In mijn kinderdroom staat er een huis om het werkelijke huis van mijn grootouders heen. ‘Het huis met de geesten’ ben ik het huis later gaan noemen, zoals het boek van Isabel Allende. Het is er levensgevaarlijk. In mijn droom bestaat het huis uit allerlei gangen en verbindingen, in en om de kamers van het werkelijke huis heen, als een doolhof waar je zomaar in terecht kunt komen zonder dat je precies weet wanneer en hoe. Je ging ergens een deur door en belandde in de vage gangen van het esoterische huis. Eenmaal in de gangen is de weg terug onherkenbaar. Je bent terechtgekomen in een wereld waar je bent overgeleverd aan de schimmen en geesten die daar dwalen. Ze jagen je na, ze overmeesteren je, ze slokken je op.