Pijnloosheid
Waar ik absoluut niet tegen kan is als iemand me probeert te motiveren voor iets waarvoor ik al gemotiveerd ben. Gisteravond bijvoorbeeld. Ik wilde gezellig twee cappuccino’s maken. Met een dikke schuimkraag en cacaopoeder. Ik had er echt zin in. Tot ik vanuit de woonkamer mijn partner hoorde roepen: “Ik vind dat jij de koffie nu wel mag maken, ik heb tenslotte al gekookt!’’ En laatst wilde ik net ‘’gezondheid!’’ zeggen tegen iemand die nieste. Voordat ik dat kon doen zei ze echter zelf: ‘’Dankjewel!’’ Als gesprekspartner ben je dan eigenlijk toch een beetje overbodig.
Eén van de belangrijkste motivatiefactoren voor mensen is juist , het idee hebben dat ze er toe doen. Ze willen toegevoegde waarde hebben. En autonomie. Wat dat laatste betreft, ik kan het daarom ook beslist niet velen dat mijn Peugeot als een bezetene begint te piepen als ik mijn gordel niet direct vastmaak. ‘’Hallo, dat doe ik echt wel! Ja, ik ben het van plan!” Het is onlangs uit de hand gelopen toen ik ontdekte dat, als ik mijn linkerbeenspier aanspande en steunend op mijn linkerarm tegen het autoruitje, mijn zitvlak ophief uit de stoel, het piepen stopte. Volgens de agent die mij aanhield, was het een overtreding in de derde graad. Ik mocht blij zijn dat hij mijn rijbewijs niet innam. Ik kwam er af met een boete voor vreemd en roekeloos rijgedrag.
Wie anderen wil motiveren, wat zoiets betekent als: ‘prikkelen’ of ‘aanzetten tot’, doet er goed aan zich af te vragen of iemand wel aansporing behoeft! Anders heb je grote kans dat je een averechts effect bewerkstelligt.
Veel managers zien het motiveren van medewerkers als hun belangrijkste taak. Een manager vertelde me zelfs dat hij zijn medewerkers wilde ‘’boeien en binden”. Een angstaanjagend idee. Als je medewerkers vraagt naar wat hen motiveert, noemen ze dingen als: ergens aan bijdragen, vrijheid, groeimogelijkheden. Als je informeert naar wat hen demotiveert zeggen ze vaak: “mijn manager’’.
”Wat drijft je?’’ in DWDD werd deze vraag voorgelegd aan wereldkampioen schaatsen Ireen Wüst. ”Verliezen”, zei ze, “Het feit dat ik verliezen onverdraaglijk vindt.” Niet het willen winnen maar de angst om te verliezen is de grootste drive voor haar gedrag. En zo is het. Ook voor ons.
Mensen willen best veranderen maar ze hebben gewoon een hekel aan verliezen. Als je anderen ergens toe wil aansporen, ga er dan vanuit dat mensen bereid zijn om het te doen. Zo niet, dan staat er vast iets op het spel. Dan zijn ze bang om iets kwijt te raken en zijn ze nog gemotiveerder om dat niet op te geven.
Aristoteles zei het vroeger al: “Een verstandig mens streeft niet naar plezier maar naar pijnloosheid. De meeste mensen geven de voorkeur aan ongelukkig zijn boven onzeker zijn”.
Daar verandert geen motiveren, stimuleren of forceren iets aan.
Karin Brugman is trainer, coach en mede-auteur van het boek over voice dialogue: Ik (k)en mijn ikken. Twitter @karinbrugman