INHOUD EXAMENS 2005-03 september 2005
- Creativiteit in het kunstonderwijs
Jacob Oostwoud Wijdenes en Paulien Oosterhuis
- Veranderingen in de Beroepsopleiding Advocatuur
Fenneke van der Grinten
- Uit de praktijk - Examens in de veehouderij
Klaas Jellema
- Het BOA-examen is een BOA-constrictor
Gerrit Kempers
- Wat is… cesuur?
M.H.M. Altemühl-Booltink
- Van plaatselijke willekeur tot een landelijk geobjectiveerde standaard?
Jeanet van de Bunte en Harry Molkenboer
- Gemak en ongemak van regels en reglementen
Maarten Heinemann en Annie Kempers
- Niet geslaagd, toch diploma
Annie Kempers en Maarten Heinemann
- IN GESPREK MET PROF. DR. FONS VAN WIERINGEN,
Jan van Dalen en Annie Kempers
- Gastcolumn - Help! De vooruitgang
Sebastiaan Steenman
- Literatuur
- Agenda
- Boekbespreking
- Verenigingsnieuws
REDACTIONEEL
Ton Luijten
Nooit Gedacht
Daar bij die molen, die mooie molen…
in Warnsveld bij Zutphen werd op vrijdag 6 mei jl. het landelijk examen voor Vrijwillige Molenaars afgenomen. Via een bericht in de plaatselijke krant ben ik erheen gegaan, maar bij de oprit naar de molen stond nu een bord met daarop de mededeling: ‘Normaal gesproken is de molen geopend voor bezoekers wanneer deze draait. Op zaterdag 6 mei zal de molen gesloten zijn voor bezoek in verband met de molenaarsexamens.’ Niettemin lukt het mij een kort gesprek te hebben met een van de kandidaten die zojuist het examen achter de rug heeft. Hij vertelt mij dat hij zijn huisartsenpraktijk vaarwel heeft gezegd en nu gekozen heeft voor het molenaarschap. Met nog drie anderen heeft hij vandaag het landelijk examen van het Gilde van Vrijwillig Molenaar afgelegd. Wie slaagt voor dit examen kan in principe elk type windmolen zelfstandig gaan draaien. De examens worden telkens op een andere molen afgenomen. Dit keer is
de keus gevallen op de molen ‘Nooit Gedacht’ in Warnsveld. Deze molen draait nog dagelijks en verkeert in een uitstekende conditie. Op deze molen zijn de afgelopen 35 jaar 40 vrijwillige molenaars opgeleid. Ook de voormalige huisarts heeft hier twee jaar lang de opleiding gevolgd. Gedurende die twee jaar maken de molenaars in spe kennis met wisselende weersomstandigheden gedurende twee
keer vier seizoenen. Het is een heel karwei verantwoord om te gaan met een molen. Hij vertelt mij enkele facetten van het molenaarsvak en de termen die daarbij horen, zoals het ‘kruien’ als de wieken van stand veranderd en naar de wind gezet moeten worden, het bedienen van de ‘vang’ om de wieken te stoppen en het ‘luien’ oftewel het hijsen of neerhalen van de zakken meel.
De exameneisen zijn zwaar, want het uitoefenen van het beroep van molenaar heeft een hoog risicogehalte. Zomaar een folkloristisch certificaat is er niet bij. Hij wacht nu met spanning op de uitslag van het examen, want terug naar het dagelijkse spreekuur? ‘Dat liever niet.’ Hij vraagt of ik ook geïnteresseerd ben om van beroep te veranderen. Wanneer ik hem vertel dat ik er in dit tijdschrift een column over schrijf, is hij enigszins verbaasd