LoopbaanVisie had een inspirerende lunchafspraak met Janny van Zuijlen. Zij is een vrouw met veel kennis van en een duidelijke visie op het loopbaanvak en dus ook op het thema ‘starten en stoppen’. Zij is in 1960 gestart met haar eigen loopbaan en denkt nog lang niet aan stoppen. Zij heeft naast de praktische uitvoering als loopbaanprofessional aan de wieg gestaan van de leergang ‘Loopbaanontwikkeling’ bij Phoenix, waar zij ook vijf jaar directeur is geweest. Daarnaast is zij één van de initiatiefneemsters van ‘Het Vrije Atelier’. Sinds 1997 runt zij een eigen loopbaanpraktijk. Al met al is Janny al 44 jaar betrokken bij het loopbaanvak.
Janny, waar precies ben jij gestart met je eigen loopbaan?
“Na mijn opleiding aan de sociale academie ben ik gaan werken in Friesland als sociaal maatschappelijk werkster voor de kerk. Van mijn werkgever kreeg ik een auto en een huis en ik verhuisde naar Witmarsum.”
Jij bent geboren in 1938 en volgens mijn berekening had jij al met pensioen mogen gaan. Voor veel werknemers wordt via een cao bepaald wanneer zij moeten stoppen met werken en jij werkt nog. Hoe kijk jij naar stoppen met werken?
“Als je je werk leuk vindt, waarom zou je er dan mee stoppen? Je stopt toch ook niet met ademhalen of tandenpoetsen? Ooit ben ik drie maanden gestopt met werken. Dat was voor mij geen succes. Ik ben toen begonnen met een opleiding CoreTalents ® en een studie filosofie, daarna ben ik mijn klantenkring weer op gaan bouwen en trainingen gaan geven.”
Welke betekenis heeft werken voor jou?
“Voor mij geeft mijn werk een bevestiging van wie ik ben en wat ik kan. Daarnaast vind ik het een eer om iedere keer weer nieuwe mensen in mijn praktijk te ontvangen, die mij toestaan om met hen aan de slag te gaan. Ik kan er intens van genieten om het traject van verandering en inzicht met mijn cliënten mee te mogen maken.”
Niet iedereen kan zijn hele loopbaan lang meekomen met de veranderingen op de arbeidsmarkt. Een actueel onderwerp is demotie. Hoe kijk jij aan tegen de mogelijkheid van demotie?
“Demotie op zichzelf vind ik een rotwoord. Het klinkt oneerbiedig. Ik geloof wel dat je op deze manier mensen langer aan het werk kunt houden. De veranderingen op de arbeidsmarkt kunnen snel gaan. Niet iedereen kan aan die veranderende eisen in de markt blijven voldoen. Deze mensen willen wel blijven werken. Je kunt een stapje terug doen en dan ook minder betaald krijgen. Als je start met je loopbaan, krijgen medewerkers die nog niet geheel gekwalificeerd zijn voor een functie ook een lagere beloning. Waarom zou dit ook niet kunnen gelden aan het einde van je loopbaan?”
Je hebt tijdens het Loopbaancongres in 2012 de workshop ‘De gelukkige loopbaanprofessional 3.0’ gepresenteerd. Wat is jouw toekomstbeeld van het vak?
“Ik verwacht dat bedrijven geen genoegen meer nemen met trajecten waarin de cliënten worden gepamperd. Ik verwacht ook dat cliënten, die alleen maar worden gepusht naar een andere baan, afhaken. De loopbaanprofessional van de toekomst wordt meer sparringpartner voor de bedrijven en cliënten in hun nabije omgeving. De economie ontwikkelt zich mondiaal en tegelijkertijd regionaal. De loopbaanprofessional moet ervoor zorgen dat hij het aanspreekpunt wordt voor de bedrijven in zijn regio.”
Dat klinkt goed, je eigen markt creëren in je eigen woonomgeving. Stel je werkt in een gemiddelde grote stad in Nederland en daar lopen nog eens vijftien loopbaanprofessionals rond van jouw kaliber. Hoe pak je dat dan aan?
“Ik geloof niet in concurrentie. Als professionals zoek je elkaar op en kijk je waar je elkaar kunt ondersteunen. Belangrijk is dat je bij bedrijven in jouw regio gaat kijken waar jij hen op het gebied van hr kan ondersteunen. Jij wordt als adviseur het vaste aanspreekpunt. Ontmoet hen op ondernemersbijeenkomsten, houd lezingen en nodig ze uit om in gesprek te gaan over re-integratie, mobiliteit of werving en selectie.”
Hoe denk jij dat de toekomstige arbeidsmarkt eruit gaat zien?
“Ik verwacht dat er niet voldoende banen zullen zijn voor iedereen. De industrie wordt gerobotiseerd en in de dienstverlening worden ook zaken geautomatiseerd. We moeten andere manier vinden om mensen aan het werk te houden. Daar ligt een grote uitdaging.”