Als we creativiteit zien als een competentie dan onderkennen we dat het een extreem gedemocratiseerde kwaliteit is. God (Creator) domineerde lange tijd, daarna kregen kunstenaars er de beschikking over en geleidelijkaan kwamen (bijna) alle beroepen en taken ervoor in aanmerking, en nu is het een dagelijkse eis geworden waar we vanaf de kleutertijd mee te maken hebben. 2000 jaar geschiedenis op deze wijze samengevat. Nogal vertekend natuurlijk. Naarmate het voor velen moeilijker werd om te geloven in de totale creatie van een schepper, gingen we kennelijk steeds meer waarde toekennen aan creativeit en innovatie van velen of allen. Eén-voudigheid is ook hier – zo gezien- vervangen door meer-voudigheid. Van simpel naar complex: voortgang of vooruitgang? Wie het weet mag het zeggen.
De mensheid was natuurlijk altijd al creatief. Ook de mens die vuistbijlen maakte uit steen. Mensen zijn dan ook niet veranderd, hun omstandigheden wel, maar het woord ‘creativiteit’ is steeds lichter en algemener geworden en ons denken wordt dan ook losser. In het verleden was er waarschijnlijk meer arbeid met vaste patronen dan nu. Vandaag wordt een meer situationeel bepaald en dus adaptiever handelen verwacht. Een voordeel van het algemenere gebruik van het woord is dat we elkaar ‘dwingen’ om eens anders tegen zaken aan te kijken dan gebruikelijk en om er anders mee om te gaan. Nadeel kan zijn dat het gewone en routinematige niet goed genoeg meer is: er wordt ook iets bijzonders verwacht. Zelfs het planmatige en systematische wordt hier en daar verdacht. Wordt die manier van ‘denken’ breder en breder dan komen we in de buurt van een collectieve geestelijke stoornis: oud en traditioneel is achterlijk en nieuwe belevingen zijn goed.
De coach schept iets en dat zijn per definitie creaties en creaturen. Het woord ‘creatuur’ heeft in de loop van de eeuwen een zekere negatieve lading gekregen, en dat komt mij erg goed uit. Creaties kun je zien als het realiseren van een wisseling van perspectief, die doorwerkt naar gevoelens en naar de instantie ‘willen’(motivatie) en vervolgens naar pogingen tot ander gedrag. Mooie klassieke volgorde: denken, voelen-willen en doen. Het coachingswerk is doordrenkt van het geloof dat kennis (inzicht) deugd kan worden. Punt is natuurlijk hoe je dat denken op gang brengt en omgezet krijgt. Hoe doen we dat? Door pastor te zijn, dus empaticus in het licht van de eeuwigheid, of door de clown uit te hangen die relativeert en shockeert, of door de dienaar van de macht te zijn (wie betaalt bepaalt, nietwaar?), zoals het volgen van de onverbiddellijke managementlijn? Creaturen zijn dan de mislukkelingen of de halfzachte afloop van de samenwerking.
In veel communicatiesituaties is een bepaalde creativiteit invloedrijk en sturend. Voor mij staat dat voor een zekere originaliteit in de benadering van het probleem van de cliënt en/ of van de gesprekspartner. Misschien moeten we coaching wel zien als een meer gelijkwaardige communicatiesituatie. Er wordt van twee kanten geleerd, maar de coach behoort creatief te zijn en zij is zelfs in eerste instantie aanspreekbaar voor het succes. Wie het daar niet mee eens is had maar een ander vak moeten kiezen. In tweede instantie valt er inderdaad wel meer te vertellen. Niet gek om dan ook creatief te denken en handelen.
Ad Maas is neerlandicus en redactielid van het TvC.