David Boud & Elizabeth Molloy (red.) (2013). Feedback in higher education. Understanding it and doing it well. London: Routledge. 229 pagina’s. ISBN 0415692288, 9780415692281.
Feedback wordt door zowel studenten als docenten gezien als een zeer belangrijk ingrediënt van onderwijs. Maar toch, docenten klagen dat studenten er zo weinig mee doen en studenten klagen dat ze niet genoeg feedback krijgen. Dit gegeven vormt het startpunt van het boek. Boud en Molloy geven aan dat feedback in de praktijk nog veel te vaak bestaat uit eenrichtingsverkeer van de docent naar de lerende. Daarbij gaat de docent uit van de veronderstelling dat feedback compleet is wanneer deze weergeeft hoe een bepaalde taak is uitgevoerd. Het vervolg van het boek zet sterk in op het begrijpen van het fenomeen feedback en op inzicht in de problematiek van de huidige praktijk.
Problemen rondom feedback
• Perceptie van docenten: het ligt aan de student, die herkent de feedback niet,
• Verschil van interpretatie: studenten interpreteren feedback anders dan de docenten die de feedback geven,
• Impact op het leren: de huidige vorm van feedback leidt in veel gevallen niet tot beter leren,
• Zo veel werk: leraren/docenten kunnen gedesillusioneerd raken,
• Beoordeeld worden: sterk beoordelende opmerkingen wekken weerstand op, voorzichtig geformuleerde opmerkingen leiden
tot onduidelijkheid.
Belangrijk is dat de definitie en het doel van feedback helder is. Boud en Molloy komen tot onderstaande definitie: ‘Feedback is a process whereby learners obtain information about their work in order to appreciate the similarities and differences between the appropriate standards for any given work, and the quality of the work itself, in order to generate improved work’. Zij stellen voor feedback zo breed te maken dat de instructie, de dialoog met de docent en de actie van de student meegenomen . worden. Alleen wanneer de instructie leidt tot een actie van de student, is het daadwerkelijk feedback. Dus niet alleen het product van het schrijven of formuleren van opmerkingen is onderdeel van feedback. De nadruk zou moeten liggen op het proces dat eraan vooraf gaat (doelen, criteria, verwacht niveau) en het proces dat er op volgt (verwerking van de feedback en toegenomen kwaliteit van het product). Feedback wordt vaak dusdanig beschreven dat de docent centraal staat, terwijl die veel meer gecentreerd zou moeten worden rondom de lerenden. Daarbij zou nadruk moeten liggen op een vergelijking met externe standaarden (beoordelingscriteria) en begrip daarvan en op het verwerken van de informatie. De auteurs stellen aan de hand van een literatuuranalyse vast dat de feedbackpraktijk in veel gevallen niet aansluit bij de genoemde definitie. In de eerste drie hoofdstukken staan zij uitvoerig stil bij de problematiek rondom feedback. Vervolgens bespreken zij de rol van emotie, cultuur en vertrouwen in relatie tot feedback. Verschillende vormen van feedback (schriftelijk, digitaal) komen aan de orde in de hoofdstukken 7 en 8. Hoofdstuk 9 beschrijft feedback in een gesimuleerde leeromgeving waarbij de nadruk ligt op het gegeven dat het doel sturend is voor het type feedback dat nodig is. Het laatste gedeelte is gewijd aan bronnen van feedback buiten de docent: peerfeedback. Het boek sluit af met een hoofdstuk waarin de hoofdzaken worden samengevat en keuzemomenten met betrekking tot feedback, op zowel micro- als macroniveau, worden benoemd. Het boek zet vooral in op het begrijpen van feedback. De tweede helft van de subtitel – ‘and doing it well’ - komt minder expliciet aan de orde. Het is geen handboek met hele concrete tips of hulpmiddelen om de praktijk te verbeteren. Het boek moet het dus vooral hebben van het aanzetten tot het overdenken van de eigen aanpak en van bewustwording van valkuilen rondom het thema feedback. Heel sterk daarbij is dat het onderwerp niet alleen besproken wordt vanuit het perspectief van docenten, maar dat er ook veel vanuit de ontvangers (studenten) geredeneerd wordt. Een aspect dat volgens Boud en Molloy in veel onderzoeksliteratuur onderbelicht blijft. Al met al een makkelijk leesbaar, inspirerend boek met een stevige theoretische onderbouwing.
De heer dr. J.G. Arts is lerarenopleider biologie bij Fontys lerarenopleiding in Tilburg.
E-mail: jorik.arts@fontys.nl.