INHOUD EXAMENS 2016-02
- Ontwerpen van toetsen volgens de Evidence Centered methode
Erik Roelofs
- De Online Script Concordance Test om voortgang in klinisch redeneren te bevorderen van fysiotherapeuten in de opleiding en de beroepspraktijk
Marjo Maas, Tamara van Schilt-Mol en Cees van der Vleuten
- In hoeverre kan het HBO-getuigschrift beroepsbekwaamheid garanderen?
Gerard Straetmans
- Niveaupunten als basis voor een diplomastelsel, een experiment
Ron van Troost en Harry Molkenboer
- Uit de praktijk – Extern valideren van examens
Henri Jager
- In gesprek met examenfunctionarissen – Miriam Regab-Felaki, procescoördinator Tentaminering en certificering
Ad de Jongh en Desirée Joosten-ten Brinke
- Redactioneel
- Terecht of niet...?
- Gastcolumn
- Examencommissie
- Klopt het
- NVE
- Gezien en gelezen
- Literatuur en agenda
Redactioneel
Het tweede nummer van EXAMENS, tijdschrift voor de toetspraktijk in de nieuwe vormgeving ligt voor u. Na het verschijnen van het eerste nummer van dit jaar heeft de redactie veel positieve reacties, maar ook een enkele kritische reactie gehad op de nieuwe vormgeving. Desondanks werden we een beetje stil van de complimenten die we ontvingen. Blijkbaar hebben we een vormgeving gerealiseerd die kwalitatief aan de verwachtingen van veel lezers voldoet. En daar zijn we trots op. In ons tijdschrift streven we er naar om vele gevarieerde artikelen en rubrieken op te nemen die van een hoge kwaliteit zijn. Dat is één van de eisen die de redactie aan de aangeboden kopij stelt: de bijdrage moet de kwaliteitstoets kunnen doorstaan. Het tijdschrift moet zowel wat vormgeving als wat inhoud betreft kwalitatief goed zijn.
De toetspraktijk kent verschillende vormen van kwaliteit. Zo zag ik in de afgelopen maanden een item in het journaal over de voorbereiding op het theorie-rijexamen. Er zijn rijscholen die hun kandidaten een examentraining geven voorafgaande aan het theorie-examen. Op zich niets mis mee, zou je denken. Immers een gedegen voorbereiding op het examen geeft de kandidaat meer kans om voor dat examen te slagen. Maar over die gedegen voorbereiding kun je blijkbaar verschillend denken. Zo werd in het journaalitem aangegeven dat de voorbereiding bestond uit een examentraining waarin de aandacht werd gevestigd op de wijze waarop de vragen worden gesteld en wat het meest voor de hand liggende antwoord zou moeten zijn. En wat bleek? Meer kandidaten die op deze wijze waren voorbereid slaagden voor het theorie-examen dan kandidaten die deze voorbereiding niet hadden gehad. Na afloop van het examen zag ik blije kandidaten die geslaagd waren, maar een kandidaat gaf toe de verkeersregels niet (goed) te beheersen.
Een examen is ervoor om te meten of de kandidaat competent is op het betreffende gebied. Een examen moet hiervoor valide en betrouwbaar zijn. Als een kandidaat kan slagen door uit de vragen het goede antwoord ‘te lezen’ zonder verstand te hebben van de inhoud dan is een examen niet valide genoeg. In dat geval zal door de exameninstelling daar wat aan gedaan moeten worden. Dit is een vaker voorkomend probleem bij examens met hele grote aantallen kandidaten. Vragen raken bekend en het is erg kostbaar om een hele grote itembank met onderscheidende vragen te maken. Ook de toetstechnische kwaliteit van vragen kan aan de orde zijn. Maar over wat de oorzaak is, gaf het Journaal geen informatie. Nader onderzoek is gewenst. Het CBR zal hier inmiddels vast mee bezig zijn.
In dit tweede nummer van de dertiende jaargang treft u weer een diversiteit van bijdragen aan die de pretentie hebben de lezer voldoende ideeën te geven om de eigen toetspraktijk te verbeteren.