INHOUD THEMA 'HEILZAME MELANCHOLIE EN VROUWELIJKE DENKERS' (april 2017)
- Tijd voor kunst en cultuur, Florian Jacobs
- Tussen lichaam en geest, Joost De Raeymaecker
- De stand-up filosofen
- Van discipline naar dwalen
- Zwemles voor Antropos, Mark Leegsma
- Filoselfie Micha Wertheim
- Signalement
Redactioneel
In ons vorige nummer lieten vier studenten van de masteropleiding Applied Ethics van de Universiteit Utrecht hun licht schijnen over de ethiek van de toekomst. De rode draad, van Marskolonisering tot milieu- ethiek, bleek een kritiek van het autonome subject of ego. Daarmee hebben de studenten zich niet alleen uitgesproken over de toekomst van de ethiek, maar de spijker bovendien op de kop van de filosofische actualiteit geslagen. Kijk maar naar drie van de blikvangers van deze Maand van de Filosofie, te beginnen met Joke Hermsens Melancholie van de onrust. Op het eerste gezicht lijkt haar Essay van de Maand een pleidooi voor genieten van kunst en cultuur als compensatie voor de economie van onrust waarin we leven. Het gaat in de kern evenwel om de melancholie zelf: het oerverlies van verbondenheid dat optreedt zodra en zolang het Ik zich al sprekend en handelend tegenover de ander, de wereld en zijn Zelf plaatst. Het zogenaamd autonome ego is, kortom, niet alleen geen vanzelfsprekendheid, het cultiveren van de afzondering waarvan het een product is, leidt ook tot de pathologische melancholie die we vandaag de dag depressie noemen. Voor Henk Oosterling staat de paal nog verder boven water: de westerse verlichting is in haar obsessie met autonomie zo ver doorgedraafd dat we ons met niks of niemand nog wezenlijk verbonden voelen en bijgevolg onze morele handelingsbekwaamheid hebben ingeruild voor consumptieve lamlendigheid. Wat de westerse verlichting nodig heeft is een inflatiecorrectie van het ego, aldus Oosterling. Die vindt hij in de verregaande relativering van het Ik en zijn wil zoals de oosterse verlichting die in praktijk brengt. Waar géén wil is, is een weg naar een denken en handelen dat op wederzijdse doordringing van mensen onderling, alsook van mensen en planeet, berust. Nu mag het lijken of deze correctie een simpele ingreep is en dat we, zodra we dit varkentje hebben gewassen, gauw weer over kunnen naar de orde van de dag. Maar dan hebben we, volgens René ten Bos, niet begrepen dat denken in termen van doelen, problemen en oplossingen integraal deel uitmaakt van de autonomie die door een fenomeen als climate change juist wordt gelogenstraft. Oplossingsgericht denken bijt zijn tanden stuk op de complexiteit van de wisselwerkingen tussen mensen en planeet die het wezen van het antropoceen vormt. Daar stelt Ten Bos een ‘oplossing’ tegenover die louter paradoxaal kan zijn: laten we eerst kennismaken met de verwarring die haar stempel op het nieuwe tijdperk drukt. Laten we dwalen in het antropoceen. (Het valt te hopen dat Ten Bos, die tijdens de Nacht van de Filosofie Marli Huijer als Denker des Vaderlands opvolgt, ons de komende twee jaar met meer van dit soort paradoxale interventies tegen de haren in gaat strijken. Overigens zal Huijer, al zit haar Denkerschap erop, zich in het vervolg niet onbetuigd laten: zij zet haar werk voor de goede zaak voort als hoogleraar Publieksfilosofie.) Als klap op de vuurpijl lanceert iFilosofie een heerlijke nieuwe rubriek: de Stand-Up Filosofen. Erno Eskens en Marthe Kerkwijk zullen vanaf heden elk nummer een filosofische vraag beantwoorden en en passant elkaar fileren, of tenminste elkaars theorieën. Laten zij zichzelf om het spits af te bijten een wel heel toepasselijke vraag hebben gesteld: hebben wij een vrije wil? Namens alle ego’s die zichzelf hebben gerelativeerd om gezamenlijk deze iFilosofie tot stand te brengen.