Stel: je volgt een cursus Japans en de lesgever begint deze opleiding als volgt: “Welkom op de eerste les ‘Japans voor beginners’. Vandaag zullen we leren hoe je ‘hallo’ zegt in het Japans. Laten we echter van start gaan met wat achtergrondinformatie over het Japans. In tegenstelling tot het Chinees, is Japans geen toontaal. Dat maakt Chinees voor ons westerlingen moeilijk om te leren want in Europa zijn er bijna geen toontalen. Behalve het Limburgs… grapje. Hoeveel tonen er zijn in het Mandarijn is trouwens nog een onderwerp van discussie. Sommigen zeggen vier, anderen vijf. Neem nu het woord ma. Afhankelijk van de toon waarop je het woord uitspreekt, krijgt dit woord vier betekenissen: moeder, hennep, paard of uitschelden. Dan is Japans heel wat makkelijker. Moeder in het Japans is haha. Je begroet iemand in het Japans meestal met konnichiwa, uitgesproken als kohn-nie-tjie-wah. ‘Hallo mama’ is dus kohn-nie-tjie-wah haha. Maar als je iemand begroet aan de telefoon moet je de begroeting moshi-moshi gebruiken.”