Inspectie van het Onderwijs. (2010). Examenversla g MBO 2009 - Kwaliteit examinering in het middelbaar beroepsonderwijs. Te downloaden op http://www.onderwijsinspectie.nl/actueel/publicaties/ Examenverslag+mbo+2009.html.
In de tweede helft van september 2010 verscheen het Examenverslag MBO 2009 met als ondertitel Kwaliteit examinering in het middelbaar beroepsonderwijs van de Inspectie van het Onderwijs. Zoals de laatste jaren gebruikelijk leverde het examenverslag weer de nodige media-aandacht op. De krantenkoppen logen er niet om (zie ook het redactioneel in dit blad). De argeloze burger kon maar één conclusie trekken: de examens die in het middelbaar beroepsonderwijs afgenomen worden deugen niet. De vraag is echter of dat inderdaad het geval is. Het examenverslag start met een hoofdstuk over de methode van onderzoek die de inspectie van het onderwijs heeft toegepast. Er zijn vijf soorten onderzoek uitgevoerd:
• een bureauonderzoek naar de kwaliteit van examenproducten bij de leveranciers,
• het reguliere (jaarlijkse) onderzoek bij een steekproef van 711 opleidingen bij 116 instellingen,
• het onderzoek naar kwaliteitsverbeteringen van 114 opleidingen bij 54 instellingen, waarvan in 2007/2008 werd vastgesteld dat de examens niet voldeden,
• twee onderzoeken naar kwaliteitsverbetering bij specifieke groepen. Hierbij gaat het om opleidingen die in 2004/2005 of 2005/2006 niet voldeden.
Uit het reguliere onderzoek blijkt dat de examenkwaliteit (voldoen aan de drie standaarden van de inspectie die betrekking hebben op uitstroomeisen, toetstechnische kwaliteiten en de wettelijke vereisten) bij 63% van de opleidingen voldoende is. In de onderzoeken die in 2007/2008 werden gehouden was dit nog 78%. Het lagere percentage in 2009 is volgens het inspectieverslag vooral veroorzaakt door de invloed van inkoop.Met name de resultaten van het eerste soort onderzoek zijn daar debet aan. In het verslagjaar heeft de Inspectie van het Onderwijs voor de eerste keer onderzoek gedaan bij de examenleveranciers. Vele opleidingen betrekken hun examens van deze examenleveranciers (die overigens ten tijde van KCE onderzocht zijn en een goedkeuring hadden). Een aantal van die examens is door de Inspectie van het Onderwijs als onvoldoende beoordeeld. Het gaat dan vooral om tekortkomingen in het exameninstrumentarium op inhoudelijke uitstroomeisen (onvoldoende dekking van het examen en een onjuiste toetsvorm) en op toetstechnische kwaliteiten (onvolledige of ontbrekende beoordelingsmodellen), al dan niet in combinatie met onvoldoende borging van de integrale examenkwaliteit. Deze beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs werkt door naar de opleidingen. De opleidingen die de examens van deze als onvoldoende beoordeelde examenleveranciers hebben betrokken en integraal hebben overgenomen hebben automatisch ook een onvoldoende beoordeling gekregen. De Inspectie geeft in het examenverslag aan, dat wanneer het aantal opleidingen dat op deze manier een onvoldoende beoordeling heeft gekregen, buiten beschouwing gelaten wordt, het aantal voldoende opleidingen zou stijgen naar 81% (hetgeen dus een kleine verbetering is ten opzichte van het examenverslag van het voorafgaande jaar). Hiermee is de (negatieve) media-aandacht enigszins genuanceerd en is de vraag gerechtvaardigd of opleidingen ervan mochten uitgaan dat de ingekochte examens van voldoende kwaliteit zijn. In het reguliere onderzoek maakt de inspectie onderscheid tussen regionale opleidingencentra (roc’s), agrarische opleidingencentra (aoc’s), niet-bekostigde instellingen en vakinstellingen. Wanneer naar deze instellingen wordt gekeken dan wordt geconstateerd dat vakinstellingen significant beter scoren dan roc’s, aoc’s en niet-bekostigde instellingen. Tevens blijkt dat aoc’s beduidend lager scoren dan de andere instellingen, hetgeen voor het overgrote deel te verklaren is uit de invloed van inkoop.
De inspectie gaat bij het beoordelen van de examens uit van de zeven standaarden (vertrouwen beroepenveld, deskundigheid betrokkenen, inhoudelijke uitstroomeisen, toetstechnische eisen, afname beoordeling en diplomering, borging examenkwaliteit en wettelijke vereisten). In het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering komen deze nadrukkelijk in het verslag aan de orde. Uit dit onderzoek blijkt dat de meeste tekortkomingen te vinden zijn op de standaarden inhoudelijke uitstroomeisen, toetstechnische kwaliteit, borging van deskundigheid en borging examenkwaliteit.
De inspectie laat het in dit examenverslag niet alleen bij de resultaten van dit onderzoek, maar geeft ook voorbeelden van good & bad practices. Zo worden de bevindingen van de inspectie nog eens geïllustreerd met voorbeelden die in examenland aangetroffen zijn. Lezing van het examenverslag geeft een meer realistisch beeld van de toestand van de kwaliteit van de examens in het mbo dan lezing van krantenberichten die hierover verschenen zijn.
De heer drs. A.J.C.M. de Jongh is programma-manager Gezondheidszorg, Laboratoriumtechniek en Optiek Zadkine Rotterdam, tevens lid van de redactie EXAMENS. E-mail: A.J.C.M.deJongh@zadkine.nl