In haar bespreking van Kennisgedreven onderwijs wijst Anneke Westerhuis er terecht op dat het daadwerkelijk gebruik van evidence vaak een witte vlek vormde voor onderzoekers. Maar dat was misschien wel onvermijdelijk. De literatuur en het discours in het onderwijs, aldus de schrijvers, laten immers zien dat evidence-informed werken geen eendimensionaal concept is, maar een samensmelting van:
• de best beschikbare kennis uit onderzoek, niet alleen uitgevoerd door onderzoekers maar ook door scholen en leraren,
• de praktijkkennis van de onderwijsprofessionals,
• en de unieke contextinformatie uit de onderwijspraktijk.
Dat is een knap ingewikkeld concept en zo gezien verschillen praktijken onderling zozeer dat generalisaties over daadwerkelijk gebruik nagenoeg lege abstracties zouden worden. Daarom volstaan we in de loop van de komende tijd met een paar portretten van scholen waarin je de acht dimensies terugziet van een lerende organisatie die Anje Ros eerder beschreef in Kennisbenuttingvoor duurzame onderwijsverbetering: de rol van schoolleiders. We beginnen met de Caeciliaschool uit Amersfoort, een po-school van de scholengroep Anno Nu. In dit artikel spreken schoolleider Desiree Sorgedrager en groepsleerkracht Sarwi Pijma over hun ervaringen, in een tweede artikel beschrijven AnnoNu-bestuurder Winfried Roelofs en beleidsregisseur Linette Keemink de rol van het bestuur. In de tekst hebben we steeds in cursief aangegeven om welke dimensie van de lerende organisatie het gaat.