logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Portret: De 5 H’s van Tinka van Vuuren

Tinka van Vuuren is sinds 1 april 2010 hoogleraar vitaliteitsmanagement bij de Open Universiteit. Vitaliteitsmanagement behelst alle activiteiten van een organisatie om medewerkers vitaal te houden, zodat ze hun hele loopbaan met plezier, gezond langer doorwerken en optimaal functioneren. Ze doet met name onderzoek naar de relatie tussen enerzijds een ‘leven lang leren’, duurzame inzetbaarheid, gezondheid en welzijn en anderzijds het beleid van bedrijven. Tinka is ook als consultant verbonden aan Loyalis Kennis en Consult en actief binnen het NIP als voorzitter van de accreditatiecommissie registerpsycholoog Arbeid & Organisatie en Arbeid & Gezondheid. Zij studeerde psychologie aan de Vrije Universiteit en promoveerde daar in 1990 op een studie naar het effect van dreigend ontslag op medewerkers. Na haar studie was zij onder meer werkzaam bij het ministerie van VROM en TNO. Welke visie op ons vakgebied draag jij uit? “Loopbaanontwikkeling kan een belangrijke bijdrage leveren aan vitale en duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Loopbaanbegeleiding is noodzakelijk als personen dit proces niet op eigen kracht kunnen vormgeven. Het is heel belangrijk dat mensen kunnen groeien in hun werk. Variëteit in taken en functies is nodig om vitaal te blijven. Mijn motto is: ‘Arbeid moet rollen’, er moet beweging zijn om te kunnen groeien. Ik word in mijn werk vooral geïnspireerd door theorieën en modellen uit de positieve psychologie.” De titel van Tinka’s oratie is in die zin illustratief: ‘Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden’. Inspirerend voor haar is het werk van Deci en Ryan (onderzoek naar de invloed van omgevingsfactoren op welzijn, motivatie en persoonlijke ontwikkeling) en van Schaufeli, Bakker en Demerouti (bevlogenheid en engagement). Wat wekt de meeste liefde in je op? “Ik vind het fijn als ik bij kan dragen aan het geluk en de vitaliteit van mensen. Verder streef ik naar een zo goed mogelijke koppeling van theorie, wetenschap en praktijk. Mijn wetenschappelijk werk moet methoden opleveren waarmee men in de praktijk aan de slag kan gaan. Zo heb ik nu een project onder handen bij een afvalverwerkingsbedrijf rond de thematiek van langer gezond doorwerken. Daarvoor ben ik in gesprek met alle geledingen uit de organisatie: de OR, P&O, management. Ik vind het dan prachtig als zo’n nuchtere man van de werkvloer in oranje bedrijfskleding tegen me zegt: ‘Wat je zegt is allemaal mooi, maar wat kunnen we daar nu mee?’ Dat stimuleert me weer om vooral ook naar praktische toepasbaarheid te kijken.” Hoe help je anderen in hun kracht te komen? “Als wetenschapper help ik met name mijn promovendi om focus aan te brengen en te houden. Als consultant probeer ik mensen in hun kracht te krijgen door de juiste vragen te stellen en feedback te geven. Het gaat daarbij doorgaans om beleidsondersteuning en dan is het van belang dat men zich afvraagt wat prioriteiten zijn, wat haalbaar is en hoe men grip op situaties kan krijgen. Ik heb hierbij geen specifiek rolmodel of held(in) voor ogen. Terugkijkend zie ik dat de mensen die mij zelf in de loop van de tijd hebben begeleid, nu soms fungeren als inspiratiebron. Waar help je cliënten en opdrachtgevers concreet mee? Doorgaans werk ik op afdelingsniveau, binnen kleinere organisatieonderdelen. Er wordt gestart met een workshop om bewustwording te ontwikkelen op het gebied van duurzame inzetbaarheid en vitaliteit. Daarna breng ik met behulp van de door ons ontwikkelde scan ‘Vitaal in je werk’, de stand van zaken op het gebied van vitaliteit in kaart alsmede de factoren die dat beïnvloeden, zoals levensstijl en werksituatie. Daarna presenteren we de resultaten via een power point. Ik geloof niet zo in de effectiviteit van schriftelijke rapportages, vaak belanden die in een lade en blijven daar ook liggen. Tot slot discussiëren we dan over een plan van aanpak. Ik stel dan vragen als: ‘Wat gaan jullie aanpakken, hoe en wanneer?’ Mijn hele aanpak is er op gericht om mensen in actie te laten komen. Wanneer zet jij je hakken in het zand? Ik zet mijn hakken niet zo snel in het zand, dan haak je in feite af. Ik ben meer van het overtuigen. Ik laat mijn mening weten en ben niet bang om op zaken of personen af te stappen. Onethische zaken die op mijn tegenstand zouden stuiten, kom ik in mijn praktijk eigenlijk niet tegen. Die heb ik tot nu niet meegemaakt.
Gratis
lees meer

