Anno 2014 bestaat de meerkeuzetoets – ook wel multiple choice toets of mc-toets genoemd – een eeuw. Een handige toetsvorm bij grootschalig onderwijs. De gevoelens over deze bejaarde zijn gemengd. MC-toetsen bevorderen een leerstijl waar het onderwijs eigenlijk niet op zit te wachten. Maar het is een taaie rakker en zoiets dwingt ook respect af.
Zal de mc-toets in de klassieke vorm overleven?
Frederick J. Kelly (1880-1959) ontwikkelde de mc-toets in 1914, precies een eeuw geleden. Zijn motieven zijn nog steeds goed herkenbaar: het uitbannen van subjectiviteit in beoordelingen en het grote tijdsbeslag dat beoordelen op docenten legde. Hij maakte gebruik van de toen nagelnieuwe inzichten uit de psychometrie om te komen tot een gestandaardiseerde toets en sloeg daarmee twee vliegen in één klap: objectiviteit in plaats van subjectiviteit en een eenvoudige administratieve aanpak bij het nakijken. Het cijfer was zo snel te bepalen. De mogelijkheid om gedragingen met kwantitatieve methoden te meten leidde tot het inzicht dat daarmee het gedrag zélf werd gestandaardiseerd, dit tot afkeer van Kelly. Maar in een tijd waar de industrie en de bureaucratie vakmensen nodig had die repetitieve taken konden uitvoeren, zag men voordelen in het standaardiseren en kwantificeren van leerresultaten op basis van grootschalig toetsen. Ook beleidsmatig waren er voordelen: onderwijsinstellingen konden gelijke opbrengsten realiseren. De resultaten van leerlingen, scholen, steden en staten werden onderling vergelijkbaar. Docenten - en ook Kelly - waren daar niet blij mee. In hun visie dient onderwijs de ontwikkeling van de unieke en individuele talenten te bevorderen. Gestandaardiseerd gedrag doet dit niet, en kan ook vervreemdend werken. Vanaf de introductie werd de mc-toets bejubeld én verguisd. In de loop der tijd zijn de bezwaren scherper geformuleerd. Kern is dat de mc-toets een reproductieve in plaats van een betekenisgerichte leerstijl bevordert. En dat laatste is juist de bedoeling van (hoger) onderwijs. De mc-toets is geen neutraal instrument maar het sluitstuk van een opvatting over leren en lesgeven.
Voor- en tegenstanders
Er zijn ook nu nog critici en voorstanders – beiden laten zich ruim gelden op internet. Critici wijzen er op dat het onderwijs van de 21ste eeuw niet kan worden uitgevoerd zoals aan het begin van de 20ste eeuw, omdat de samenleving, bedrijven en beroepen zichzelf steeds vernieuwen. Voorstanders wijzen erop dat het een goede en tijdloze uitvinding betreft die het grootschalige onderwijs veel voordelen biedt. Onderwijssituaties variëren enerzijds in de mate waarin de docent de student opvoedt tot zelfstandig denker en anderzijds in de mate waarin kennis doel of middel is. Mc-toetsen passen het beste in instructiegericht onderwijs en zijn een goede keuze voor grote studentengroepen als het gaat om:
- gestandaardiseerde kennis en/of cognitieve vaardigheden die iedereen moet beheersen;
- complexe kennis en/of cognitieve vaardigheden waarvoor een andere aanpak te tijdrovend is;
- kennis en/of cognitieve vaardigheden die veiligheid, gezondheid of regelgeving borgen.
Gelden deze motieven niet, dan is het in de meeste gevallen beter voor een andere toetsvorm te kiezen.
Het is tevens de vraag of er inmiddels niet meer mogelijk is. De informatiesamenleving biedt ongekende kansen: we zullen steeds beter in staat zijn om het onderwijs te personaliseren, studenten te laten samenwerken en de leeromgeving te informaliseren. Met tijd- en plaatsonafhankelijk onderwijs kunnen studenten kennis opdoen via webcolleges, studieopdrachten en peerfeedback. De honderdjarige heeft na een eeuw nog dezelfde kracht en dezelfde beperkingen. De moraal moet dan ook zijn: gebruik hem waar het nog moet, maar vervang hem waar het kan.
Deze Gastcolumn is een redactionele bewerking met toestemming van de auteur van het stuk van drs. M.R. Nieweg getiteld: ‘Honderd jaar oude mc-toets nog steeds bejubeld en verguisd’ (https://score.hva.nl/blog_score/Lists/Berichten/Post.aspx?ID=3). Nieweg is werkzaam bij de Faculteit Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam. E-mail: m.r.nieweg@hva.nl.