Eerlijk duurt het langst Toetsing moet primair betrouwbaar en valide zijn, maar dat is niet voldoende. Andere criteria als transparantie en eerlijkheid mogen niet genegeerd worden. Over de eerste twee hebben we wel een idee en bij transparantie kunnen we ons ook wel wat voorstellen, maar wat is eerlijkheid? Eerlijk gezegd blijkt dat wat moeilijker dan ik op het eerste gezicht dacht. Toetsing moet eerlijk zijn, maar voor wie? Voor leerlingen en studenten? Of voor docenten en staf? Of eerlijk ten opzichte van de maatschappij?
Zeker, we moeten er voor zorgen dat de toets voor alle leerlingen en studenten even moeilijk is en er geen culturele of andere aspecten zijn die sommige leerlingen en studenten bevoordelen ten opzichte van anderen. Maar hoe ver moeten we daarin gaan? Moeten we te allen tijden ervoor zorgen dat verschillende groepen van studenten gelijk scoren? Mag je leerlingen en studenten wel indelen in groepen? Zodra je een indeling maakt krijg je meteen te maken met grensgevallen, want behalve een indeling in jongens en meisjes zijn er weinig (kei)harde criteria te bedenken. Moeten de resultaten van meisjes en jongens gemiddeld gelijk zijn en is dat dan het eerlijkst voor allebei? Of mag je stellen dat op sommige punten er een verschil is tussen meisjes en jongens (of tussen anders ingedeelde groepen) en dat het dus alleen maar vanzelfsprekend is dat er verschil in prestatie is? Moeten we er dan voor zorgen dat leerlingen en studenten gelijke kansen hebben op een goed resultaat op de toets? Is het eerlijk om alle leerlingen en studenten over één kam te scheren en een gelijke toets voor iedereen te maken? Of moeten we juist zorgen voor een toets op maat per groep studenten? Of betekent eerlijkheid dat we oprecht en eerlijk moeten zijn tegen studenten?
Als beoordelaar of toetsmaker moet je even streng zijn voor alle leerlingen en studenten. We moeten ze niet verrassen met onverwachte inhoud. En als we het aan de leerlingen en studenten zelf vragen? “Dat stond niet in het boek.” “Mijn docent is veel strenger dan andere docenten”. Tja, als ze de toets gehaald hebben zal het wel een eerlijke toets zijn, maar als niet… Wat is eerlijk ten opzichte van de leraren en docenten? Is het eerlijk als hun jarenlange toetsing (assessment) van een leerling of student teniet wordt gedaan met een centrale allesbepalende eindtoets? Met als gevolg dat het oordeel van de individuele docent er niet meer toe doet?
Het is ook niet erg eerlijk als je steeds meer werk krijgt (of de stapel met na te kijken werken niet kleiner wordt) door het laten zakken van een student. Als ik goudeerlijk ben dan denk ik dat de eerlijkheid van de toets (net als betrouwbaarheid, validiteit en de meeste andere kwaliteitscriteria) nooit voor 100% gehaald kan worden. Hoeveel werk we er ook in steken er zal altijd wel iemand zijn die zich benadeeld voelt. Dus moeten we verschillen maar accepteren. Het zal allemaal wel weer in het midden liggen en de context en het doel zullen wel weer moeten bepalen of het eerlijk is of niet. Maar toch, wat is nou eerlijk toetsen? Okay, eerlijk is eerlijk, niemand kan er tegen zijn, want zeg nou zelf: eerlijkheid duurt het langst .
De heer J. Dijkstra is werkzaam aan de universiteit van Maastricht.
E-mail: joost.dijkstra@educ.unimaas.nl.