Het coronatijdperk maakt goed duidelijk dat de geneeskunde veel aandacht schenkt aan mogelijke bijwerkingen. Maar ook al voor deze periode schrokken nogal wat mensen zich een hoedje wanneer ze de bijsluiter van hun medicatie lazen. Bij psychotherapie ligt dat heel anders. De meeste therapeuten gaan er stilzwijgend van uit dat hun therapie onschadelijk is. ‘Baat het niet, dan schaadt het niet’, is vaak de teneur in therapieland. Die veronderstelling is evenwel onhoudbaar. Als therapieën gunstige veranderingen kunnen bewerkstelligen bij cliënten, dan kunnen we er niet onder uit dat ze ook ongewenste of negatieve gevolgen kunnen hebben. Maar wat verstaan we daar eigenlijk onder en wat is eraan te doen?