Een ander laten doen wat jij wil, jij die doet wat een ander wil: dat is de kern van macht. Zonder macht uitoefenen komen we niet tot gezamenlijke keuzes noch tot afgestemde handelingen, niet in een-op-eenrelaties, en al zeker niet in organisaties. Ondanks die cruciale functie heeft macht een vieze bijsmaak, een wasem van ongemak en uitwassen. Een kracht die zichzelf uitholt doordat betrokkenen aan beide zijdes van het machtsspectrum belanden in een karikatuur: leiders maken zich steeds groter, volgers maken zich kleiner.