Het is wetenschappelijk aangetoond dat apen, dolfijnen en olifanten depressief kunnen zijn. Wanneer gestorven, sjouwt het moederdier haar dode jonkie geruime tijd met zich mee. Het ‘depressief gedrag’ tijdens dit rouwproces verschilt duidelijk van perioden waarin er geen sprake is van verlies van jonggeborenen. Ergo: een depressieve olifant is te herkennen.
Toen ik laatst gebeld werd voor het verzetten van mijn afspraak met een arts wegens ziekte, rezen mijn wenkbrauwen onwillekeurig. Een arts die ziek is? Hoe bizar is dat? Ook een depressieve counsellor doet aan als een contradictio in terminis. Is dat de combinatie van functie en mens-zijn? Is dat de beleving ten aanzien van een rol en de eigenschappen die daaraan zijn verbonden? Is het de discrepantie tussen verwachtingspatroon en werkelijkheid? Laat ons eerlijk zijn: een slager die vegetarisch eet, komt niet geheel geloofwaardig over. Wellicht is hij succesvol in het aan de man brengen van vleeswaren, maar hij zal daarbij net zo min openlijk het vegetarisme aanhangen als een monnik zijn voorliefde voor vloeken. Sommige zaken zijn nu eenmaal moeilijk met elkaar te verenigen. Het onderscheid tussen de mens als mens en de mens als counsellor is in ons vakgebied doorgaans beduidend minder gemakkelijk te maken. Ook als begeleider kun je geconfronteerd worden met gevoelens die een depressie kenmerken: neerslachtigheid, zwaarmoedigheid, negatieve gedachten die meningen en gedrag beïnvloeden, of weinig enthousiasme voor zaken die voorheen geestdriftig werden aanvaard. Helpt een depressie de counsellor om depressieve gevoelens van zijn cliënt beter ‘in te voelen’? Als dat zo mocht zijn, wat zou dat dan betekenen voor de kernkwaliteiten van de counsellor om goed te kunnen functioneren? Moet hij eerst alle kwalen zelf ervaren hebben, alvorens zich een goed gekwalificeerd counsellor te mogen noemen? Bekend is dat veel begeleiders gestart zijn met hulpverlenen nadat zij zelf hulpverlening hebben ondergaan. Hoeveel hulpverleners herkennen zichzelf in een depressieve cliënt en denken: Dat weet ik! Dat ken ik! Dat heb ik ook gehad! Oh, daar weet ik wel wat op! In welke mate spelen eigen ervaringen een rol bij kwalitatief verantwoorde hulpverlening? Heeft ‘ziek zijn geweest’ een functie in de vorming van goede begeleiding? Kun je als counsellor je eigen ervaringen volledig uitsluiten? Hoe vaak ‘herken’ je niet bepaalde zaken? Het gaat erom hoe je ermee omgaat. “De Mens Counselor” kan en mag ze ervaren!
Frans van der Gouw is redacteur van Counselling Magazine en heeft een eigen adviesbureau voor coaching en management development. www.vandergouwdevelopment.nl