Soms is het meest eenvoudige het meest revolutionaire. Jim van Os kun je gerust een revolutionair noemen. In het tijdperk van de DSM-5, waarin langs verschillende assen 400 psychische stoornissen beschreven staan, pleit hij voor hooguit zestien categorale beschrijvingen van symptoomclusters. En voor persoonlijke diagnose. “Laten we de cliënt vragen wat zijn klachten zijn en waar, in zijn beeld, deze aan liggen. Laten we hem vragen naar zijn zorgbehoefte. Laten we de omgevingsfactoren serieus nemen.” Uitgangspunten die in de geestelijke gezondheidszorg anno 2013 logisch klinken, maar niet vanzelfsprekend zijn. In gesprek over depressie met één van de meest besproken en geciteerde psychiaters van Nederland, misschien wel van Europa.