Generatie Einstein
Slimmer, sneller en volwassener
Jeroen Boschma en Inez Groen. A.W. Bruna, 2010. ISBN 978 90 229 9903 5
Op de omslag – pardon: cover – staat ‘Nieuw. Herziene editie 3.0’.
En op de achterkant: Volledig geactualiseerde editie met nieuwe modellen voor communicatie en onderzoek en nieuwe cases.
Dit boek gaat over het communiceren met jongeren van de 21e eeuw. Die jongeren waren blijkbaar in de vorige edities van dit boek nog pubers, nu zijn zij de jongvolwassenen die ‘massaal de arbeidsmarkt bestormen, ons middelbaar en hoger onderwijs onveilig maken, het politieke en maatschappelijke terrein gaan verkennen … en dat op hun eigen onnavolgbare wijze’. Einde citaat.
Over de jongste generatie dus van onze loopbaancliënten, de schoolverlaters en pas afgestudeerden die echt tot een andere generatie behoren dan de meeste loopbaanprofessionals. Jongeren die, zoals elke nieuwe generatie, denken dat ze alles al weten en met wie loopbaanadviseurs van boven de dertig niet altijd even gemakkelijk contact maken.
Generatie Einstein is dus eigenlijk de broodnodige voorlichting voor alle professionals die zelf geen kinderen van die leeftijd hebben en niet dagelijks met die wereld in aanraking komen. Deel I heet dan ook: Communiceren in een nieuwe wereld. ‘Jongeren kijken naar ons met een andere bril op, zien de wereld op een andere manier dan wij en prikken dwars door de door ons geschapen illusies heen’.
Willen we met hen communiceren, dan is volgens de auteurs nodig dat we weten welke eisen jongeren stellen en welke regels en voorwaarden ze hanteren. Hebben we dat inzicht niet, dan ‘gaat het beruchte deurtje potdicht en wordt de sleutel in de slotgracht gegooid’. De auteurs willen nieuwe communicatiestrategieën bieden, uitgaande van oude en nieuwe inzichten over jeugd.
Wie is die Generatie Einstein? Ze zijn geboren in het laatste decennium van de vorige eeuw. Opgegroeid in een wereld die wordt gedomineerd door informatie en commercie. Ze mogen thuis meepraten, worden door hun ouders serieus genomen. En zoals de auteurs letterlijk schrijven: ‘Ze geloven dat de wereld beter zou kunnen worden, als je maar wilt, dat ze alles kunnen als ze maar willen, en dat hun succes en falen alleen van henzelf afhangt’. Ze zijn sociaal, maatschappelijk betrokken, functioneel, trouw, op zoek naar intimiteit, zakelijk, mediasmart, divers (en houden van diversiteit), zelfbewust, vol zelfvertrouwen, empathisch, creatief en samenwerkend. Hun centrale waarden zijn authenticiteit, respect, zelfontplooiing, samen, gezellig en geluk. ‘Jezelf zijn en worden is het voornaamste streven onder jongeren, het hoogst haalbare, de belangrijkste ambitie’, zeggen de schrijvers.
Ga er maar aanstaan als eenvoudige loopbaanprofessional. Je vertegenwoordigt waarschijnlijk alles waar Generatie Einstein met medelijden of afschuw naar kijkt, zeker als je al wat grijze haren hebt. Juist daarom bevat dit boek belangrijke informatie, die wij nodig hebben om met deze groep cliënten te kunnen werken zonder ons belachelijk te maken.
In deel II ‘Ontmoet generatie Einstein: slimmer, sneller, socialer en … volwassener’ gaan de auteurs dieper in op achtergronden, begrippen, geschiedenis en filosofie. Wangedrag, verschillen in ontwikkelingstempo bij jongens en bij meisjes, seks, drugs en alcohol, opgroeien in welvaart en commercie, geen onderwerp gaan zij uit de weg. Sociaal zijn in een digitale wereld is eigenlijk opgroeien in een wereld zonder rolmodellen, een wereld waarin jongeren zelf moeten uitvinden wat kan en wat niet kan. Vanuit dit nieuwe wereldbeeld gaan zij de arbeidsmarkt op, en ontmoeten dan de volwassen samenleving met de eisen, verwachtingen en verantwoordelijkheden die hierbij komen kijken. En zoals wij als professionals maar ook als ouders weten: dit gaat niet zonder slag of stoot.
Voor ons werk betekent dit soms het loslaten van vaststaande ideeën. Volgens de auteurs heerst al jaren het misverstand dat jongeren van een andere planeet komen en alleen te benaderen zijn via hippe taal, glossy folders of een schijn van authenticiteit. Dat er geen normale gesprekken meer mogelijk zijn. Zij vinden dat het hoog tijd wordt dat wij eerlijker worden tegen onze jeugd en minder doen alsof. Hun dankwoord eindigt met: ‘Onze grootste dank gaat echter uit naar al die kids wereldwijd: zonder jullie zou de wereld er een stuk minder leuk uitzien!’
Een zinvol boek voor ieder die in zijn werk tegen deze generatie oploopt en de verschillen beter wil begrijpen.