Lef is er in alle soorten en maten. In alle gevallen gaat het over het nemen van risico’s óver de rand van de comfortzone. In de comfortzone is er sprake van gedekte en beheerste risico’s, daarbuiten is het risico ongewis. In die ruimte speelt lef zich af.
Mensen en organisaties die lef tonen, wijken af van de gebaande paden. Buiten die paden is het risicovol. Daar bevindt zich volgens de wetenschap een legitimeringsvacuüm. Dat is het gebrek aan bewijs en ervaring dat het afwijkende pad een goed pad is. Het nieuwe pad dat bewandeld wordt, is simpel gezegd nog geen best practice. Door de onbekendheid met de afwijking ontbreekt de legitimering van de verkenning. Hoe groter de afwijking, vernieuwing of verandering van het gangbare, hoe groter het legitimeringsvacuüm. Hoe groter het lef en risico, hoe lager het vertrouwen van de omgeving. Onbekend maakt onbemind. Uit een Inseadstudie komt naar voren dat het nemen van risico en het overbruggen van dit vacuüm veel oplevert. Zo blijkt dat organisaties die het tonen van lef bij medewerkers stimuleren, betere prestaties laten zien als zij eenmaal voet aan de grond hebben dan organisaties waarin risicozoekend gedrag wordt afgeremd. Lef leidt niet alleen tot nieuwe kansen maar ook nog eens tot hogere rendementen.
Een ander inzicht uit de literatuur is dat de omgeving waarin iemand werkt van invloed is op de mate waarin lef wordt getoond. Een hiërarchische en complexe organisatiestructuur is de dood in de pot voor creativiteit, baanbrekende ideeën, vooruitstrevende houdingen en intern ondernemerschap. Dat heeft te maken met het herd instinct. Dat is de kuddegeest die ontstaat door formalisering en bureaucratisering. Hiërarchische organisaties en complexe organisatiestructuren werken kuddegedrag en een kuddegeest in de hand.
Het einde van het liedje is dat bureaucratie niet alleen leidt tot kuddegedrag maar ook nog eens tot lage rendementen op het aanwezige talent. Vooral het arbeidspotentieel van stressbestendige en risicozoekende medewerkers wordt onderbenut. Organisaties waarin mainstream de norm is en waar het herd instinct rondwaart, zijn organisaties die voornamelijk bestaan uit mensen die houvast zoeken in structuren en processen, en graag onderdeel uitmaken van een sterke sociale gemeenschap.
Ondanks de hardnekkigheid van het fenomeen kuddegedrag is lef in. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg lijkt uit de gratie. Grenzen verleggen en je eigen ruimte zoeken, is hip. De achterliggende gedachte is dat nieuwe tijden om nieuwe wegen vragen. Nieuwe problemen oplossen vergt ruimdenkendheid. Deze trend suggereert dat het leven pas interessant en de moeite waard is als er lef wordt getoond. Toch is dat te normatief. Statistieken wijzen uit dat mensen op de arbeidsmarkt heel tevreden en gelukkig kunnen zijn als zij weten waar ze aan toe zijn, als er een loopbaanpad voor hen uitgestippeld is, als zij vergeleken worden met anderen en als zij conform gangbare normen presteren en worden beloond. Kortom, lang niet iedereen kickt op een route buiten de bandbreedte. Weten waar je aan toe bent, heeft ook een functie en maakt ook gelukkig. Ook in het huidige tijdsgewricht. Het keurslijf van het gewone werkzame leven is voor velen een veiligheidsvest.
Prof. dr. Lidewey van der Sluis is hoogleraar Strategisch Talent Management aan de Nyenrode Business Universiteit, directeur en oprichter van het Nyenrode Powerhouse Competing for Talent, en afdelingshoofd CHROME.