INHOUD "Het Nederlands onderwijs in internationaal perspectief"
- Loopbaanoriëntatie en –begeleiding, Jitske Brinkman
- Datateams voor onderwijsverbetering, Marloes Buschers, Joukje Jurjens, Klaas Pit, Gert Gelderblom, Cindy Poortman, Kim Schildkamp, Saskia te Nijenhuis
- Effectieve kennisbenutting in scholen, Bregje de Vries, Hilde Wierda-Boer, Carlos van Kan en Janneke van der Steen
- Bestuur Beleid Beschouwing
- Hoe zit het met uw
- Onderzoek
- Boeken
Focus op…
- Introductie: over de grenzen, Pieter Leenheer, Anneke Westerhuis en Renée van Schoonhoven
- Vergelijkingen, ranglijsten en mondiale onderwijshervorming, Renée van Schoonhoven, Marieke Buisman, Anneke Westerhuis, Roger Standaert
- Beroepsonderwijs in internationaal perspectief, Renée van Schoonhoven, Nancy Hoffman, Anneke Westerhuis & Elly de Bruijn
- Kijken naar de buren en vice versa, Roger Standaert, Rudi Schollaert, Pieter Leenheer
Redactioneel
Het magazinedeel van dit nummer van DNM opent met een bijdrage van Jitske Brinkman over loopbaanoriëntatie in het vmbo. Met de invoering van de nieuwe beroepsgerichte profielen behoort dat wettelijk gezien tot de kern van het vmbo. Bij loopbaanoriëntatie gaat het allang niet meer om de simpele vraag “wat wil je later worden en welke vervolgopleiding moet je daartoe aan doen?” Het is veel breder: het gaat over persoonsvorming, over reflectie, zelfs over verantwoordelijkheid (leren) nemen voor je eigen leven. LOB raakt daarmee aan de pedagogische opdracht van de school. Dat zal veel mensen in het vmbo aanspreken: natuurlijk doet de vakinhoud ertoe, maar je wilt toch vooral dat leerlingen beseffen dat het om hun eigen toekomst gaat en dat ze leren over die toekomst zelf regie te voeren.
Leerlingen in het vmbo moeten op jonge leeftijd een keuze voor een profiel in de bovenbouw maken en een paar jaar daarna voor een vervolgopleiding in het mbo. Tegen die achtergrond is de aandacht voor LOB in het vmbo begrijpelijk. Tegelijkertijd kun je je afvragen of het vmbo daarmee niet met een onmogelijke LOB-opdracht wordt opgezadeld, want kun je leerlingen op die jonge leeftijd al aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor hun eigen loopbaan? Die vroege verantwoordelijkheid komt voort uit de inrichting van ons bestel, waarin vmbo-leerlingen al na vier jaar van school moeten verkassen, terwijl dat voor havo- en vwo-leerlingen pas na vijf resp. zes jaar het geval is. Dat heeft iets scheefs, helemaal als je beseft dat er voor vmbo-leerlingen minder opties in het verschiet liggen dan voor havo- en vwo-leerlingen c.q. de opties die voor hen in het verschiet liggen, maatschappelijk minder gewaardeerd worden. Misschien is dit nog te billijken, als leerlingen “terecht” op basis van hun capaciteiten naar het vmbo gaan, maar ook dat is niet altijd het geval. Een deel van de vmboleerlingen had cognitief best naar de havo gekund, maar door milieu-specifieke selectiemechanismen gaan deze leerlingen toch naar het vmbo.
Zo beschouwd zitten er best een paar dingen scheef in de inrichting van ons onderwijsbestel. Je gaat je dat pas goed realiseren als je dat onderwijsbestel met enige distantie bekijkt, zoals dat gebeurt in Nederlands onderwijs in internationaal perspectief, het Focusdeel van deze DNM. Eigenlijk is dit titel wat misleidend: het gaat niet om een internationaal perspectief, maar om meerdere internationale perspectieven. Hierdoor is het – weer – een inhoudsrijk Focusdeel geworden, waar je echt even voor moet gaan zitten.
Daarmee lopen we wel een risico, want op weg naar de zomervakantie wordt op menig bureau de stapel “nog te lezen” alleen maar groter. In de eindeschooljaarshectiek schiet zoiets als het lezen van vakbladen erbij in; dat wordt uitgesteld tot het moment waarop het allemaal wat rustiger is. Maar tegen die tijd is men al zo onthecht dat het alsnog doornemen van de stapel opeens ook niet meer zo relevant lijkt en de achterstallige tijdschriften linea recta in de spreekwoordelijke oud-papierbak belanden. We beseffen dat dit ook het lot van dit juninummer kan zijn; hopelijk weten we dat met dit redactioneel te voorkomen.