Denk niet aan ver weg. Denk niet buiten de grenzen van je dorp, je land. Denk niet aan bossen zwarte haren als je toevallig grijs of blond bent of aan de stand van ogen als jouw ogen ze niet herkennen. Denk niet aan onbegrijpelijke taal die je opvangt als je op de trein wacht of aan een voorbij wandelende outfit die nooit in jouw kast terecht zal komen. Kijk zelfs niet naar je nieuwe buren met hun wonderlijke wijsheden. Je vindt daar wel een ander maar niet de vreemdeling. Als je die wilt ontmoeten kijk dan vooral niet verder dan je neus lang is. De vreemdeling is verbazingwekkend dichtbij. Zolang ze vreemdeling is, is ze nog niet thuisgekomen. Misschien kom je haar tegen als je in de ogen van een peuter kijkt, of als de hond tegen je benen schurkt als je verdrietig bent. Of als je na een vrijpartij in de spiegel van de badkamer kijkt. Kijk naar de bloemen op je balkon en voel de warmte in je keuken. Want daar, dichtbij, houdt de vreemdeling zich op. Pak een stoel en ga zitten. Sluit je ogen en kijk dan nog eens. Wie ontmoet je daar in de stilte?