Mijn identiteit is een uit taal opgetrokken betekenisconstructie waarin is vastgelegd wie en wat ik ben: mens, man, echtgenoot, vader, grootvader, psycholoog, Nederlander en zo nog het een en ander. Met mijn identiteit onderscheid ik me. Ze bepaalt niet alleen mijn zijn in de wereld ten opzichte van alle anderen, maar ook mijn doen en laten daarin, en wel op een norm gebonden manier, mens zijn schept verplichtingen. Identiteit heeft niet alleen beschrijvende en normerende aspecten, maar is ook waarde gebonden: als Nederlander ben ik nu beter af dan als Syriër, en als psycholoog word ik nu beter betaald en heb meer status, dan vroeger toen ik een paar jaar heb gewerkt als grondsteward en banketbakker.