logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Competent

Auteur: Fred de Roode

Competent. Je hoort het vaak de laatste tijd: competentiegericht onderwijs, competentiegerichte toetsing en assessment. Onderwijskundigen hebben niet zo’n brede kennisbasis als bijvoorbeeld natuurwetenschappers. Misschien ligt hierin wel een verklaring voor het telkens verzinnen van termen en ideeën die goed in het gehoor liggen en waarmee je als wetenschapper nog enigszins aan de weg kunt timmeren. En dat is tot daar aan toe, maar hinderlijk is het daarbij dat menig ander, zowel onderwijs- als andere kundigen, zich wat al te makkelijk door modieus taalgebruik laten meeslepen. Tot nu toe heeft bij mijn weten nog niemand een algemeen geaccepteerde en binnen het onderwijs bruikbare definitie van de term ‘competentie’ kunnen geven. Sterker nog: sommigen (De Bie & Mostert, 2000) schrijven zelfs over ‘de overbodigheid van een modieus begrip’ en houden zich liever bij de ‘ouderwetse’ vaardigheden en bekwaamheden. En oud-hoogleraar A.D. de Groot die ooit de meerkeuzevraag in Nederland min of meer populair maakte, schreef in 1986 al dat het woord competentie ‘geschikt [is] om onzekerheid en verschillen van opvatting over wat eigenlijk wordt bedoeld, toe te dekken’. Neem de situatie van vele pabo-studenten. Maar liefst 25 procent moest afgelopen jaar voortijdig de opleiding verlaten, omdat zij ondanks bijspijkercursussen nog steeds niet voldoende rekenvaardig zijn in termen van het eindniveau van groep 8-scholieren van de basisschool. Waardoor? Doordat in het voorafgaande onderwijs in ernstige mate verzuimd is de studenten elementaire kennis van en vaardigheid in het rekenen bij te brengen. Een ander voorbeeld: het Studiehuis in de tweede fase van het voortgezet onderwijs. Voor zover ik het kan overzien gaan daarachter óók ideeën over ‘competentiegericht leren’ schuil. Gevolg: menig eerstejaarsstudent aan een hbo- of wo-instelling klaagt over het feit dat zijn wiskundekennis en zijn kennis van het Engels beneden een acceptabele grens ligt. Desondanks hoorde ik in een nog recent verleden een collega onderwijskundige met enig dédain spreken over ‘kennistoetsen’, daarbij doelend op de (gelukkig) nog steeds gangbare schriftelijke tentamens en examens. Begrijp me goed: uiteraard heb ik niets tegen mensen die vaardig en bekwaam zijn, desnoods competent, wat dat ook moge betekenen, integendeel, graag natuurlijk en op het moment dat het aan de orde is horen die ook naar behoren getoetst te worden. Maar waarik me, zoals gezegd, enigszins aan stoor is het al te gemakkelijk accepteren van vage termen en ondoordachte ideeën in het onderwijs met soms heel vervelende gevolgen. Wat velen blijkbaar niet door hebben is dat iedere vaardigheid en bekwaamheid uiteindelijk berust op algemeen geaccepteerde kennis en inzichten, kortom ‘traditionele’ leerinhouden die verdienen geleerd én adequaat getoetst te worden. En dat is de beste garantie voor de latere ontwikkeling van bekwaamheden en (vooruit) competenties. Literatuur De Bie, D. & Mostert, P. (2000). Competentie, over de overbodigheid van een modieus begrip. Onderzoek van ‘Onderwijs’, 29 (2), 20-22. Groot, A.D. de (1986). Begrip van evalueren. Den Haag: VUGA. Drs. F.A. de Roode is werkzaam bij Open Universiteit Nederland te Heerlen.
Gratis
lees meer

