logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Duurzaam beoordelen

Auteur: Desirée Joosten-ten Brinke

Duurzaam beoordelen. Sluijsmans, Dominique (2008). Betrokken bij beoordelen. Intreerede aan de faculteit Educatie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. ISBN: 978-90-7476-215-1 Op 6 juni 2008 sprak Dominique Sluijsmans haar intreerede uit voor het lectoraat ‘Duurzaam beoordelen in vraaggestuurd leren’. Deze publicatie is daarvan de uitgebreide vastlegging. Sluijsmans spreekt in haar lectoraatsrede over duurzaam beoordelen. Hieronder verstaat zij beoordelen dat continu plaatsvindt zodat kennis en kunde langer beklijven en beoordelen waarin een centrale rol voor de leerling is weggelegd. Deze vorm van beoordelen sluit goed aan bij ‘leven lang leren’ en vraaggestuurd leren. Zij is van mening dat de huidige cultuur van normgericht en criteriumgericht toetsen, de onduidelijkheid van criteria en standaarden en een gebrekkige aansluiting tussen leren en beoordelen geen bijdrage leveren aan duurzaam beoordelen en vraaggestuurd leren. Om duurzaam beoordelen goed in te voeren zijn volgens Sluijsmans drie hoofdzaken van belang. Ten eerste kan beoordelen worden benaderd vanuit een ontwerpperspectief. Zij stelt een model van beoordelen voor waarbij beoordelingen van een individu in de tijd met elkaar vergeleken worden en niet worden vergeleken met beoordelingen van andere individuen. Dit model noemt zij het ‘ipsatief beoordelingsmodel’. Standaarden en criteria kunnen in deze zienswijze flexibel worden aangepast. Het gevolg zou moeten zijn dat leerlingen met meer plezier gaan leren waardoor het geleerde langer blijft hangen en de kans op groei in leren toeneemt. Een tweede hoofdgedachte voor het realiseren van duurzaam beoordelen is dat er transparant wordt gecommuniceerd over beoordelen. Duidelijk moet zijn welk beoordelingsmodel gebruikt wordt, hoe het beoordelingsproces eruit ziet en wat de beoordelingscriteria en standaarden zijn.Als derde hoofdgedachte voor duurzaam beoordelen noemt Sluijsmans zelfsturing bij beoordeling. Vraagsturing betekent een actieve betrokkenheid van leerlingen. Onderzoek heeft aangetoond dat leerlingen daartoe niet goed in staat zijn en dat het in de praktijk nauwelijks wordt toegepast. Om zelfsturing door leerlingen bij beoordelen te stimuleren moet daarmee al bij het ontwerpen van het onderwijs rekening worden gehouden. Zij geeft een voorbeeld van leerlingbetrokkenheid waarbij de leerling een keuze maakt uit de beschikbare beoordelingstaken en beoordelingscriteria. Deze taken en criteria zijn vooraf door de instelling ontworpen en geven richting aan de zelfsturing van de leerling. De intreerede is een goed leesbaar en informatief boekje waarin de theorie over beoordelen, vraaggestuurd leren en onderwijsontwerp kort en bondig wordt beschreven en dat duidelijk richting geeft aan het lectoraat. Een aanrader voor iedereen die te maken heeft met beoordelen in de onderwijspraktijk. Toch zijn er wel een paar vraagtekens te plaatsen. Bijvoorbeeld bij het flexibel aanpassen van standaarden. Hoe voorkom je dat leerlingen onder hun niveau gaan presteren als ze zelf meer controle krijgen over de criteria? Op welk moment bepaalt de leerling de standaard? En zorgt het ipsatief beoordelen niet voor een algemene devaluatie van het onderwijs? Gelukkig geeft Sluijsmans hier toch de ontwerpers een belangrijke rol. Vooraf moet vastgesteld worden welke criteria essentieel zijn voor een succesvolle taakuitvoering en het ontwerpen van betekenisvolle beoordelingstaken is essentieel.De vraag is hoe ver je kunt gaan in de zelfsturing van leerlingen. En of dit bij lerenden in alle leeftijdsklassen past. Het blijft toch de verantwoordelijkheid van een opleiding dat een leerling een bepaalde standaard behaalt, dat deze standaard vooraf wordt vastgesteld en gecommuniceerd. De voorbeelden die Sluijsmans noemt, waarbij de leerling deze standaard wel kan bijstellen onder eigen verantwoordelijkheid, komen uit informele leeromgevingen zoals de sport. Maar daar geldt ook dat afhankelijk van de persoonlijke standaard vervolgmogelijkheden openstaan. Meedoen aan de Olympisch Spelen is niet voor iedereen weggelegd. De heldere standaarden zorgen juist voor de al gemotiveerde en talentvolle sporters dat ze een tandje bijzetten om de standaard te halen. Zijn gemotiveerde leerlingen ook in formele leeromgevingen niet juist gebaat bij een vaste standaard? Drs. D. Joosten-ten Brinke is redacteur van EXAMENS. Zij is als onderzoeker werkzaam bij de Open Universiteit Nederland. E-mail: Desiree.Joosten-tenBrinke@ou.nl.
Gratis
lees meer

