INHOUD EXAMENS 2014-04 november 2014
- Maak examens meer toegankelijk voor doven
Iris Wijnen en Tom Uittenbogert
- Een analyse van het voorstel van de Expertgroep BKE/SKE
Harry Molkenboer
- Examinatoren beoordeeld
Remko van der Lei
- De prestatiematrix beroepsbekwaam handelen
Cor Laming
- De dekkingsmatrix als kwaliteitszorginstrument
Susan Voogd, Mary Herboldt-Soudant en Marit Praagman
- Uit de praktijk: Score website
Veronica Bruijns
- Examens in bedrijf: Dienst Uitvoering Onderwijs
Annie Kempers-Warmerdam en Jackelien ter Burg
- Redactioneel
- Gastcolumn
- Terecht of niet?
- Verenigingsnieuws NVE
- Gezien en gelezen
- Literatuur en agenda
Toetsen als complexe vaardigheid
Velen beschouwen toetsen als een complexe vaardigheid. Mogen we dan van alle docenten verwachten dat zij dit kunnen of is goed toetsen alleen weggelegd voor specialisten? Van alle docenten wordt verwacht dat zij hun onderwijs aan kunnen passen aan het niveau van de leerlingen. Vragen die door een docent in een klas worden gesteld, leveren informatie op waarmee de docent peilt of de leerling de uitleg heeft begrepen. De docent toetst of de leerling de stof beheerst in relatie tot de te behalen doelen en bepaalt op basis daarvan wat er nog gedaan moet worden om de kloof tussen doel en huidige positie te verkleinen. Daarmee is het toetsen van leerlingen een continue activiteit en onderdeel van de complexe vaardigheid ‘doceren’. Het stellen van de juiste vragen, maar ook het goed verwerken van de informatie die vrijkomt, zal voor de ene docent complexer zijn dan voor de andere.
Deze manier van toetsen door het stellen van vragen tijdens het geven van onderwijs heeft een formatieve functie. De vragen die docenten stellen, leveren informatie op waarmee de ontwikkeling van de leerling verder gestuurd kan worden. Docenten ervaren het stellen van vragen niet als complex. Wordt toetsen dan complexer als het doel van toetsen verandert?
Op het moment dat vergaande beslissingen genomen moeten worden over het al dan niet slagen voor een opleiding of over de overgang naar een volgend studiejaar, slaat de twijfel bij docenten toe. Is er voldoende informatie voorhanden om te kunnen besluiten? Is de optelsom van alle afzonderlijke toetsen voldoende om een goede beslissing te kunnen nemen? En als er een beslissing genomen wordt, hoe kijkt de buitenwereld daar naar? Toetsing wordt dan iets dat zich niet meer alleen tussen studenten en docenten afspeelt, maar iets tussen docenten, de opleiding en de buitenwereld. Samenwerking tussen docenten, bijvoorbeeld bij de constructie van toetsen of bij het verwerken van verzamelde informatie, draagt bij aan het vertrouwen van docenten dat ook in complexe situaties de juiste beslissingen genomen kunnen worden.
Toetsen kan een complexe vaardigheid zijn, maar we verwachten inderdaad dat docenten deze vaardigheid beheersen. Door meer vertrouwen in het eigen onderbouwd handelen, weten wat ze wel en niet zelf kunnen en samenwerken met collega’s kunnen docenten meer grip op de complexiteit krijgen. Het hoger onderwijs verwacht van alle docenten dat zij in ieder geval beschikken over een basiskwalificatie op het gebied van toetsen en beoordelen. Deze basiskwalificatie kan een bijdrage leveren aan het vertrouwen in het kunnen leveren van kwalitatief goede toetsen. In dit nummer van EXAMENS kunt u daar in de artikelen van Harry Molkenboer en Remko van der Lei meer over lezen.
Veel leesplezier!