logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Evalueren om te leren - Toetsen en beoordelen op school. Bussum:

Auteur: Alex van de Kerkhof

Jos Castelijns, Mien Segers, Katrien Struyven (redactie) (2011). Evalueren om te leren - Toetsen en beoordelen op school. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN 978 90 469 0253 0. € 28,-.Te bestellen via www.coutinho.nl. De illustratie op de voorkant van Evalueren om te leren is een alleraardigst gekozen metafoor: een jongetje klautert langs een klimwand omhoog. Een gewaagd avontuur, maar gelukkig zit het kind vast aan een veiligheidstouw en mocht het eens vallen, zal het geen letsel oplopen. Men kan het niet op de afbeelding zelf zien, maar ongetwijfeld worden vanaf de zijkant goede raadgevingen geroepen. Met dit alles wordt precies de kern verbeeld van dit nieuwe leerboek: leerlingen die onderweg zijn helpen in hun verdere ontwikkeling. Die hulp bestaat uit feedback en evaluatie, gegeven door de leraar, medeleerlingen en zelfs ouders, maar ook de zelfreflectie is een belangrijk instrument om steeds weer een stapje hoger te komen. In Evalueren om te leren gaat het hoofdzakelijk om ‘formatieve’ evaluatie, die zich onderscheidt van de ‘summatieve’ waarbij het gaat om het beoordelen van het niveau of de geschiktheid van leerlingen aan het einde van een bepaalde fase of periode. Formatieve evaluatie is juist vooral bedoeld om de leerling inzicht te geven in het eigen leerproces en aanwijzingen te geven tijdens het leerproces.Aan Evalueren om te leren hebben een vijfentwintigtal deskundigen, veelal met een onderwijskundige achtergrond, veelal werkzaam aan universiteit of hogeschool, een bijdrage geleverd. Hun afzonderlijke, soms theoretische, soms praktische bijdragen zijn handig geordend in een drietal overkoepelende delen: Een kader voor Evalueren om te leren, Praktische vormgeving van Evalueren om te Leren in de klas en Bouwstenen voor schoolbeleid. Het eerste deel schets een theoretisch kader voor toetsen en beoordelen op school. Zo worden in vogelvlucht enkele leer- en motivatietheorieën geschetst, enkele basale uitgangspunten bij het evalueren behandeld en worden bouwstenen aangereikt voor het evalueren om te leren. In het tweede deel worden veel praktische adviezen gegeven, zoals over op welke wijze effectief feedback te geven (bijvoorbeeld door het vooral ook te hebben over wat goed gaat en niet alleen over wat nog niet goed gaat, en bij oordelen het woordje ‘maar’ te vermijden). Het handige van dit deel is dat gewerkt wordt met realistische casussen, zodat de (aankomende) leraar zijn eigen inzichten aan die van de auteurs kan toetsen. Andere nuttige onderwerpen in dit deel zijn onder andere peer assessment, zelfreflectie, het werken met portfolio’s en het evalueren van projectwerk. In het slotdeel komen kwesties aan de orde als hoe leraren voor evaluatie om te leren gewonnen kunnen worden en welk schoolbeleid daarbij passend is, welke rol ouders bij de evaluatie kunnen spelen en hoe in het algemeen op school de kwaliteit van de evaluatie bewaakt kan worden. Elk hoofdstuk uit Evalueren om te leren eindigt voorbeeldig met enkele reflectievragen, bruikbaar voor studerenden, maar ook voor ervaren leraren, schooldirecties of anderszins geïnteresseerden kan deze bundel voor oriëntatie of doelgericht beleid zijn nuttige functie hebben. De heer drs. A.J.M. van de Kerkhof is redacteur van EXAMENS. E-mail: alex.vandekerkhof@cito.nl.
Gratis
lees meer

De traditie van het rode potlood

Auteur: Wynand Wijnen

Over het beoordelen van profielwerkstukken kent de scholengemeenschap te V. geen duidelijke beleidslijn. Feitelijk wordt het beleid aan de individuele docenten overgelaten, maar dat leidt er dan in de praktijk wel toe dat er regelmatig klachten zijn van leerlingen. Soms zijn leerlingen van mening dat bepaalde opmerkingen beter tijdens de begeleiding gemaakt hadden kunnen worden: ze hadden er dan nog iets aan kunnen doen. Andere leerlingen vinden het storend dat docenten alleen maar de vinger leggen op de zwakke punten, terwijl ze toch zo goed mogelijk hun best hebben gedaan. Het kan toch niet zo zijn dat hun werk alleen maar uit tekorten bestaat. Een jonge docent in een eindexamenklas heeft deze opmerkingen serieus genomen. Hij besluit om in de beoordelingen aandacht te besteden aan zowel sterke als zwakke punten. Voor deze beginnende docent, die meteen een eindexamenklas heeft gekregen vanwege het lerarentekort, staat vast dat profielwerkstukken niet alleen maar uit zwakke punten bestaan. In zijn eigen opleiding vond hij het ook al storend dat zijn docenten eerder klaar stonden met het rode potlood dan met een schouderklopje. Hij vindt het van belang om eerst aandacht te besteden aan de zaken die goed, creatief of vindingrijk zijn. Het benadrukken van de goede dingen is immers veel stimulerender dan het wijzen naar alles wat beter zou kunnen. Zoals er in alle profielwerkstukken zwakke punten aangewezen kunnen worden, is er in alle profielwerkstukken ook sprake van sterke punten waarvoor de leerlingen een pluim verdienen. De traditie van het rode potlood is echter moeilijk om te buigen. Het corrigeren van een proefwerk bestaat veelal uit het aanstrepen van de fouten en het tellen daarvan. Beoordelingen zijn in veel gevallen gerelateerd aan het aantal gemaakte fouten en veel minder aan de zaken die goed of bijzonder goed werden opgepakt. De beginnende docent moet heel wat tijd investeren om zijn meer ervaren collega’s ervan te overtuigen dat aandacht besteden aan de sterke punten van de profielwerkstukken loont. Mensen – en ook leerlingen – zijn gevoelig voor positieve opmerkingen. Hun motivatie wordt erdoor gestimuleerd en veelal is een sterkere inzet het gevolg. Misschien moet wel worden geconcludeerd dat het rode potlood een statusverhogend effect heeft voor de leraar, maar een positief effect op de inspanningen van de leerlingen is nog niet overtuigend aangetoond. Gaandeweg gaat het docentencorps overstag. De collega’s van onze beginnende docent geven meer en meer ruimte aan positieve, stimulerende signalen naar de leerlingen toe. Die leiden tot een betere inzet van de leerlingen, tot positieve verbeteringen in de profielwerkstukken, tot een duidelijke tevredenheid bij de ouders en toteen zeker enthousiasme bij de schoolleiding. Natuurlijk is het nieuw en het nieuwe moet altijd rekenen op enige achterdocht, maar de feitelijke effecten zijn duidelijk en overtuigend. Voor het beoordelen van profielwerkstukken spreken de docenten af dat er eerst een passage wordt gewijd aan de sterke punten en daarna een passage aan de punten die verbeterd zouden kunnen worden. Dit geeft een positieve impuls aan de profielwerkstukken waaraan zowel leraren als leerlingen meer tijd en zorg besteden. Prof.dr. W.H.F.W. Wijnen was hoogleraar Ontwikkeling en Onderzoek van het Hoger Onderwijs aan de Universiteit Maastricht
Gratis
lees meer

Netwerkbijeenkomsten over toetsing in het wo

Auteur: Hans Mariën

De Universiteit van Tilburg en IVA beleidsonderzoek organiseerden gedurende het academisch jaar 2010-2011 drie netwerkbijeenkomsten rond het thema ‘ Kwaliteit van toetsing in het wetenschappelijk onderwijs’. Na een startbijeenkomst in Tilburg in 2010 zijn in 2011 twee vervolgbijeenkomsten gehouden bij SURF Foundation in Utrecht. Op initiatief van Claudia Loijens, medewerker toetskwaliteit van de Universiteit van Tilburg, en Paula Willemse, senior onderzoeker van IVA beleidsonderzoek, is een aantal bijeenkomsten over toetsing georganiseerd met deelnemers van 10 verschillende universiteiten. Uit een inventarisatie bleek dat aan de universiteiten behoefte bestaat om kennis te delen en te ontwikkelen, informatie te verstrekken en samen te werken ter verbetering van de kwaliteit van de toetsing. In de eerste bijeenkomst zijn onder meer de volgende thema’s en bijbehorende vragen uitgesproken die leidend zijn geweest voor de invulling van de volgende bijeenkomsten: • Examencommissie: hoe ondersteun je examencommissies in hun nieuwe rol?, • Docenten: hoe zorg je ervoor dat centraal toetsbeleid de docent bereikt?, • ICT: wat zijn de mogelijkheden en moeilijkheden van digitaal toetsen?, • Toetsbeleid: wat is goed toetsbeleid en hoe komt dit tot stand?, wat zijn minimale eisen voor de (nieuwe) accreditatie?, • Betrouwbaarheid en validiteit van toetsen: kan universiteitsoverschrijdend onderzoek worden opgezet?, hoe voorkom je fraude bij toetsing? Gerard van de Watering, medewerker kwaliteitszorg en onderwijsinnovatie van de Technische Universiteit Eindhoven, heeft resultaten van een drietal onderzoeken gepresenteerd: 1o ronde vak-evaluaties, 2o een vragenlijstonderzoek over validiteit, betrouwbaarheid, transparantie en efficiëntie (kwaliteitscriteria van toetsing) en 3o naar de opzet van toetsen, het toetsconstructieproces, het beoordelingsproces, de betrouwbaarheid en de cijferbepaling in een steekproef van 35 toetsen uit een totaal van circa 1.400 toetsen. De examencommissie was het thema van de tweede netwerkbijeenkomst. De plaats van de examencommissie in de faculteit of instelling, de relatie van de toetsdeskundige tot de examencommissie, de MOC-rollen (Managing Organizational Change) en de stappen om tot verandering van de organisatie te komen hebben ruime aandacht gekregen. Een casusbeschrijving over een chaotisch verlopen toets gaf de gewenste praktijksituatie waarin MOC-rollen en positie van de examencommissie werden benoemd en geduid. In de derde bijeenkomst stond de implementatie van toetsbeleid bij de verschillende universiteiten centraal. Jan Steen gaf een presentatie over de totstandkoming van toetsbeleid bij Wageningen University. Deelnemers maakten daarna een stappenplan van de (mogelijke) implementatie van het toetsbeleid binnen hun eigen instelling. Wie maakt het plan? Hoe landt het plan in de organisatie? Hoe wordt het plan uitgevoerd? Wie heb je nodig om het toetsbeleid te laten werken? Deelnemers hebben aangegeven het netwerk te willen voortzetten. De aanwezigheid van verschillende gremia wordt als positief en inspirerend ervaren. Het werken met casussen en opdrachten stimuleert om na te denken over de eigen praktijk en de ‘theoretische prikkeling’ helpt daar zeker bij! Wie interesse heeft in het bijwonen van de netwerkbijeenkomsten in het academisch jaar 2011-2012 kan contact opnemen met Hans Mariën, onderzoeker bij IVA beleidsonderzoek: tel. 0134668484 of email: j.b.a.marien@uvt.nl.
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper