INHOUD EXAMENS 2006-03 september 2006
-
Het Inburgeringsexamen Buitenland: de Toets Gesproken Nederlands - De samenstellers aan het woord
John de Jong, Anne Kerkhoff, Matthew Lennig en Petra Poelmans
-
En we noemen het assessment …
Over nut en noodzaakvan gedragsproeven
Hans van der Stam
- Stoten aan de toetssteen
Leren waarderen als grondslag voor beoordelen
Ruud Duvekot
- Tien jaar Examenkamer
In gesprek met Victor Geodvolk
Henk van Berkel en Ton Luijten
- De kwaliteitswinst van het Jachtexamen
Uit de praktijk...
Kees de Kroon
-
Wie betaalt de rekening?
Extra vorzieningen bij examens
Annie Kempers-Warmerdam en Fenneke van der Grinten
- Toetsbias en itembias
Wat is ...
Karin Bugel en Piet Sanders
- Literatuur
- Agenda
- Gastcolumn
- Gezien en Gelezen
- Verenigingsniews
‘A.D.’
Op 14 augustus jl overleed prof. dr. Adriaan de Groot op 91-jarige leeftijd, door de velen die hem beter kenden: ‘A.D.’ genoemd. Zijn werk heeft grote invloed gehad op het denken over evaluatie en selectie in het onderwijs. In 1950 werd hij hoogleraar in de methodologie van het psychologisch onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam. Dat was het startpunt van een reeks interessante onderzoeksprojecten en baanbrekende publicaties. Het boek Vijven en Zessen uit 1966 leidde enerzijds tot heftige discussies in onderwijskringen maar zette ook de toon voor nieuwe inzichten over beoordelen en beslissen. Methodologie uit 1961 verwierf internationale faam en kende vele herdrukken. Met Testmethoden ten dienste van het onderwijs, een rapport over een studiereis naar Amerika in 1958, legde hij de grondslag voor de oprichting van het Cito. Daarnaast was hij een vermaard schaker. Zijn proefschrift was gewijd aan het Denken van de schaker. Ook komt zijn naam voor in literaire kringen. Zo scheef hij in de jaren zestig opstellen over de achtergronden van de provobeweging en de studentenopstanden in het literaire tijdschrift Tirade.
Ik ontmoette A.D. voor het eerst op een receptie na afloop van de promotie van Hildo Wesdorp in 1974. Daarna zat ik vele malen tegenover hem op een schaaksimultaan bij het Cito, waar hij zelden of nooit een partij verloor. Op Schiermonnikoog waar hij vanaf begin jaren tachtig woonde, kwam ik in de zomer van 1993 bij hem voor een interview ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Cito. In dat gesprek stak hij zijn kritiek op de onderwijspolitiek niet onder stoelen of banken: ‘Het privatiseringsspook waart ook rond in onderwijskringen. Privatisering is alleen nuttig als je concurrenten hebt. Onderwijs en onderwijsinstellingen integraal privatiseren is levensgevaarlijk. Komt dat allemaal in dat boekje terecht? Doe het maar, het is tenslotte niet de eerste keer dat ik me impopulair maak in politieke kringen.’
Najaar 2002 was de laatste keer dat ik bij A.D. op bezoek was. Hij leek ineens veel ouder. Soms raakte hij de draad van het gesprek kwijt en vroeg dan aan zijn vrouw: ‘Waar hadden we het ook weer over…’
A.D. is er niet meer. Zijn werk blijft echter een ijkpunt in de wereld van examens, toetsen en beoordelen. We komen op dat werk in latere afleveringen van dit tijdschrift zeker terug.