtse hobby. Is toetsen een rechtse hobby? Je zou denken van wel als je ziet hoe in de korte tijd dat het kabinet Rutte bestaat, over het belang van toetsen en examineren wordt gesproken. En het blijft niet bij praten, er worden concrete maatregelen genomen. Een Kamermeerderheid steunde in november 2010 de motie-Beertema/Elias om een eindtoets voor het basisonderwijs verplicht te stellen. Sommigen dachten misschien dat zo’n eindtoets er al lang was, maar de lezer van EXAMENS weet dat de Citotoets niet verplicht is. Het ministerie van OCW bericht ons dat de invoeringsdatum van de verplichte eindtoets nog niet bekend is, omdat nog moet worden onderzocht hoe die eruit gaat zien. Zoals de Citotoets zou je zeggen, daar is niet veel onderzoek voor nodig. Maar zo werkt OCW niet. Het ministerie hecht aan een degelijke onderbouwing, want zo is te lezen: “Door de invoering van een landelijke eindtoets kan de basiskwaliteit van alle scholen beter worden vergeleken”. Voor deze vergelijking gebruikt de Inspectie van het Onderwijs al lang de resultaten van de Citotoets. Het onderzoek lijkt me vragen naar de bekende weg. Behalve een eindtoets komen er toetsen voor taal en rekenen, niet alleen voor het basisonderwijs, maar ook in het voortgezet en beroepsonderwijs. Ik vind dat een goede zaak als dat leidt tot betere leerlingprestaties. Te veel leerlingen hebben moeite met taal en/of rekenen. Uit de resultaten van het internationale vergelijkend onderzoek PISA 2009 naar de kennis en vaardigheden van 15-jarigen, blijkt dat inmiddels zo’n 15% van deze leerlingen een onacceptabel lage taalbeheersing heeft. Terecht schrijft OCW dat zonder een goede beheersing van taal en rekenen een burger niet in de Nederlandse samenleving kan functioneren. De overheid heeft nu richtlijnen opgesteld voor het taal- en rekenonderwijs en de eisen van toetsen en examens worden strenger. Sinds 1 augustus 2010 vormt het referentiekader voor Nederlandse taal en rekenen de basis voor het taal- en rekenonderwijs voor de leerlingen vanaf het basisonderwijs tot en met het middelbaar beroepsonderwijs. Verplichte toetsing van de referentieniveaus in het basisonderwijs is in het regeerakkoord opgenomen. Taal en rekenen worden onderdeel van examens, al is nog niet duidelijk hoe dat precies gaat gebeuren. Wel is zeker dat eerstejaars pabo-studenten een taal- en rekentoets moeten afleggen en dat ook in het hbo wordt gewerkt aan centrale kennistoetsen en dat het mbo centraal ontwikkelde digitale examens krijgt. Het argument daarvoor is de betere borging van de kwaliteit van de examinering en de betere vergelijking van de prestaties van studenten. Het zijn examens voor luistervaardigheid en leesvaardigheid Nederlands en voor rekenen over alle onderdelen (Getallen, Verhoudingen, Meten/meetkunde en Verbanden). De motie-Beertema/Elias van PVV resp. VVD , die werd aangenomen tijdens de begrotingsbehandeling van OCW 2011, gaat trouwens over een landelijk stelsel van eindtoetsen voor ‘de kenniscomponent van vakken, vastgesteld en gecontroleerd door onafhankelijke instituties’. Daarover hoort u mij niet klagen, met deze rechtse hobby wil ik wel meedoen. De redactie van het EXAMENS verwelkomt Karin J. Gerritsen-van Leeuwenkamp als nieuw lid. Zij is onderwijskundig adviseur bij de Academie Gezondheidszorg van Saxion. Met haar komst versterkt de redactie de expertise van het hbo. Daarnaast begroeten wij een nieuwe columnist. In 2011 zult u in EXAMENS columns van de hand van prof. dr. W.H.F.W. (Wynand) Wijnen vinden. Hij is al ruim tien jaar met emeritaat, maar het vakgebied laat hem niet los. Mw. dr. A. de Knecht-van Eekelen is hoofdredacteur van EXAMENS. E-mail: a.van.eekelen@gmail.com.

