Onder sterke druk van belangengroepen is besloten ‘etiketteren’ als psychische stoornis op te nemen in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). Het betreft hier een driftmatige obsessie, veelal bij professionals in de geestelijke gezondheidszorg, om psychisch lijden te willen classificeren. Onderzoekers zijn er van overtuigd dat het neurobiologische fundament van deze aandoening snel gevonden gaat worden. Rekening houden met psychodynamische, etiologische en contextuele factoren als verklaring voor deze stoornis is niet nodig. Via ‘big pharma’ gesponsord onderzoek, is al bij toeval een medicijn ontdekt dat uiterst effectief werkt tegen etiketteren, met nagenoeg geen bijwerkingen. De meest effectieve behandeling daarbij, blijkt uit onderzoek, is een protocolletje, waarin irrationele cognities en gedrag aangepast worden in acht sessies. De verzekeraar betaalt, omdat het zo kostenefficiënt is. Indien dit geen effect heeft, ligt dat vooral aan degene die het protocol ondergaat.