Omdat ik ging spreken over duurzame inzetbaarheid voor 150 mbo-docenten, las ik een recent onderzoeksrapport over hoe het hiermee staat in de mbosector (Berger, 2021). Uit het onderzoek bleek dat maar liefst een kwart van alle mbo-docenten aan intervisie doet. Dit wat mij betreft heuglijke feit benoemde ik in mijn lezing. Daarna nam ik de proef op de som. Ik vroeg wie van de docenten in de zaal aan intervisie deed. En zo ja, of men dan een hand wou opsteken. Ik sloeg aan het tellen. En was snel uitgeteld. Het waren er welgeteld geen. Hoe is deze kloof mogelijk? Want 150 docenten is geen verwaarloosbaar aantal. Om dan zo’n groot verschil aan te treffen met gegevens uit een serieus onderzoek, is op zijn minst curieus. Was het omdat de data al in 2019 waren verzameld en mbo-docenten drie jaar en een coronapandemie later intervisie uit hun repertoire hebben geschrapt? Was deze groep misschien niet representatief? Was de vraagstelling in het onderzoek misschien zodanig, dat mensen een goed gesprek tijdens de lunch al als intervisie hadden opgevat? Op al deze vragen kan ik slechts gissen naar het antwoord. Maar wat me in elk geval duidelijk werd, is dat intervisie, althans op dit ROC, allesbehalve business as usual is. En dat is een gemiste kans.