De bijsluiter bij motivatie
Medewerkers die met tegenzin hun werk uitvoeren, zijn een enorme schadepost voor de Nederlandse schatkist. Dat verlies loopt met name in het midden- en kleinbedrijf erg op blijkt uit recent onderzoek van verzekeraar Centraal Beheer en adviesbureau &Samhoud. Het MKB verliest jaarlijks hierdoor 15 miljard euro. Medewerkers die chagrijnig en ontevreden zijn, zijn ook de medewerkers die minder gemotiveerd zijn. Vooral in de ict, de zorg en bij de overheid blijkt de motivatie laag. Werk aan de winkel voor betrokkenen, want niemand heeft baat bij medewerkers die het niet naar hun zin hebben.
Organisaties weten dat een lage motivatie de arbeidsproductiviteit remt. Managers, leidinggevenden en bestuurders worden daarom in veel gevallen geselecteerd of getraind op hun motiverend vermogen. Toch biedt enthousiasmeren en motiveren geen garantie voor een hogere arbeidsproductiviteit of betere resultaten. Motiveren is een middel om doelen te behalen, maar er kan op tal van manieren zand in de motivatiewielen worden gestrooid. Een manager selecteren op zijn of haar tjakka-gehalte is derhalve niet voldoende om medewerkers te kunnen motiveren en stimuleren. Welke andere competenties doen er dan toe? En welke aspecten spelen verder een rol in het in beweging brengen van medewerkers? In de wetenschapsrubriek van dit nummer kunt u hierover lezen. U zult constateren dat motiveren niet is af te lezen uit de bijsluiter per medewerker zoals die op grote schaal in organisaties geldt; het CV en een competentielijst. Opgedane kennis, ervaring en competenties zijn ontoereikende informatiebronnen voor het motiveren van iemand. Want kennis, kunde en ambities uit het verleden bieden geen garantie voor toekomstige motivatie en prestaties. Motivatie heeft onderhoud nodig. En perspectief! De wilskracht die daaruit voortkomt, bepaalt de motivatie en arbeidsproductiviteit. Het plegen van dat onderhoud en het bieden van een perspectief is daarom een belangrijke handeling in de bijsluiter bij het motiveren van medewerkers.
Over achtergronden bij deze inzichten kunt u op gevarieerde wijze lezen in een overzichtsartikel over motivatietheorieën en twee samenvattingen van gerelateerde, recente promotieonderzoeken. Hierin wordt een actueel beeld geschetst van de witte vlekken en zwarte gaten in bestaande motivatietheoriën. U zult er allerminst zweverig van worden, maar om in de sfeer te blijven besteden we ook aandacht aan ‘auw’- en ‘wow’-momenten. Dat deze type werksituaties motiverend zijn, leest u in het interview met Manon Ruijters en het artikel van Paul Preenen. Deze twee bijdragen werpen ieder vanuit een eigen invalshoek licht op de ‘motivatiediamand’. De natuurlijke motivatie van mensen kan door werkgevers, leidinggevenden, collega’s en specifieke momenten worden fijn geslepen. Hoe dat kan en welke dynamieken daarbij komen kijken, leest u in deze uiteenzettingen. Tot slot kunt u lezen over de X-factor van studenten in het hoger onderwijs. Wie of wat bepaalt hun succes? Hoe ziet hun bijsluiter eruit? Wat is daarbij de rol van de F-factor, de netwerkrelaties met friends, fans, en followers?
Kortom, weer een rubriek met veel wetenswaardige wetenschappelijke inzichten.
Veel leesplezier!
Prof. dr. Lidewey van der Sluis is hoogleraar Strategisch Talent Management aan de Nyenrode Business Universiteit, directeur en oprichter van het Nyenrode Powerhouse Competing for Talent, en afdelingshoofd CHROME.