€ 6,95

EXAMENS 2010-04 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2010-04 november 2010 Eindexamenresultaten van allochtone leerlingen, Discrepantie tussen schoolexamencijfers en centraal examencijfers, Lyset Rekers-Mombarg en Truus Harms Rekentuin.nl: combinatie van oefenen en toetsen, webgame gebaseerd rekenen op de basisschool, Han van der Maas, Sharon Klinkenberg en Marthe Straatemeier  Terecht of niet? Samen naar de toets, ja gezellig - maar voorkomen is beter, Henk van Berkel Column: Het mondeling examen als statussymbool, Joost Dijkstra Eerste ervaringen: Een ineractief beeldschermexamen voor het vmbo Jojk Wesseling en Hans Kuhlemeier Uit de praktijk: Beveiligingen in diploma's, Rinus Maas Kopstukken uit de examenwereld. Dato de Gruijter - “Ik wil de psychometrie toegankelijk maken” , Harry Molkenboer en Henk van Berkel Gezien en gelezen Wie zijn wij Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Revolutie. Soms is het verbazingwekkend dat er geen revolutie uitbreekt. In juli 2010 verscheen het Examenverslag MBO 2009 - Kwaliteit examinering in het middelbaar beroepsonderwijs van de Inspectie van het Onderwijs. Daarin staat onverbloemd dat een derde van de examens in het mbo van onvoldoende kwaliteit is. De examens in het middelbaar beroepsonderwijs zijn bedoeld om vast te stellen of studenten voldoen aan de eisen die worden gesteld aan een beginnend beroepsbeoefenaar. Uit het inspectierapport blijkt dus dat van een derde van deze toekomstige beroepsbeoefenaars niet is komen vast te staan of zij voldoende voor hun beroep zijn toegerust. Zou u zoiets dulden wanneer het een medisch beroep betrof? Zou de maatschappij accepteren dat een derde van de jong afgestudeerde artsen niet heeft bewezen hun beroep te kunnen uitoefenen? Nee toch. De minister zou acuut ingrijpen en opleidingen aan de ketting leggen om te voorkomen dat zij nog meer kwaad aanrichten. Zou de minister zoiets voor het mbo hebben overwogen? Ik denk het om eerlijk te zijn wel. Van deze bevindingen sla je toch achterover. Er zullen wel redenen zijn waarom de minister niet tot zo’n drastische stap is overgegaan. Een derde van de mbo-opleidingen sluiten is gewoonweg geen reële optie. Er moet (uiteraard) een verbetertraject komen. Wie het rapport leest, komt nog meer onthutsende zaken tegen. Het blijkt dat een belangrijk deel van de examens zijn ingekocht bij examenleveranciers, bij professionele organisaties dus. Het zijn vooral die examens die kwalitatief door de mand vallen. Het zal je maar worden gezegd: ”Exameninstelling, uw examens deugen niet”. Helaas noemt het Examenverslag geen namen van exameninstellingen. Jammer, omdat mijns inziens het best openbaar mag worden gemaakt wanneer een bedrijf geen kwaliteit levert. Het zou een dooddoener zijn om nu te eindigen met ‘er valt veel te verbeteren’. De vraag is natuurlijk ‘hoe dan’? Er zijn twee partijen in het spel, de mbo-instelling en de examenleverancier. In het mbo construeren docenten de examens. Kennelijk leidt dat in een aantal gevallen tot kwalitatief onvoldoende examens. Met andere woorden, hun kennis van examineren schiet te kort. Hier ligt primair een taak voor de lerarenopleiding waar zij het vak doceren hebben geleerd. Op de tweede plaats is er een taak weggelegd voor de schoolleiding. Die zou via instrumenten als intercollegiale toetsing het constructieproces positief kunnen bevorderen. In ieder geval is het nodig het toetsproces tot een gezamenlijke verantwoordelijkheid te maken. Dan de examenleverancier. Die moet zich diep schamen. Je mag toch aannemen dat daar professionals zich bezighouden met het construeren van examens. Kennelijk niet. En dat is schrikken. Men moet duidelijk eens bij zichzelf te rade gaan. Zonder de term wildgroei te willen gebruiken, mag je wel stellen dat de wereld van (particuliere) exameninstituten een warboel is waar commerciële overwegingen veelal prioriteit hebben. Er is niets tegen winst maken, integendeel. Maar als gepruts hiervan het gevolg is, is er iets grondig mis met de bedrijfstak. In dit nummer verschijnt de laatste gastcolumn van Joost Dijkstra. Hij is gedurende twee jaar onze columnist geweest. Zijn visie op de functie van toetsing heeft de lezer aangezet tot een meer kritische blik op de eigen praktijk. De redactie dankt Dijkstra voor zijn mooie bijdragen. In 2011 zal een nieuwe columnist de taak van Dijkstra overnemen. De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit van Maastricht. E-mail. H.vanBerkel@EDUC.unimaas.nl.

