AI ben een beetje een zeur als het over onderwijs gaat, ik heb namelijk veel moeite met het huidige discours in het (medisch) onderwijs. Met name de neiging om kwaliteit altijd te willen kwantificeren is, denk ik, de kern van het probleem.
Momenteel woon en werk ik in Australië en ik heb, na ruim 20 jaar in Nederland in het medisch onderwijs te hebben gewerkt, de gelegenheid om de onderwijssystemen en -benaderingen met elkaar te vergelijken. In Nederland én in Australië is het fabrieksmodel op het medisch onderwijs losgelaten, in Nederland door outputfinanciering en in Australië door de overheidsfinanciering zo goed als helemaal weg te bezuinigen (dat is althans het plan). De discussie over de studiefinanciering in Nederland steekt bleekjes af bij wat er in Australië plaatsvindt, hier zullen studenten naast hun levensonderhoud ook nog collegegelden in de orde van grootte van zo’n 35.000 dollar per jaar moeten opbrengen. Het gevolg van dat laatste is dat studenten steeds meer de rol van klant krijgen die een diploma moet ontvangen, in plaats van dat zij kennis, vaardigheden en andere competenties nastreven.
Hoe het ook zij, in beide landen worden mensen die zich met examinering - of assessment - bezighouden in een spagaat gedwongen: enerzijds worden zij geacht zoveel mogelijk studenten te laten slagen, maar anderzijds kunnen zij geen studenten doorlaten die niet aan minimale competentiecriteria voldoen. De affaire met InHolland en nu met andere onderwijsorganisaties laat zien dat dit een dans op het slappe koord is.
Zelfs met de beste bedoelingen van assessment-for-learning staat aan de ene kant de student (of klant) die gewoon een diploma wil waarmee hij/zij op de arbeidsmarkt terecht kan (en die geen verdere studieschuld opbouwt) en aan de andere kant de docent die de student wil aansporen om optimaal te leren. De financiële prikkels werken echter tegen de docent en dat speelt in Australië dus nog veel sterker dan in Nederland.
Nu is in Australië onderwijs ook nog een exportproduct en is het onderwijs voor de financiering van de binnenlandse studenten sterk afhankelijk van de zogenaamde full-fee paying buitenlandse studenten (de 35.000 dollar per jaar is voor een goede medische opleiding namelijk niet voldoende). Die buitenlandse studenten zijn meestal van Aziatische afkomst en zij zijn nog minder dan de Australische studenten gewend aan de Socratische traditie van leren door middel van een kritische dialoog en zelfreflectie. Dat zijn juist de elementen die zo belangrijk zijn voor assessment-for-learning. Dus waar de onderwijskundigen en de docenten in Australië graag een vorm van assessment-for-learning willen nastreven en in de toetsing de algemene academische vorming willen opnemen, werkt het financieringsmodel dit tegen. Dat is extra zuur omdat juist Australische onderwijskundigen, zoals David Boud en Stephen Billett, zo veel bijdragen aan het breder denken over toetsing.
Op onderwijsniveau dwingt het systeem ons tot een inrichting van toetsprogramma’s die sterk op een behavioristische beïnvloeding van het studentleergedrag leunen. ‘Behavioristisch’ wil zeggen dat de nadruk ligt op waarneembare gebeurtenissen en niet op cognitieve processen, de denk- en leerprocessen, zoals die in een meer sociaal-constructivistisch concept aan bod komen. Dat is vervelend omdat de maatschappij professionals nodig heeft die ook na hun afstuderen in staat zijn om hun competentie verder uit te bouwen op basis van zelfregulatie en zelfreflectie. Het is niet zo dat na zes jaar studie met puur behaviouristische georiënteerde sturing van het leren het diploma een magisch papiertje is dat de afgestudeerde plotseling wel tot een zelfsturende lerende maakt.
De kloof tussen professionalisme en managerialisme op de universiteit wordt groter. Daar bedoel ik mee dat de nadruk minder komt te liggen op de kwaliteit van de onderwijskundige kennis en inzichten en steeds meer op organisatievormen, technologieën en managementinstrumenten. Ik ben daar pessimistisch over en eerlijk gezegd ben ik zelfs pessimistischer over de situatie in Australië dan over die in Nederland. Maar als Nederlander heb ik goed geleerd te relativeren dus: ‘The soup is never eaten as hot as it’s served’.
Prof.dr. L.W.T. Schuwirth is Professor of medical education aan de Flinders University, Adelaide, Australië & Universiteit Maastricht, Maastricht. E-mail: lambert.schuwirth@flinders.edu.aul.