Voor mijn masterthesis onderzocht ik de bestuurlijke gemeenschap in het onderwijs op de school waar ik destijds als afdelingsleider werkzaam was. De aanleiding was de onvoldoende die de Inspectie van het Onderwijs het bestuur gaf voor de kwaliteitscultuur die terug te voeren was op problemen binnen de bestuurlijke gemeenschap. Uit mijn onderzoek kwam naar voren dat de bestuurlijke gemeenschap niet als eenheid aanspreekbaar was. Ook de bestuurder kon niet in alle opzichten voldoen aan zijn rol. Hoewel als boegbeeld sterk en beschikkend over voldoende expertise, ontbraken vaardigheden in het sturen, inspireren, stimuleren, faciliteren en samenwerken. Het leidde tot een gebrek aan vertrouwen en te weinig onderlinge interactie.