“Moet ik mórgen alweer naar school?” vroeg Rowan elke zondag, met grote tegenzin. Toen kwam corona. Hij hoefde nooit meer naar school, maar zat thuis, met mij, zijn vader, grote broer Elian en zus Marie. Omdat hij toch moest leren, werden mijn man en ik, net als andere ouders in Nederland, gepromoveerd tot docenten. Wij hadden ‘slechts’ drie leerlingen, maar wel twee complicerende factoren: twee sterfgevallen die we net hadden meegemaakt, waaronder die van mijn moeder, en ons autisme.