INHOUD EXAMENS 2015-04 november 2015
- Stap voor stap naar exameninstrumenten voor herziene kwalificatiedossiers
Maria Wessels en Leontine Derks
- Ontwerpen van een instrument voor collegiale screening van kennistoetsen
Karin Gerritsen-van Leeuwenkamp, Jan Adema en Gerard Straetmans
- Gaan rubrics ons helpen beter te beoordelen?
Gerard Straetmans
- De impact van formatieve assessments op de zelfregulatie en motivate van jonge adolescenten
Kelly Meusen-Beekman, Desirée Joosten-ten Brinke en Els Boshuizen
- Uit de praktijk - Actieve Borging tegen fraude
Vincent Versluis en Arie de Wild
- Examens in bedrijf Creatief ondernemen met lef! Hoffelijk
Rena Punt en Desirée Joosten-ten Brinke
- Redactioneel
- Terecht of niet...?
- Gastcolumn
- NVE
- Gezien en gelezen
- Literatuur
- Agenda
Leren eerlijk te zijn
De zomervakantie ligt, wanneer u dit leest, alweer een aantal maanden achter ons. De examenperiode in het reguliere onderwijs ligt nog ver weg. Maar juist in de zomervakantie van dit jaar kwam ik opvallend veel berichten in kranten en op televisie tegen over frauduleus handelen bij examens. Ook juridische berichtgeving ontbrak niet. De rechter deed bijvoorbeeld uitspraak over de fraude met VCA-examens. Ook in de rubriek ‘Terecht of niet’ in dit nummer van EXAMENS besteden we er aandacht aan.
Ik vroeg me af of er tegenwoordig meer gefraudeerd wordt dan vroeger. Uit mijn eigen schooltijd kan ik me niet herinneren dat ooit het woord ‘examenfraude’ viel. Ja, er werd wel gespiekt. Examenfraude is dus van alle tijden, maar in de huidige tijd is er veel meer aandacht voor. En dat is natuurlijk terecht aangezien we niet willen dat diploma’s uitgereikt worden aan kandidaten die in principe niet kundig en vaardig zijn op de gebieden waarvoor ze opgeleid zijn. We willen juist burgers die op eerlijke wijze hebben aangetoond te beschikken over de competenties waarvoor ze opgeleid zijn. Wanneer ik een elektricien inhuur, verwacht ik dat hij vaardig genoeg is om het probleem in mijn huis te kunnen oplossen. Dat vereist een deugdelijke proeve van bekwaamheid zonder frauduleus handelen.
We weten inmiddels dat de technologische vooruitgang steeds nieuwe mogelijkheden creëert om te frauderen. En dat dit van examenfunctionarissen steeds nieuwe kennis en vaardigheden vereist om frauduleuze handelingen te herkennen. Ook al ben ik een beetje bang dat bij altijd voortschrijdende techniek examenfunctionarissen het nakijken hebben pleit ik ervoor dat in opleidingen voor leraren en in (na) scholing voor examenfunctionarissen meer aandacht aan dit onderwerp wordt besteed met bijvoorbeeld een module over het ‘herkennen van examenfraude’. Ook bepleit ik verplichte bij- en nascholing om deze kennis op peil te houden.
Maar dat is niet genoeg. Onkruid moet bij de wortel worden aangepakt. Dat houdt in dat ook het normbesef van examenkandidaten op peil gebracht moet worden. Ik ben van oorsprong pedagoog die - dat is nou eenmaal de aard van het beestje - van waarden en normen houdt. Waarden en normen reguleren de samenleving. Aandacht voor ethiek, aandacht voor ethische dilemma’s, dat mogen wat mij betreft vaste onderdelen van het curriculum worden, zoals bijvoorbeeld in het middelbaar beroepsonderwijs waar één van de te bereiken competenties ‘ethisch en integer handelen’is genoemd. Maar het zou bijvoorbeeld ook kunnen in het vak filosofie. Naar mijn bescheiden mening zou dat op de middelbare school een verplicht vak mogen zijn. Gedragsverandering start met kennis en besef van oeroude normen en waarden als eerlijkheid en rechtvaardigheid. Wanneer je fraude tijdens examens wilt beperken of zelfs voorkomen, is vorming in ethiek beslist ook een middel.