‘Parijs is nog ver’: over het traject van het ErVaringsCertificaat

Auteur: Marcel Claessens

In mei introduceerde de overheid met veel publicitair vertoon het ervaringscertificaat. Een ervaringscertificaat is een papiertje waarmee je als werknemer aantoont dat je beschikt over een groot aantal competenties van je beroep. Met zo’n certificaat kun je onder andere je opleidingstraject verkorten en ook kun je ermee vrijstelling voor examens krijgen. Het ervaringscertificaat is, kort door de bocht geformuleerd, een ‘gepimpte’ EVC-rapportage. Het is nu zomer en de Tour de France is inmiddels van start gegaan: de eerste dopinggevallen zijn al bekend en er is nog geen uitgesproken favoriet voor de eindzege. Maar ook rijst de vraag: heeft het stormgelopen met EVC-aanvragen bij een mbo-instelling als Zadkine? Je zou verwachten van wel, want in een werkstad als Rotterdam barst het van de werknemers met wel veel ervaring in hun beroep, maar die nog niet beschikken over het bijbehorende diploma. De werkelijkheid is dat er na de introductie een paar telefoontjes zijn geweest met de vraag of men het certificaat ‘even’ kon ophalen. Daarna is het angstig stil geworden. Blijkbaar is de praktijk een stuk weerbarstiger dan een aantal hippe jongeren in een promospot doet vermoeden. Ik denk dat er twee belemmeringen zijn voor het verzilveren van ervaringen en competenties. Op de eerste plaats is er de vraag wie precies wat doet en wie over wat gaat. Ik bedoel daar het volgende mee. Het ervaringscertificaat wordt verstrekt door een zogenaamde EVC-aanbieder, zijnde een organisatie die zich buiten de examencommissie bevindt. Met het certificaat in de hand gaat de werknemer naar de examencommissie en dient een verzoek tot vrijstelling in. Hier begint echter de schoen te wringen. De achterliggende gedachte achter het certificaat is dat de examencommissie alleen op basis hiervan overgaat tot het verlenen van vrijstellingen. De examencommissie moet er op vertrouwen dat het certificaat op goede gronden is verleend. Het is de vraag of een examencommissie ‘blind’ deze vrijstellingen zal verlenen. In het najaar gaat de onderwijsinspectie de kwaliteit van de EVC-aanbieders onderzoeken. Hoewel dat een zekere mate van garantie met zich mee zal brengen, acht ik het waarschijnlijk dat er toch een dubbelcheck door de examencommissie zal plaatsvinden, zeker als het certificaat is verleend door een onbekende EVC-aanbieder. De tweede belemmering is gelegen in de opzet van de nieuwe kwalificatiestructuur in het mbo. De bestaande opleidingenstructuur die gebaseerd is op landelijk vastgestelde eindtermdocumenten, wordt momenteel vervangen door in totaal 237 competentiegerichte kwalificatiedossiers. In de oude structuur zijn opleidingen opgeknipt in een aantal deelkwalificaties. EVC-aanvragen kunnen worden gehonoreerd via vrijstelling op het niveau van deelkwalificaties. Echter, in de nieuwe competentiegerichte structuur is de zogenaamde ‘certificeerbare eenheid’ bijna altijd gelijk aan de totale opleiding. Een ervaringscertificaat legt dan te weinig gewicht in de schaal om vrijstelling voor examinering te verkrijgen. Er moeten dus nog wel wat hobbels worden genomen voordat het ervaringscertificaat op grote schaal de vrijstellingsgrondslag voor examens gaat vormen. Om in wielertermen te blijven: ‘Parijs is nog ver…’. Dr. M. Claessens is werkzaam als projectleider examinering bij Zadkine te Rotterdam. E-mail: M.Claessens@zadkine.nl.
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper