De school is een embryonale samenleving, meende John Dewey. Die bewering valt op twee manieren te begrijpen. Allereerst vormt de school een afspiegeling in het klein van de samenleving. Maar de school is niet louter een miniatuur, net zo min als kinderen, volgens Jean-Jacques Rousseau, kleine volwassenen zijn. Nee, Dewey noemt de school nadrukkelijk embryonaal: ze vormt niet alleen een reflectie op de samenleving van vandaag, maar is tevens die van morgen in wording.
In de spanning tussen reflectie en wording ligt heel de politieke gevoeligheid van onderwijs besloten: willen we dat ‘onze’ kinderen vooral de huidige manier van leven conserveren, of vinden we dat zij, zoals Peter Sloterdijk voorstelt, voorbereid moeten worden op een wereld die wij nu nog niet kennen? Nu zal het onderscheid in feite niet zo strikt te maken zijn. De samenleving verandert zelf namelijk, wat tot uitdrukking komt op school. De vraag is: hoe ver dient de school met veranderingen mee te plooien of er juist weerstand aan te bieden? Als het bijvoorbeeld over de huidige ‘polarisatie’ in de samenleving gaat, lijkt het antwoord iets van beide te zijn: dergelijke ontwikkelingen moet de school niet ontkennen, maar ze plooit zich het best als ze, tegenover de mentale verstarring die polarisatie kenmerkt, verwondering over diversiteit weet te bevorderen.
Maar hoe doe je dat dan? De eerste publicaties die daarop een antwoord geven zijn inmiddels een feit. Met Kinderlogica schreef Sabine Wassenberg een op eigen ervaringen gebaseerd boek over een ‘filosofie juf’ op een multiculturele basisschool. Wat blijkt? Leven en dood, goed en kwaad kunnen in een socratisch gesprek prima met en door kinderen worden bevraagd. Aan verwondering geen gebrek.
Voor de leeftijdscategorieën daarboven is er Extreem in de klas. In deze interviewbundel komen lerarenopleiders, wetenschappers en denkers aan het woord over polarisatie en radicalisering in voortgezet en beroepsonderwijs. Dat de problematiek daar een grote ernst en omvang aanneemt, is ondertussen onmiskenbaar. Gelukkig vinden waar de oplossingen het hardst nodig zijn ook de vruchtbaarste experimenten plaats.
De boeken van Daan Roovers en Koen Wessels, tot slot, vertonen een veelzeggende verwantschap. Wat de eerste in Mensen maken betoogt ten aanzien van de opvoeding, is de boodschap van de tweede over bildung in Dan maken we ons onderwijs zelf wel!: stel de ontwikkeling tot iemand boven de opleiding tot iets. Want in een wereld waarvan de toekomst ongewis is, hebben we uiteindelijk meer aan nieuwe, zich verwonderende iemanden dan aan de herhaling van de ietsen van gisteren.
Namens alle iemanden die deze iFilosofie hebben gemaakt – u vindt hun hoogst unieke filosofische kleurplaten verderop! – wens ik u veel verwondering toe.