Lezerscolumn: Sleutelgat

Auteur: Els Ackerman

“Met wie heb je je gesprek volgende week?”, vraag ik mijn cliënt. “De directeur en het hoofd P&O”, zegt hij. Hij pakt de uitnodigingsbrief voor het sollicitatiegesprek en leest de namen voor. “Nee, ik ken ze niet”, zeg ik. Deze scène speelt in het verleden, dat zal elke loopbaanprofessional herkennen. Want zo doen we het niet meer. Dat komt door LinkedIn. Als je geen profiel op LinkedIn hebt, besta je niet. Tenminste niet in de wereld van recruiters, sollicitanten, selectiecommissies en loopbaanadviseurs. De recruiter of de HRM-manager heeft het profiel van interessante sollicitanten uiteraard bekeken. De sollicitant screent na ontvangst van de uitnodiging de profielen van de sollicitatiecommissie. De loopbaanadviseur die zich laat certificeren bij het CMI leest de profielen van de mensen die in de toetsingscommissie zitten. Dat gaat soms in het geheim, als je als LinkedInlid niet hebt aangevinkt dat degene wiens profiel je bekijkt mag weten wie je bent. Op mijn eigen LinkedInpagina kan ik zien wie de afgelopen vijf of tien dagen mijn gegevens hebben doorgelezen. Bekende of onbekende namen, maar ook mensen die worden aangeduid als ‘lid van LinkedIn’ of ‘iemand uit de bedrijfstak professionele coaching en training uit Utrecht en omgeving’. Klik ik op die laatste woorden, dan komt er een lijstje van mensen op wie deze beschrijving van toepassing is. Er bestaat dus blijkbaar echt anoniem en iets minder anoniem. Zelf heb ik een vinkje gezet in de categorie ‘Naam en kopregel’, zodat de mede-LinkedInner die ik heb bekeken weet dat ik dat heb gedaan. In ouderwetse boeken luisterde men elkaars gesprekken af via het sleutelgat. Oor tegen de deur, en zo hoorde je de geheimen die niet voor je oren bestemd waren. Of kijken met één oog voor het sleutelgat, in de tijd dat die gaten nog groot waren en niet met een lipsslot beveiligd. Iemand die vermoedde dat hij werd afgeluisterd, kon ineens naar de deur rennen en die opengooien in het verbouwereerde gezicht van de geheime luisteraar. Alles wat je op LinkedIn zet is in principe openbaar en iedereen kan het lezen. Toch zijn er recruiters en HRM’ers die geïrriteerd doen als de sollicitant niet alleen zijn bloknoot of tablet op tafel legt, maar ook de uitgeprinte profielen van zijn gesprekspartners. Blijkbaar is het tegen de code om expliciet te laten merken dat je hun profiel gelezen hebt, terwijl de sollicitant weet dat de andere kant van de tafel hetzelfde gedaan heeft. De een mag blijkbaar wel door het sleutelgat kijken en de ander niet. Het laatste nieuws op dit terrein is dat sommige werkgevers de LinkedInprofielen van hun medewerkers beoordelen op geheel eigen criteria en daarvan melding maken in het personeelsdossier. Zonder die werknemers daarvan op de hoogte te brengen. Tijd voor een nieuwe code ‘Hoe hoort het eigenlijk’? Els Ackerman is zelfstandig loopbaanadviseur in Rotterdam in haar ‘Praktijk voor Loopbaanadvies en Coaching’.
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper