logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Recensie van Motivatiecongres

Auteur: Guido van de Wiel

Met een NS-kaart naar je stage gaan en er vandaan komen met een BMW. Arko van Brakel deed het. Deze “serial entrepreneur” vertelt: ‘Het slagen van je leven staat of valt met het hebben van een doel. Je brein kent het woordje ‘niet’ niet. Als ik mijn zoontje wil leren fietsen, moet ik niet zeggen: “Fiets niet de struiken in”, want dan gaat het geheid mis. Ik kan beter zeggen: “Blijf in het midden van de stoep rijden.” Hij vertelt hoe belangrijk het is om een doel te hebben. Ook al heeft hij miljoenen gehad en miljoenen verloren: geld is nooit een doel. ‘Wat is een ander woord voor geld?’ vraagt Arko de zaal. ‘Juist. Ruilmiddel, betaalmiddel, een waardemiddel. Geld is een middel en nooit een doel op zich.’ Ronald Naar neemt het stokje over: ‘Je hebt niet alleen een doel nodig, maar vooral een plan. Verliezers hebben een excuus, winnaars hebben een plan,’ zo citeert hij Marc Lammers. Zowel bij Arko van Brakel als bij Ronald Naar vliegen de oneliners deze middag de aanwezigen om de oren. ‘Talent is mooi, maar met talent alleen red je het niet. Er is nog iets nodig. Dat is discipline. Een plan, discipline en de juiste uitvoering: dat leidt tot succes. Als een klimmer niet genoeg drinkt, droogt hij uit. Dat maakt dat je vingers niet voldoende doorbloed raken. De vingers van een klimmer bevriezen niet door de kou, maar ze bevriezen door stupide gedrag!’ Degene die de middag echt naar een topniveau tilde was Victor Muller die met het kleine Spyker Saab aankocht. Hij treedt de zaal – ondanks zeer negatieve berichten die dag in de krant – met open vizier tegemoet. Hij doet de zaal een voorstel. ‘Ik kan mijn presentatie doen, of jullie stellen mij de vragen die je altijd al had willen stellen. Ik beloof jullie dat ik overal eerlijk op zal antwoorden.’ We deden beiden. Hij vertelde hoe Saab oorspronkelijk een vliegtuigbouwer was en over Saab 92: ‘Nummer 91 was nog gewoon een vliegtuig. Saab 92 was een auto. Ze hebben gewoon het volgende reeksnummer genomen.’ Er volgt een kritische vraag uit het publiek. Iemand citeert de kop “Zweden zijn Spyker zat door chaos Saab” uit de Telegraaf van die dag. Victor Muller reageert als volgt: ‘Het zijn allemaal fenomenen die op zich gezien vervelend zijn. Het is mijn probleem. Ik los het op. Het klopt: al die componenten samen geven een vervelend beeld en het is ook vervelend. Het beste wat ik kan doen is de schade beperken en rustig doorgaan met ademhalen. Het aller-slechtste wat een CEO kan doen is paniekvoetbal. Als ik aan paniekvoetbal deed, stond ik hier niet vandaag met zo’n artikel in de krant. I don’t care. Ik word er niet warm of koud van. Als ik me daardoor zou moeten laten leiden, kan ik het werk wat ik heb niet doen. Als leider moet je zeggen: “Water on a duck’s back”. Wat de Telegraaf schrijft in Holland – met alle respect – Who cares? Ik moet er voor zorgen dat er wereldwijd Saabs verkocht worden. In Amerika, mijn grootste markt, wordt er heel weinig Telegraaf gelezen. U gaat er aan voorbij dat ik een onderneming run die wereldwijd 51 landen vertegenwoordigd is. Je kunt je beleid niet afstemmen op de Telegraaf. Weet u wat het met de krant is? Morgen verpakken ze er de vis in.’ Victor Mullers verhaal ging niet over motivatie, maar zijn verhaal zelf motiveerde. Enorm.  Guido van de Wiel is directeur/eigenaar van organisatieadviesbureau Wheel Productions en houdt zich bezig met de creërende kracht van verhalen in organisaties. Daarnaast schrijft hij als ghostwriter managementboeken op maat.  
Gratis
lees meer

Samenvatting promotie Lilian Eggens

Omvang sociaal netwerk heeft positieve invloed op studieresultaten In het huidige onderwijsstelsel ligt de nadruk sterk op het voorkomen van studievertraging. Studenten worden aangemoedigd alle beschikbare tijd in hun studie te stoppen. Geen bestuursfuncties meer, liever geld lenen dan een bijbaantje… Alles om de studie zo snel mogelijk af te ronden. Het kan ook anders, ontdekte Lilian Eggens. ‘Inzetten op een goede motivatie is veel effectiever.’ Eggens promoveerde op 3 maart 2011 aan de Rijksuniversiteit Groningen.   Eggens bekeek welke elementen het studiesucces voorspellen. Ze keek daarbij onder andere naar de prestatiemotivatie, de mate waarin de student tijd besteedt aan andere zaken dan de studie, de neiging om dingen uit te stellen en uitstelgedrag. Van deze variabelen voorspelde alleen motivatie het studiesucces. Gemotiveerde studenten halen hogere cijfers en lopen minder studievertraging op. Eggens onderzocht tevens de persoonlijkheid van studenten. Ze gebruikt hiervoor de ‘Big Five’-persoonlijkheidstheorie. Hierin vormen vijf elementen de basis van het begrip persoonlijkheid: extraversie, mildheid, zorgvuldigheid, emotionele stabiliteit en autonomie. De persoonlijkheid is van invloed op de prestaties, maar niet rechtstreeks. Zo zijn zorgvuldige studenten doorgaans gemotiveerder dan studenten die hoog scoren op een van de andere kenmerken. Een opvallende uitkomst van Eggens’ onderzoek is dat emotioneel stabiele studenten doorgaans minder gemotiveerd zijn dan emotioneel instabiele studenten. ‘Het kan goed zijn dat emotioneel instabiele studenten meer drempelvrees hebben. Ze zijn onzeker en nerveus over hun prestaties en compenseren dit door hard te werken en zich extra in te zetten om goed te presteren. Hun prestatiemotivatie is dus groter.’  Het onderhouden van een druk sociaal leven lijkt tot slot niet ten koste te gaan van de studieprestaties. Een relatief groot sociaal netwerk blijkt een positieve invloed te hebben op de studieresultaten. Eggens: ‘Je zou kunnen denken dat het onderhouden van al die contacten tijd en energie kost, die dus niet besteed kan worden aan het studeren. In de praktijk blijkt de grootte van het netwerk echter juist een positief effect te hebben. Hoe groter het netwerk, hoe kleiner de kans op studievertraging. Het netwerk fungeert waarschijnlijk als vangnet, kruiwagen en als buffer tegen de negatieve gevolgen van stress.’ Dit positieve effect gaat niet op bij studenten met een relatief oud netwerk. Eggens: ‘Waarschijnlijk is dat omdat de verschillende leden van het netwerk in een andere levensfase zitten. Dat kan rolconflicten opleveren die van invloed zijn op het studiegedrag.’ Interventies om uitval of vertraging bij studenten te voorkomen zouden ook gericht moeten worden op de motivatie van studenten, stelt Eggens. Prestatiemotivatie heeft invloed op het studiesucces, op de neiging om dingen uit te stellen en het uitstelgedrag. Ook voor studenten zelf kunnen de onderzoeksresultaten interessant zijn, denkt Eggens. ‘Het is goed dat ze zich ervan bewust zijn dat ook andere elementen een rol spelen als het gaat om studiesucces dan ‘hard studeren’, gemotiveerd zijn dus, en zorgen dat je alles op tijd afrondt. Ook de sociale context waarin het leren plaats vindt heeft invloed op hoe goed ze het doen.’
Gratis
lees meer

Promotie: Liegen in onderhandelingen

Auteur: Lukas Koning

Hoewel we liegen onethisch vinden (Dees & Cramton, 1991) is het toch iets dat we regelmatig doen. Onderzoek heeft aangetoond dat we gemiddeld twee keer per dag liegen (DePaulo, Kashy, Kirkendol, Wyer & Epstein, 1996). Vooral in onderhandelingen wordt vaak gelogen (Lewicki, 1983). Een onderhandeling is een situatie waarin we tegenstrijdige motieven nastreven; enerzijds streven we ernaar onze eigen belangen te behartigen, maar anderzijds moeten we ook aan de belangen van anderen denken om een compromis te kunnen bereiken. Vooral in zulke situaties komt liegen vaak voor; met een leugen kan men het eigenbelang dienen zonder dat anderen hiervan op de hoogte zijn. Onderzoek heeft dan ook veelvuldig aangetoond dat mensen liegen om hun eigenbelang te dienen (zie bijvoorbeeld Boles, Croson & Murnighan, 2000) Maar is eigenbelang de enige reden waarom mensen liegen of zijn er ook andere redenen? Wij stellen een instrumentele benadering van liegen voor waarin liegen gezien wordt als middel om een doel te bereiken. Een instrumentele benadering gaat er vanuit dat mensen het middel kiezen dat hen het meest effectief lijkt om een bepaald doel te bereiken. Of men wel of niet liegt, hangt dus af van het doel dat men nastreeft. Daarnaast onderstreept een instrumentele benadering het belang van eventuele alternatieve middelen. Mensen zullen minder geneigd zijn te liegen als zij ook andere middelen hebben om hun doelen te bereiken. In ons onderzoek hebben we aangetoond dat eigenbelang niet het enige doel is waarvoor mensen liegen. Mensen logen ook om uitbuiting te voorkomen en om een eerlijke verdeling te bewerkstelligen. Daarnaast laat ons onderzoek zien dat mensen eerder geneigd zijn te liegen als zij geen goede alternatieve middelen hebben om hun doelen te bereiken. Mensen in een zwakke, machteloze onderhandelingspositie logen vaker dan mensen in een sterke onderhandelingspositie (Koning, Steinel, Van Beest & Van Dijk 2011). Overigens was men ook vergevingsgezinder tegenover een ander die gelogen had in een zwakke onderhandelingspositie (Koning, Van Dijk, Van Beest & Steinel, 2010). Tot slot laat ons onderzoek zien dat mensen liever over hun eigen opbrengsten liegen dan over die van anderen. Liegen over de opbrengsten van anderen wekt valse verwachtingen en wordt daarom schadelijker gevonden. Ons onderzoek laat zien dat een instrumentele benadering ons kan helpen begrijpen waarom mensen liegen of juist afzien van een leugen. Eigenbelang blijkt niet het enige motief te zijn om te liegen en leugens kunnen ook voortkomen uit andere doelen dan het vergroten van de eigen opbrengsten. Daarnaast blijkt dat ook de beschikbaarheid en effectiviteit van alternatieve middelen een grote rol te spelen bij de keuze om wel of niet te liegen. Tot slot zijn er ook belangrijke overwegingen om niet te liegen, bijvoorbeeld omdat het valse verwachtingen opwekt bij anderen. Een instrumentele benadering houdt rekening met al deze factoren en is daarom een goed model om liegen beter te begrijpen.   Literatuur: Boles, T. L., Croson, R. T. A., & Murnighan, J. (2000). Deception and retribution in repeated ultimatum bargaining. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 83, 235-259. Dees, J. G., & Cramton, P. C. (1991). Shrewd bargaining on the moral frontier: Toward a theory of morality in practice. Business Ethics Quarterly, 1, 135-167. DePaulo, B. M., Kashy, D. A., Kirkendol, S. E. Wyer, M. M., & Epstein, J. A. (1996). Lying in everyday life. Journal of Personality and Social Psychology, 70, 979-995. Koning, L., Van Dijk, E., Van Beest, I., & Steinel, W. (2010). An instrumental account of deception and reactions to deceit in bargaining. Business Ethics Quarterly, 20, 57-73. Koning, L., Steinel, W., Van Beest, I., & Van Dijk, E. (2011). Power and deception in ultimatum bargaining. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 115, 35-42. Lewicki, R. J. (1983). Lying and deception: A behavioral model. In M. H. Bazerman & R. J. Lewicki (Eds.), Negotiating in organization (pp. 68-90). California: Sage.  
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper