Veel docenten in het hoger onderwijs vinden het lastig om goede toetsopdrachten te ontwikkelen en te beoordelen. Volgens de auteur is een veel voorkomend probleem dat er geen duidelijke relatie is tussen de leerdoelen van een module en de manier waarop opdrachten worden beoordeeld. Om tot meer valide en meer betrouwbare resultaten van toetsopdrachten te komen, biedt het boek “Hoe maak ik een goede toetsopdracht?” een systematiek en geeft het boek praktische adviezen met voorbeelden uit de praktijk van de auteur. Het begrip toetsopdracht wordt gebruikt voor alle open toetsvormen zoals essays, presentaties, projecten, stages, practica en simulaties. Het boek laat zien dat de systematiek generiek toepasbaar is voor toetsen in opdrachtvorm.