In het Comeniusmuseum in Naarden ligt Jan Amos Comenius begraven. In opleidingsland is zijn naam verbonden aan verschillende opleidingsinstituten. Maar wat weinigen weten is dat Comenius een belangrijke pedagoog en onderwijsvernieuwer was. Er ontstond in de periode die hij leefde enorm veel kennis op diverse terreinen van de wetenschap. Voor Comenius was het duidelijk: kennis is beschikbaar. Als we weten hoe we ons verstand moeten gebruiken, dan moeten we het onderwijs daar alleen nog maar op afstemmen. Zijn Didacta Magna betekende een belangrijke omwenteling in het denken over leren en ontwikkelen vanaf de 17e eeuw. Zijn leven speelde zich af in een periode van heftige godsdienstige twisten. Comenius moet herhaaldelijk onderduiken en wordt gedwongen tot een zwervend bestaan. Tot twee keer toe verliest hij al zijn bezittingen. Uiteindelijk vlucht hij naar Nederland, waar hij de laatste veertien jaar van zijn leven verblijft. Hij wordt in 1670 in de oude Waalse kerk van Naarden begraven.
Terug naar de 16e eeuw. Het is ochtend en Jan Amos wordt wakker. Vandaag weer verder werken aan zijn Didacta Magna. Hij is ervan overtuigd dat dit de mensen gaat raken. Niet vandaag, niet morgen. Hij werkt verder. Hij heeft eindelijk zijn stelling onderbouwd dat iedereen in staat is om het hoogste kennisniveau te bereiken. Hij moet er nog om gniffelen. Eigenlijk is het heel simpel. Een systeem, een rangorde, een context maakt of een leerling dit bereikt. Als theoloog en filosoof weet hij dat alles dichtbij ligt. In de natuur. Tijd om even een luchtje te scheppen. Tijdens zijn wandeling door het dorp ziet hij dat juist de ervarings- en kennisgebieden van ambachtslieden en boeren leiden tot kennisdeling. Dat niet de boeken, maar de mensen de kennisdragers zijn. Aanschouwelijk leren met als basis de zintuiglijke waarneming, daar gaat het om. Meester/gezel. Een systeem, een ideaal curriculum. Hij voelde aan alles dat het vanaf vandaag nooit meer hetzelfde zou zijn. Een gek idee eigenlijk. Het ligt zo dichtbij. Of eigenlijk was het er al.
Jan Amos Comenius legde in zijn Didacta Magna de basis voor het hedendaagse klassensysteem, een indeling in vakken en leerjaren. Opvoeden en lesgeven is volgens hem niet meer dan het ontwikkelen wat in de mens aanwezig is. Ontwikkelen wat nog ingewikkeld zit zeg maar. Talentdenken avant la lettre. Onderwijs moest volgens Comenius zo ingericht worden dat het ‘de lust om te leren’ opwekt. Met de context als belangrijke factor. Comenius… een sprookje? In de 16e eeuw wel. In het leerlandschap van vandaag is het een feest van herkenning. Of meer van hetzelfde? Is er in 2100 nog zoiets als leren naast werken? Of is dit onderscheid niet meer te herkennen? Zijn de klassen er nog? Welke Comenius zien we over het hoofd?
Rick de Rijk is voorzitter van de VETRON en directeur van Gooiconsult. www.vetron.nl en www.gooiconsult.nl
Jolanda Botke is bestuursondersteuner bij VETRON en zelfstandig ondernemer www.pelikaanadvies.nl