Bij het werken met cliënten met traumatische ervaringen wordt vaak de metafoor van de gebroken vaas gebruikt. Stel je voor dat je per ongeluk een kostbare vaas van zijn plek stoot. Hij valt aan diggelen. Wat doe je? Probeer je de vaas weer in elkaar te zetten? Verzamel je de scherven en gooi je die in de vuilnisbak, omdat de vaas toch niet meer te redden is? Of raap je de mooi gekleurde stukjes op en gebruik je die om iets nieuws te maken – zoals een kleurrijk mozaïek?