Bevlogen ontbranden
Bevlogenheid komt voort uit de levenskracht van mensen. Bevlogen mensen zijn mensen die bewegen vanuit een innerlijk vuur. Dat vuur wordt ook wel passie genoemd. Als bevlogenheid gericht wordt naar prestaties die in goede aarde vallen, dan leidt dat tot goede beoordelingen en een mooie loopbaan. Het kan ook zijn dat bevlogenheid niet wordt omgezet naar zichtbare resultaten en gewenst gedrag. Die vorm van bevlogenheid is meer verbonden met kunst dan met kunde.
Bevlogenheid is contextafhankelijk en latent of prominent aanwezig. Omstandigheden kunnen ertoe leiden dat het innerlijke vuur wordt aangewakkerd of gedoofd. Ook kan een situatie ervoor zorgen dat het vuur wordt ontdekt of juist onzichtbaar blijft. Anders gezegd, de ene persoon is meer bevlogen dan de ander en mensen kunnen bevlogen zijn, maar niet zo worden herkend of erkend.
Hoe het komt dat iemand ontvlamt of niet, is vanuit diverse disciplines te verklaren. Een econoom zou zeggen dat het komt omdat iemand geraakt wordt in zijn of haar nutsfuncties, een psycholoog zou beweren dat het verband houdt met de drijfveren van de persoon en een socioloog zou opperen dat het een gevolg is van het gewenste gedrag, zoals dat in die situatie geldt.
Een heel verrassend en ander plausibel antwoord komt uit de wereld van de brandweer. Daar is kennis over verbrandingsprocessen en factoren, die leiden tot brand en die blijkt uitzonderlijk goed toepasbaar op arbeidskracht als verbrandingsproces en de rol van bevlogenheid daarin. Op de website van de Brandpreventie Academy staat dat er voor het ontstaan van vuur drie factoren nodig zijn. Deze factoren tezamen wordt de zogenaamde branddriehoek of brandcirkel genoemd. Ontbreekt één van deze drie factoren, dan zal er geen vuur en dus geen brand ontstaan. De drie factoren zijn: brandstof, zuurstof, en temperatuur.
De parallel tussen brand en de arbeidskracht is eenvoudig te trekken. Arbeidskracht is immers de energie die er is om te werken op basis van het samenspel tussen de persoon en zijn of haar omgeving. De elementen van de branddriehoek leggen drie factoren bloot, die de arbeidskracht van medewerkers bepalen. De brandstof van arbeidskracht bestaat uit talenten en kwaliteiten. De zuurstof van arbeidskracht zijn omstandigheden en mogelijkheden, die ruimte geven aan talenten en kwaliteiten. De temperatuur, ook wel aangeduid met ontstekingsenergie, weerspiegelt de mentaliteit, motivatie en bevlogenheid van een medewerker. Het werkklimaat kan de passie, het innerlijke vuur, het wel of niet aanwakkeren en talenten doen verstikken, dan wel doen groeien en bloeien. In de driehoek van arbeidskracht wordt iemand een talent bij een optimaal samenspel tussen de drie elementen.
In figuur 1 staat de vertaling van de branddriehoek naar de arbeidskrachtdriehoek. De branddriehoek kent een uitbreiding mengverhouding en katalysator, als aanvullende factoren op het brandingsproces. De factor mengverhouding geeft de verhouding weer tussen brandstof en zuurstof. Als de verhouding tussen brandstof en zuurstof optimaal is, geeft de verbranding de meeste energie en de minste vervuiling. De parallel met arbeidskracht ligt voor de hand. Hoe groter de fit tussen de persoon en zijn of haar werkzaamheden, hoe groter de arbeidskracht. De katalysator kan positief katalytisch zijn (het branden wordt versneld) of negatief katalytisch. Een poederblusser werkt bijvoorbeeld negatief katalytisch. In werkverband is dit vergelijkbaar met demotiverende leidinggevenden, jaloerse collega’s, inconsistent beoordelings- en beloningsbeleid. Ook kan een recessie of de tijdgeest een dempend effect hebben op arbeidskracht. Koersvaste bestuurders, betrokken managers, en enthousiaste collega’s en klanten kunnen daarentegen werken als een positieve katalysator. Optimisme en hoop vanuit de bestuurskamer of de klantenkring zijn ook voorbeelden van positieve externe krachtbronnen, die ervoor zorgen dat de waakvlam van arbeidskracht ook in tijden van tegenwind blijft branden.
Een organisatie met bevlogen medewerkers staat in positieve zin in vuur in vlam. Een brandende organisatie geeft licht, is warm van binnen en is zichtbaar in de wijde omtrek. Stuk voor stuk nastrevenswaardige kenmerken van een sterke organisatie. Leiderschap is geen branden blussen; het is vuren ontsteken!
Prof. dr. Lidewey E.C. van der Sluis is hoogleraar Strategisch Talent Management aan de Nyenrode Business Universiteit en buitengewoon hoogleraar aan de North-West University in Vanderbijlpark, Zuid-Afrika. Tevens is zij actief als toezichthouder bij Hogeschool Inholland, dagvoorzitter en spreker.