€ 6,95

EXAMENS 2010-03 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2010-03 september 2010 Spelling, grammatica en interpuntie meebeoordelen op eindexamens?Tweede kamer motie van de leden van Jan Jacob van Dijk en Jasper van Dijk, Ben Wilbrink, Denny Borsboom en Michel Couzijn Peer assessment in het basisonderwijs, Het effect van peer assessmenttraining op het geven van een spreekbeurt, Kelly Meusen-Beekman en Desirée Joosten-ten Brinke Terecht of niet? Een tentamen waaraan veel mis is, Henk van Berkel Column: Eerlijk duurt het langst, Joost Dijkstra Onderzoek: Optimale uniforme scoringsregels voor innovatieve vraagvormen, Hans Vos, Marlies Kloppenburg en Onno Tomson Aantoonbaar maken vakbekwaamheid binnen Achmea- De Wft als katalysator, Uit de praktijk, Harry van Dijk Kopstukken uit de examenwereld. Norman Verhelst – teamwerk en elkaars taal begrijpen , Annemarie de Knecht-van Eekelen en Ed Kremers Gezien en gelezen Wie zijn wij Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Waardevastheid van diploma’s In Nederland is het vertrouwen in de examinering in het voortgezet onderwijs hoog. Dat betekent dat de waardevastheid van diploma’s hoog is, dat leerlingen met een diploma zonder meer kunnen doorstromen naar andere onderwijsvormen of naar de arbeidsmarkt. Maar het vertrouwen in de waarde van het diploma staat onder druk. Niet voor niets heeft dit jaar de demissionair staatssecretaris van Onderwijs, Marja van Bijsterveldt, besloten dat de resultaten van het centraal schriftelijk eindexamen zwaarder gaan tellen. Vanaf het examenjaar 2012 kunnen leerlingen in het hele voortgezet onderwijs alleen slagen als het gemiddelde van de cijfers die zijn behaald bij het centraal schriftelijk voldoende is. Deze beslissing moet van invloed zijn op de zak/slaagregeling, want – zo zegt de staatssecretaris – ‘De lat moet omhoog, dat komt de waarde van het diploma en daarmee de kwaliteit van het onderwijs ten goede’. Zal de lat inderdaad omhoog gaan? Op het eerste oog lijkt dat logisch, maar dan is er geen rekening gehouden met de wijze van correctie van de centrale eindexamens. In Nederland kijkt de leraar van de eigen school de examenwerken van haar/ zijn leerlingen na en daarna volgt een tweede correctie door een leraar van een andere school. Het cijfer hangt dus in hoge mate af van de eigen leraar. Als ik dat aan buitenlandse collega’s vertelde, keken ze mij vol ongeloof aan. De eigen leraar kan toch nooit objectief beoordelen, was de reactie. En dan lieten ze corruptie nog buiten beschouwing. In zoveel landen is het leraarsalaris dermate mager, dat enkele steekpenningen maar al te makkelijk worden geaccepteerd. In de meeste landen worden groepen leraren getraind om als corrector op te treden. Zij kijken grote aantallen werken van hun onbekende leerlingen na. Hun scores worden besproken in vergaderingen van de examencommissies waar cesuren en cijfers worden vastgesteld. De objectiviteit is gewaarborgd, maar nadelen van een dergelijk systeem zijn de hoge kosten en de lange tijd voordat de resultaten bekend zijn. Er liggen toch snel twee maanden tussen examen en uitslag. In Nederland gaat het dus anders, maar zijn we daar tevreden mee? Examenprocedures zijn een pijler van het systeem waarop de waardevastheid van diploma’s is gebouwd en ook die moeten betrouwbaar en transparant zijn. De Onderwijsraad adviseert het omdraaien van de correctievolgorde. Een leraar van een andere school wordt dan eerste corrector. Bovendien heeft de Tweede Kamer de Onderwijsraad om advies gevraagd over de waarde van de behaalde diploma’s. Er zijn drie vragen gesteld: Kan de samenleving rekenen op de betrouwbaarheid van het diploma? Is het diploma voldoende herkenbaar? Houdt het diploma ook zijn waarde door de jaren heen? Het verzwaren van de eisen van het eindexamen is één stap, er zullen er nog meer moeten volgen om de waardevastheid van diploma’s te blijven garanderen. De redactie van het EXAMENS verwelkomt Jackelien ter Burg als nieuw lid. Zij is freelance onderwijskundige en is onder meer gespecialiseerd in item- en toetsenbankontwikkeling, beoordelen van items en toetsen, en training en advies op het gebied van beoordelingsinstrumenten. Mw. dr. A. de Knecht-van Eekelen is hoofdredacteur van EXAMENS. E-mail: a.van.eekelen@gmail.com.

€ 6,95

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper