Eveline (43) werkt bij een grote dienstverlenende organisatie, ontstaan door de fusie van drie kleinere bedrijven. Eveline heeft twintig jaar met veel plezier bij haar ‘oude’ bedrijf gewerkt en is met de ontwikkeling van dat bedrijf meegegroeid. In haar beleving was binnen het bedrijf veel mogelijk voor zowel de werknemers alsook de klanten. In de nieuwe veel grotere organisatie heeft zij een gelijksoortige functie gekregen. Qua werkinhoud is er voor haar dus niet veel veranderd, maar zij kan maar moeilijk omgaan met de verplichting om vooraf vastgestelde doelen de halen, de zogenoemde targets. Alles moet sneller, efficiënter en effectiever en er moet strikt volgens opgestelde protocollen worden gewerkt. Er is geen ruimte meer voor het sociale aspect en dat mist zij dan ook erg. Deze geheel andere insteek vraagt veel energie van Eveline en heeft ook regelmatig verzuim tot gevolg. Haar motivatie is sterk verminderd, zij twijfelt aan haar capaciteiten en vraagt zich af of zij bij deze onderneming op deze wijze wil en kan blijven werken.