In Nederland zijn er ruim 280.000 dementiepatiënten en dat aantal zal over twintig jaar verdubbelen. De cijfers stijgen onrustwekkend. 70% van de mensen met dementie woont nog thuis en wordt verzorgd door naasten. De aandoening treft op die manier drie keer zoveel mensen als patiënten. Mantelzorgers, hulpverleners, vrienden en familie lijden mee onder de draaglast van de aandoening. Hoe kunnen we deze ‘verborgen slachtoffers’ inschakelen als ‘verborgen hulpbronnen’? De veronderstelling dat dementiepatiënten communicatief onbereikbaar zouden zijn, zorgt ervoor dat deze mensen kunnen sterven aan een sociale dood, alvorens het fysieke levenseinde te bereiken. Hoe kunnen we dat voorkomen?