EXAMENS 2007-04 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2007-4 december 2007 Assessment getoetst: nieuwe evaluatievormen en studieaanpak, David Gijbels en Gert Vanthournout Tentamens tandheelkunde: een experiment met beeldschermtoetsing, Silvester Draaijer, Denise van Diermen, Michel Jansen en Jaap Buis Persoonlijke vakbekwaamheidscertificaten uitgereikt, Jan Jacobs en Annemarie de Knecht-van Eekelen Taken van KCE naar inspectie: wat doet het ministerie en hoe reageert het veld?, Annemarie de Knecht-van Eekelen en Ad de Jongh Zelfsturende kappersleerlingen kijken in de spiegel, Wendy Kicken en Saskia Brand-Gruwel Ervaringen met CitoTester, Mark Martinot en Henny Tax Redactioneel Uit de praktijk Terecht of niet...? Gastcolumn Wie zijn wij? Agenda  Literatuur Gezien en gelezen NVE Drie zessen of meer lessen? In het veel genoemde rapport van de Onderwijsraad over de hoogst noodzakelijke verbetering van het onderwijspeil in het voortgezet onderwijs, zoomde de complete dagbladpers in op het voorstel over de examencijfers. Leerlingen die op het eindexamen een onvoldoende halen voor Nederlands, Engels of wiskunde zouden geen diploma moeten krijgen. Toen minister Plasterk hierover naar zijn mening werd gevraagd reageerde hij met de opmerking dat een dergelijke maatregel zou leiden tot ‘dramatische consequenties’. Hem was kennelijk door vooruitstrevende onderwijskundigen ingefluisterd dat bij een dergelijke regeling de helft van alle examenkandidaten havo en vwo zou zakken. Andere, meer behoudende onderwijsonderzoekers trokken dat in twijfel waarop de minister vervolgens te kennen gaf het hele plan van de Onderwijsraad nog eens ‘rustig te zullen bekijken’. Jammer voor Doekle Terpstra die namens de hbo-raad meedeelde wel wat te zien in zo’n maatregel en dus de minister adviseerde het voorstel over te nemen. Fijn voor het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) dat zijn kritiek alom verspreidde en het plan van de Onderwijsraad als ‘symboolpolitiek’ aan de kant schoof. Volgens het LAKS was dit niet de manier om het probleem van de aansluiting tussen voortgezet en hoger onderwijs op te lossen. En misschien was hun reactie zo gek nog niet. Naar mijn stellige overtuiging werd Plasterks reactie ingegeven door een andere overweging. Hij hield die echter zorgvuldig voor zich omdat die in de examenwereld van het voortgezet onderwijs wat minder populair is. En dat is het gevaar van normverlaging. Dat verschijnsel bestaat zolang leraren optreden als examinatoren en dus hun eigen leerlingen beoordelen, ook bij het centraal examen. Het is een onlosmakelijk gevolg van het ontbreken van absolute normen die dus ‘verschuifbaar’ of ‘manipuleerbaar’ zijn zowel door examencommissies als door individuele leraren-examinatoren. In die context is een dergelijke maatregel een papieren maar niet ongevaarlijke tijger. De eis van de drie voldoendes voor de drie genoemde vakken kan immers gerealiseerd worden zonder enige vorm van onderwijsverbetering. Niet de leerlingen zelf maar de examinatoren doen hun best om aan de gewenste norm te voldoen. Is dat zo’n vreemde veronderstelling? Leraren zijn er immers om leerlingen verder te helpen. Een goede leraar is een leraar met veel geslaagde leerlingen. Niets menselijks is de leraar vreemd. En met kwaadwilligheid heeft dat niets van doen. Maar dat alles helpt het onderwijs geen stap verder. Om een werkelijke verbeteringsslag in het onderwijs te maken, zijn de aanbevelingen van de onderwijsraad voor de langere termijn van meer belang. Kort samengevat gaat het daarbij om ‘meer over minder’, dat wil zeggen: meer diepgang bij minder examenvakken. En ook om de zorg voor een cursusprogramma waarin het voorgeschreven lesrooster ook daadwerkelijk gehaald wordt. Eveneens om de zorg voor goed gekwalificeerde docenten. Dat alles is niet opzienbarend, maar wel noodzakelijk en een kwestie van langere adem. Onderwijsverbetering bereik je niet zo maar met een eenvoudige cijfermatige ingreep. Examencijfers komen helemaal aan het einde van het proces. De vraag is: wat zit er achter een vijf of een zes? Mijn conclusie: Plasterk heeft gelijk de aanbeveling van de Onderwijsraad betreffende de aanscherping van de exameneisen voor havo en vwo op dit moment niet over te nemen. Liever meer en betere lessen dan de eis van de drie zessen.

€ 6,95

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper