Het slimme onbewuste
Denken met gevoel
Ap Dijksterhuis. Uitgeverij Bert Bakker. ISBN 978 90 351 2968 9
De 28e druk alweer, van dit boek geschreven door Ap Dijksterhuis. De eerste druk verscheen in 2007, blijkbaar heeft nog steeds niet iedereen het gelezen.
Denken met gevoel’ is de ondertitel van dit populairwetenschappelijke boek over ons brein. De auteur is hoogleraar psychologie van het onbewuste aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij heeft veel gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften en won een prijs voor creatief onderzoek naar de rol van automatische en onbewuste processen.
In Het slimme onbewuste vertaalt hij zijn ideeën en onderzoeksresultaten voor een groter publiek dan de neurowetenschappers. Dat levert een uiterst leesbaar boek op, al zal het voor sommige lezers wat veel Jip-en-Janneke-taal bevatten. Voor loopbaanprofessionals op ieder niveau geschikt dus; een boek dat aan het denken zet, al dan niet met gevoel.
Twaalf hoofdstukken met titels als: het vallende bewustzijn, onbewust waarnemen, onbewust iets menen, onbewust beslissen, onbewust doen. Een citaat van de achterflap: ‘Waarom helpt nadenken vaak niet bij het nemen van beslissingen? Waarom vinden we een liedje dat al weken nummer één staat in de hitlijsten leuker dan een liedje dat we voor het eerst horen? En hadden Mozart en Einstein een beter functionerend bewustzijn dan wij, of was het hun onbewuste dat hen tot genieën maakte?’
Volgens Dijksterhuis plaatsen wij het bewustzijn op een voetstuk. Ons onbewuste zien we als ondergeschikt, als niet meer dan een hulpje van het bewustzijn.
In zijn boek toont hij aan dat deze zienswijze onzinnig is en dat juist het onbewuste allesbepalend is.
In de loop van de geschiedenis is er uiteraard zeer verschillend gedacht over de relatie tussen het bewuste en het onbewuste. Dijksterhuis laat zien hoe bijvoorbeeld in de tijd van Descartes (de 17e eeuw) het bewustzijn op een voetstuk geplaatst werd; Descartes ging uit van een strikte scheiding van lichaam en geest. Zijn hypothese was dat alle mentale of psychologische activiteit bewust is en hij ontkende het bestaan van het onbewuste. In tegenstelling tot later bijvoorbeeld Sigmund Freud, die concludeerde dat ‘het zowel onhoudbaar als arrogant is om te beweren dat het bewustzijn alles kent wat in de geest plaatsvindt’.
Volgens een moderne definitie zou het onbewuste ongeveer het volgende inhouden: alle psychologische processen waarvan we ons niet bewust zijn, maar die ons gedrag (of ons denken, of onze emoties) wel beïnvloeden. In dit boek belicht Dijksterhuis in de verschillende hoofdstukken telkens een andere functie van het onbewuste. Wat kunnen we zien en horen zonder dat ons bewustzijn hiervan op de hoogte is, en wat voor effecten heeft dit? Wat is de rol van het onbewuste in de meningen die we over dingen hebben? Hoe goed is onze intuïtie en wanneer moeten we erop vertrouwen? Wat is de rol van het onbewuste bij creativiteit? In hoeverre stuurt het onbewuste ons gedrag? En hoe zit het met de vrije wil?
Met veel voorbeelden uit wereldwijd onderzoek ontdek je als lezer dat de keuzes die we maken veel minder rationeel zijn dan we meestal veronderstellen.
Voor loopbaanprofessionals staan er interessante hoofdstukken in over het nemen van beslissingen en het maken van keuzes. Hoe belangrijk zijn argumenten daarbij, welke rol spelen emoties? En is het goed als je cliënt een snelle beslissing neemt, of zou hij daar veel langer over moeten nadenken? Volgens Dijksterhuis is het idee dat we na bewust nadenken betere beslissingen nemen, voor een groot deel een mythe. ‘Voor belangrijke, heel wezenlijke beslissingen moet je echter vertrouwen op onbewust nadenken. Slaap er een nachtje over en laat je gevoel beslissen’, schrijft hij.
Elke samenvatting zou de inhoud van dit boek tekort doen. In het laatste hoofdstuk relativeert de auteur zijn opvattingen met een vraag aan de lezer: als dat bewustzijn zo nutteloos is als ik in dit boek heb aangetoond, zou u dan bereid zijn om het in te leveren?
Zijn eigen antwoord luidt ‘nee’.